Aanpassingswaarden resetten, gemiddelde waarde hoeveelheid
Deze functie wordt gebruikt nadat één van de volgende componenten vervangen is:
Massaluchtstroomsensor, links of rechts.
Raildruksensor.
O2-sensor vóór katalysator.
Luchtfilter.
Injector.
Het contact mag niet uit worden gezet tijdens de functie. Als de functie geannuleerd is of mislukt, controleer dan de foutcodes en testvoorwaarden.
Test condities:
Contact aan, motor uit.
Accuvoltage boven 12 V.
Procedure:
Start de functie.
Wanneer de functie voltooid is, vraagt een dialoogvenster u om het contact uit en aan te zetten om de functie af te sluiten.
Werkt de functie niet, controleer dan de foutcodes en testvoorwaarden.
Sluit de functie.