Auto’s 10.94 >
Testvoorwaarden:
Ontsteking aan
Geen fouten opgeslagen.
Opmerking:
Instellen is alleen noodzakelijk wanneer de gasklepeenheid of het onderste onderdeel van de inspuiteenheid worden vervangen.
Het stationair contact kan alleen ingesteld worden wanneer de duwstang van de gasklepeenheid volledig verlengd is.
Als de gasklep geopend wordt om toegang te krijgen tot de aanslagschroef, duwt de regeleenheid de duwstang van de gasklep naar achteren. Om de duwstang opnieuw naar buiten te duwen, moet de basisinstelfunctie opnieuw gekozen worden.
Wanneer de aanslagschroef bijgesteld wordt, moet de werking van het stationair contact gecontroleerd worden.
Bij het verlaten van de basisinstelling moet de duwstang van de gasklep terugkeren naar zijn beginpositie.
Controleer het stationair contact:
Kies de vereisten-basisinstelling-functie.
Controleer of aan deze voorwaarden is voldaan.
Kies de stationair-contact-functie.
Noteer de waarde van de gasklepsensor, spoor 1. Voorgeschreven waarde 196-200.
Als de voorgeschreven waarden niet bereikt worden, moet het inlaatluchtdeksel verwijderd worden.
Corrigeer de instelling met de aanslagschroef. Instelwaarde: 198 ± 1.