Met deze functie initialiseert u de lamellenmotors voor de regeleenheid na onderhoud/reparatie of vervanging van een of meer lamellenmotors.
Na voltooien van de functie dient de basisinstelling van de lamellenmotors te worden uitgevoerd met een aparte functie.
Het contact mag niet uit worden gezet tijdens de functie.
Test condities:
Contact aan, motor uit.
Accuvoltage boven 12 V.
Lamellenmotors correct geïnstalleerd en aangesloten.
Procedure:
Start de functie.
De functie start en de aanpassing wordt uitgevoerd. Het kan maximaal 2 minuten duren voordat de functie is voltooid.
Een dialoogvenster geeft aan of het testresultaat positief is.
Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.