Vervanging van hydraulische componenten
Deze functie wordt gebruikt nadat één van de volgende componenten vervangen is:
Vervanging van de schakel-/keuzeservo.
Vervangen van de koppelingsactuator.
Vervanging van de container van de hydraulische eenheid.
Vervangen van de accumulator.
Vervanging van de pomp.
Vervanging van de druksensor.
Vervanging van de drukslang.
Opmerking:
De functie kan slechts éénmaal worden uitgevoerd!
Test condities:
Contact aan, motor uit.
Parkeerrem toegepast.
Neutrale transmissie.
Procedure:
Start de functie en volg de programma instructies.
Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.