Deze functie wordt gebruikt om de afstandssensor voor de radar te kalibreren.
Opmerking:
Richtplaat en mogelijk andere speciale instrumenten zijn nodig om de kalibratie uit te voeren.
Begin NIET met de kalibratie voordat de richtplaat correct is geplaatst. Als dit wordt gedaan is er een risico dat het systeem niet optimaal functioneert.
Test condities:
Vóór de kalibratie moet er een 4-wieluitlijning worden uitgevoerd.
Zet het voertuig op een vlakke ondergrond.
Controleer de bandendruk en stuur indien nodig bij.
Geen extra belading of personen in de auto.
Versnellingspook in "P" en handrem losgekoppeld.
Vul het reservoir volledig en zorg dat alle vloeistoffen tot het juiste peil zijn bijgevuld.
Reinig de rechter voorzijde van de bumper vóór de afstandssensor.
Motor draait.
Accuvoltage boven 12 V.
Dezelfde maat op alle wielen.
Procedure:
Start de motor.
Start de kalibratie.
Volg de instructies die wij u laten zien en u wordt bij de procedure begeleid.
Als er een foutmelding wordt weergegeven, controleer dan het volgende: