Programmeren inspuiting

Met deze functie worden nieuwe injector-codes in de regeleenheid geprogrammeerd na vervanging van een injector. De injector-code is afgedrukt op het hoofdonderdeel van de injector. De code bestaat uit 8 tekens.
Test condities:
Procedure:
  1. Start de functie.
  2. Een dialoogvenster geeft de geprogrammeerde injectorcodes weer. Druk op OK.
  3. Selecteer de injector die moet worden geprogrammeerd in het getoonde dialoogvenster en bevestig met "OK".
  4. Voer de nieuwe injectorcode in het dialoogvenster in en druk op "OK" om met programmeren te stoppen. U dient hoofdletters te gebruiken.
  5. In een dialoogvenster wordt getoond of het programmeren geslaagd is of mislukt.