Testen van de oliedrukregeling

Deze functie wordt gebruikt om regelklep van de oliepomp te regelen en daarmee de oliedruk te veranderen.
De regelklep bepaalt de grootte van de pompbehuizing en kan daardoor de doorstroming vanaf de oliepomp regelen.
Opmerking:
Bij 0%-regeling is de oliedruk hoog. Bij 100%-regeling is de oliedruk laag. Als de druk onder 260 kpa zou vallen, zal de motorregeleenheid de koeling van de zuiger starten met vaste tussenpozen. Vervolgens zal de oliedruk tijdelijk stijgen boven het normale niveau.
Test condities:
Procedure:
  1. Start de functie.
  2. De huidige parameters wordt uitgelezen en weergegeven.
  3. De oliedruk wordt geregeld in verschillende stappen met vijf seconden interval in overeenstemming met de volgende cyclus: 20%, 40%, 60%, 80%, 60%, 40% en 20%.
  4. Functie voltooid.