De injectors controleren

Deze functie wordt gebruikt om te controleren of problemen met de werking van de motor gerelateerd zijn aan de injectors. De tests zijn verdeeld in drie delen en moeten worden uitgevoerd in de volgende volgorde:
Opmerking:
Voordat de test wordt uitgevoerd, moeten foutcodes worden gewist, de motor moet worden opgewarmd en de airconditioning worden uitgeschakeld. Als de injectors moeten worden vervangen, dan moet de motorregeleenheid worden geprogrammeerd.
Test condities:
Procedure:
  1. Start de functie.
  2. De huidige parameters wordt uitgelezen en weergegeven.
  3. Functie voltooid.