Deze functie wordt gebruikt na het vervangen van de batterij in de afstandsbediening.
Deze functie wordt gebruikt wanneer nieuwe afstandsbedieningen gesynchroniseerd en in de regeleenheid opgeslagen moeten worden.
Dit is GEEN sleutelprogrammering, maar een synchronisatie van afstandsbedieningen.
Sleutelprogrammering bevindt zich in het Immo-systeem.
Opmerking:
Lees in de gegevenslijsten uit hoeveel afstandsbedieningen zijn gesynchroniseerd.
Synchroniseer bij voorkeur beide afstandsbedieningen opnieuw.
Test condities:
Contact aan, motor uit.
Accuvoltage boven 12 V.
Procedure:
Start de functie.
Zet het contact uit en verwijder de sleutel.
Wacht 2 seconden, druk vervolgens op de vergrendelknop op de afstandsbediening en houd het voor een paar seconden ingedrukt, totdat u kunt aflezen dat de sleutel is gesynchroniseerd.