Programmering van de camerahoogte.

Deze functie wordt gebruikt om de nieuwe camerahoogte voor het rijstrookverlaat-waarschuwingssysteem te programmeren.
Als de camera, voorruit of de beugel wordt vervangen, dan moet de camera worden geprogrammeerd.
Opmerking:
Om de kalibratie uit te voeren moet u over apparatuur beschikken, Scania nr. 2200024 (doel) en 2245478 (meetapparatuur), om voor de camera de juiste positie ten opzichte van de grond te weten. Het is belangrijk dat het doel rechte hoeken en een vlak oppervlak heeft met betrekking tot het voertuig. Er zijn gegevens over de kalibratie in Scania Multi 16-15, E101.
Follow measurements and tolerances for correctly performed programming.
Measurements and tolerances:

Value
Tolerance
Height deviation, vehicle front wheel.
0 cm
+/-5 cm
Height deviation, vehicle rear wheel.
0 cm
+/-15 cm
Height deviation, vehicle front and rear wheel.
0 cm
+/-50 cm
Height deviation, vehicle front wheel and target.
0 cm
+/-25 cm
Programming step 1, the target's distance to the windshield.
170 cm
+/-5 cm
Programming step 2, the target's distance to the windshield.
270 cm
+/-5 cm
Height at the target's lower edge to the surface.
90 cm
+/-1 cm
Target, vertical rotation.
+/-10°
Target, horizontal rotation.
+/-5°
The target's centering, programming step 1.
0 cm
+/-3 cm
The target's centering, programming step 2.
0 cm
+/-5 cm
The target's tilt, in relation to the vehicle.
+/-0,25°
Test condities:
Procedure:
  1. Start de functie.
  2. Een dialoog box toont test voorwaarden, controleer ze en druk op "OK".
  3. Plaats het doel voor de cameralens, 1,7 m (-/+5 cm) voor het voertuig en druk op "OK".
  4. Verplaats het doel naar 2,7m (-/+5 cm) voor het voertuig en druk op "OK".
  5. Controleer in het dialoogvenster, dat de waarde van de hoogte tussen het midden van de cameralens en de grond correct is en druk op "OK".
  6. De functie is uitgevoerd.