Voorwaarden voor de test:
Motor draait stationair.
Geen fouten opgeslagen.
Geen lekken in het uitlaatsysteem.
Motortemperatuur hoger dan 80 °C.
Alle elektrische belastingen uitgeschakeld.
Automatische versnellingsbak op “P/N”.
Opmerking:
Wordt gebruikt om het stationair toerental te controleren.
The stationair toerental, de voor/na-ontsteking en de CO-waarde zijn niet instelbaar.
Het stationair toerental wordt ingesteld door de regeleenheid.
De positie van de verdeler heeft geen effect op de voor/na-ontsteking.
De CO-waarde wordt geregeld door de lambda-regeling.
In de basisinstellingstand, wordt de koolstofbuisklep gesloten.
Procedure:
Kies de stationair-toerental-controleren-functie.
Voer het toerental van de motor op en laat hem twee minuten stationair draaien.
Lees het motortoerentalsignaal af. Voorgeschreven waarde 800-880 tpm.
Lees de lambdacorrectiefactor af. Voorgeschreven waarde 1,00 ± 0,3 (schommelt).
Lees vooronstekingsinstelling af. Voorgeschreven waarde 1-15 < ° voor BDP.