Deze functie wordt gebruikt om het brandstofsysteem te ontluchten na het afwerken van de reparatie. De functie activeert de branstofpomp in intervals van 30 seconden.
Opmerking:
Deze functie mag alleen worden gebruikt bij een gesloten brandstofsysteem.
Test conditie:
Contact aan. Motor uit
Geen fouten opgeslagen
Accuspanning boven 12 V.
Geen lek in het brandstofsysteem.
Procedure:
Start de functie.
De brandstofpomp start (de waarde van de brandstofpomp-status verandert in: "Pomp aan") en draait gedurende 30 seconden.
De pomp stopt automatisch, kies dan of u de pomp nogmaals 30 seconden wilt activeren of dat u de functie wilt verlaten.