De positiesensor voor het variabele klepregelingssysteem voorbereiden en aanpassen

Deze functie wordt gebruikt voor het aanpassen van de positiesensor voor het variabele klepregelingssysteem. Er wordt eerst een voorbereiding van de positiesensor met behulp van de computer uitgevoerd. Een handmatige aanpassing kan vervolgens worden uitgevoerd. Eenmaal de volledige functie beëindigd is, moet de functie "Stationaire luchtvolume leren" worden uitgevoerd.
Opmerking:
Deze functie moet alleen worden uitgevoerd wanneer de actuator voor het variabele klepregelingssysteem wordt vervangen.
Testomstandigheden:
Procedure:
  1. Start de functie.
  2. Zodra de voorbereiding beëindigd is, start de handmatige aanpassing. Er worden gedurende de volledige procedure instructies weergegeven.
  3. Maak de 2 schroeven voor de positiesensor los en pas aan totdat de waarde OK is.
  4. Draai de schroeven vast.
  5. Zet de ontsteking af voor 20 seconden.
  6. Start de motor en laat deze op normale bedrijfstemperatuur komen.
  7. Draai ontsteking uit en wacht 10 seconden alvorens hem opnieuw aan te doen.
  8. De functie is uitgevoerd.
  9. Start de functie "Stationaire luchtvolume leren".