Programmering/deprogramming van bandenspanningsensoren

Deze functie wordt gebruikt om nieuwe identificatiecodes voor de bandenspanningsensoren te programmeren of te verwijderen.
Opmerking:
Tijdens het uitvoeren van de functie zult u worden gevraagd om de 8-tekens identificatiecode in te voeren.
Test condities:
Procedure:
  1. Start de functie.
  2. Wilt u één of meerdere sensoren deactiveren, voer de codes in de functie in en laat het voertuig voor 15 minuten staan met het contact uit. De sensoren, waarvan u de codes hebt ingevoerd, zullen nu in de "slaapmodus" zijn geschakeld.
  3. Als nieuwe sensoren moeten worden ingeleerd, moet het voertuig voor 15 minuten worden gereden. De snelheid moet meer dan 20 km/uur zijn voor ten minste 75% van de totale tijd. Dit zal de nieuwe sensoren activeren.