Inleren van de afstanddetecterende cruisecontrol
Bij het vervangen van de regeleenheid, moet eerst het downloaden van software worden uitgevoerd.
Deze functie wordt gebruikt voor het uitvoeren van een inleerprocedure om de radar aan te passen.
De inleerprocedure wordt uitgevoerd terwijl het voertuig rijdt met het diagnostisch instrument aangesloten. De inleerprocedure wordt gestart met het diagnostisch instrument, die aangesloten moet blijven totdat de inleerprocedure is voltooid. Gedurende deze tijd, wordt een knipperend "Voertuig voorzijde-teken" weergegeven op het instrument. Wanneer het inleren is voltooid, wordt het "Voertuig voorzijde-teken" uitgeschakeld op het instrument.
Als de inleerprocedure wordt gestart, zullen de ingeleerde waarden worden gewist. Zodra de procedure wordt gestart moet het volledig worden afgerond.
De inleerprocedure duurt ongeveer 10 minuten, met de groene indicator knipperend. Wanneer de indicator met knipperen stopt, dan is de functie voltooid.
Als de inleerprocedure mislukt, kan het zijn veroorzaakt door een verkeerde rijomgeving, een module en houder die uit positie zijn gekruld of een defecte modulemontage. Een typische rijomgeving is doorgaans voldoende om de module binnen 10-30 minuten in te leren.
Snelheid boven 50 km/uur (30 mph).
Rijden op een recht stuk van de weg met veel stilstaande objecten aan de kant van de weg.
Het weer dient goed te zijn (geen regen, sneeuw of mist).
Geen opgeslagen foutcodes behalve foutcode: C056E 4B.
Het gebied vóór de afstanddetecterende cruisecontrol moet schoon zijn.
Het montagevlak voor de afstanddetecterende cruisecontrol mag niet beschadigd zijn.
Controleer of de afstanddetecterende cruisecontrol in de beoogde richting kan worden gericht.
Druk op OK om het leerproces op te starten.
Het instrument toont "Service adaptieve cruisecontrol" en het "Voertuig voorzijde-teken" knippert tijdens de procedure. Sluit de functie niet af totdat de inleerprocedure voltooid is.
Rijd het voertuig voor 10-30 minuten onder de volgende omstandigheden, of totdat de inleerprocedure voltooid is. Het bericht "Service adaptieve cruisecontrol" en het "Voertuig voorzijde-teken" schakelen uit wanneer de inleerprocedure is voltooid.
Rij met een snelheid boven 50 km/uur (30 mph).
Beperk het rijden in krappe bochten tot het minimum.
Vermijd extreme versnelling of vertraging.
Rij in een omgeving met stilstaande objecten aan de kant van de weg (borden, leuningen, brievenbussen, hekken, enz.).
De inleerprocedure is voltooid wanneer het "Voertuig voorzijde-teken" met knipperen stopt en het bericht "Service adaptieve cruisecontrol" uitschakelt.
Als het "Voertuig voorzijde-teken" en het bericht "Service adaptive cruise control" niet uitschakelen:
Controleer of de voorwaarden voor het inleren juist zijn. Herhaal indien nodig de inleerprocedure door de aanbevolen voorwaarden voor het inleren op te volgen.
Controleer of de foutcode C1002 niet geactiveerd is. Repareer eventuele foutcodes die geactiveerd kunnen zijn alvorens de inleerprocedure te herhalen.
Wanneer het inleren voltooid is, druk op "OK" om de functie te verlaten en ontkoppel het diagnostisch instrument.
Rijd het voertuig met een snelheid boven 40 km/uur (25 mph) en controleer de aansluiting van de adaptieve cruisecontrol. Raadpleeg de gebruikershandleiding voor instructies over het aansluiten van de adaptieve cruisecontrol.
Indien de module langzaam wordt gekalibreerd
Eén of meer van de volgende voorwaarden kunnen de tijd verlengen die nodig is voor het uitvoeren van het inleren:
Zwaar verkeer. Voor een lange tijd (meer dan 40 minuten) te dicht achter andere voertuigen rijden.
Stoppen en optrekken of zeer langzaam verkeer.
Continu krappe bochten op de weg.
Geen verkeer. Als er geen verkeer is, zult u tijdens het inleren wellicht een voertuig vóór u nodig hebben.
Weinig of geen stilstaande constructies aan de kant van de weg. Er zijn objecten nodig zoals verkeersborden, leuningen, brievenbussen en geparkeerde voertuigen om de inleerprocedure uit te voeren.