Programmeren inspuiting

Deze functie wordt gebruikt om de injector codes te programmeren in de regeleenheid na het vervangen van de injector. De injector code is afgedrukt op het hoofdonderdeel van de injector. De code bestaat uit 30 karakters.
Test condities:
Procedure:
  1. Start de functie.
  2. Een dialoogvenster geeft de geprogrammeerde injectorcodes weer. Druk op OK.
  3. Selecteer de injector die moet worden geprogrammeerd in het getoonde dialoogvenster en bevestig met "OK".
  4. Voer de nieuwe injectorcode in het dialoogvenster in en druk op "OK" om met programmeren te stoppen. U dient hoofdletters te gebruiken.
  5. In een dialoogvenster wordt getoond of het programmeren geslaagd is of mislukt.