Met deze functie kalibreert u de injector. De kalibratie wordt uitgevoerd na vervanging motorregeleenheid en/of injector.
Test condities:
Motor draait stationair.
Koelmiddeltemperatuur tussen 71 en 104 °C.
Brandstoftemperatuur tussen 41-84 °C.
Inlaat luchttemperatuur tussen 11 - 69°C.
Brandstofdruk tussen 23 - 32 MPa.
Dieselpartikelfilter ok.
Koelventilator uit.
Alle stroomverbruikers en de AC zijn uit.
Versnelling in neutraalpositie
Druk niet op een van de pedalen tijdens de kalibratie!
Het inwerken van de brandstofdrukregelaar is voltooid.
Geen foutcodes opgeslagen behalve foutcode: P268A.
Procedure:
Start de functie.
Een dialoogvenster geeft de status voor inlaatluchttemperatuur, brandstofdruk, dieselpartikelfilter, koelmiddeltemperatuur, brandstoftemperature en koelventilator aan.
Als testomstandigheden zijn voltooid, druk op "OK" om verder te gaan of op "Afbreken" om te annuleren.
Een dialoogvenster laat de status zien voor "Aanleren beperkte brandstofhoeveelheid". Druk op “OK” om met kalibreren te beginnen.
Een dialoogvenster toont de inwerkingstatus. De functie stopt automatisch als de inwerking voltooid is.
De functie is uitgevoerd.
Als de kalibratie mislukt, controleert u de testvoorwaarden. OPMERKING! De temperatuur dient binnen de limietwaarden te blijven.