Onder normale omstandigheden is de luchtmassasensor onderhevig aan vervuiling en slijtage. Dit leidt tot een verschil tussen de opgeslagen karakteristieke curve en de gespecificeerde waarde. Dit kan symptomen veroorzaken als vermogensverlies of zwarte rook. De aanpassingswaarden van de luchtmassasensor kunnen worden gereset om dit te voorkomen.
De aanpassingswaarden van de luchtmassasensor dienen te worden gereset als de luchtmassasensor is vervangen.
Test condities:
Contact aan, motor uit.
Geen fouten in het systeem
Procedure:
Start de functie.
De huidige aanpassingswaarden worden afgelezen van het motorregelapparaat.
Druk op “OK” om de aanpassingswaarden te resetten.
Zijn de aanpassingswaarden gereset dat moet het contact tenminste 1 minuut worden uitgezet zodat de nieuwe aanpassingswaarden kunnen worden opgeslagen in het motorregelapparaat.