Deze functie wordt gebruikt om nieuwe identificatienummers voor de bandenspanningssensoren te programmeren.
Opmerking:
Het identificatienummer moet uit 8 tekens bestaan. Als u minder dan 8 tekens van een sensor uitleest, moet u het begin van het identificatienummer met nullen uitvullen, wanneer u het identificatienummer invoert. Voorbeeld: 00345678.
In some models you may need to perform a reinitialization of the tire pressure reference value in the vehicle's trip computer, after completed wheel sensor programming. See the vehicle's manual for further information.
Voorwaarden voor de test:
Contact aan, motor uit.
Accuspanning boven 11,5 V.
Houd het nieuwe identificatienummer bij de hand.
Procedure:
Start de functie.
De opgeslagen waarden worden getoond, selecteer of u een waarde wilt wijzigen of annuleer.
Selecteer de positie die gewijzigd moet worden.
Voer het nieuwe identificatienummer in.
De nieuwe waarden worden getoond, controleer of deze correct zijn.
Herhaal de functie indien meer posities moeten worden gewijzigd.