Deze functie wordt gebruikt voor het kalibreren van de druksensoren.
Opmerking:
Het voertuig moet op minstens 2 meter van enig ander voertuig met TPMS zijn geparkeerd, om interferentie van andere TPMS sensoren te vermijden.
Een activeringsinstrument voor de druksensoren van de banden is vereist.
De sensoren worden in de volgende volgorde geleerd: Linksvoor, rechtsvoor, linksachter en rechtsachter.
Test condities:
Accuspanning hoger dan 12 V.
Activeringsgereedschap wielsensors.
Procedure:
Start de functie.
Een pieptoon wordt eenmaal gehoord wanneer de kalibratiemodus wordt gestart.
Plaats het activeringsinstrument bij de ventielsteel en activeer het instrument. U hoort een korte pieptoon om aan te geven dat de druksensor van de band is geïdentificeerd. Het kan enige seconden duren om de sensor te activeren. Het instrument moet gedurende deze tijd bij de ventielsteel gehouden worden.
Herhaal stap 3 voor de rechter voorband en vervolgens ook voor de rechter en linker achterband.
Als de pieptoon tweemaal luidt, dan is de kalibratie mislukt.
Druk op "OK" wanneer alle sensoren zijn gekalibreerd.