Als reparatie wordt uitgevoerd aan de versnellingbak, moet de volgende werkvolgorde/instructies worden gebruikt.
Neem de tijd om de hele instructie te lezen voordat u de versnellingsbak repareert.
De getallen in de tabel geven de werkvolgorde weer voor de gekozen werkvolgorde en de tekens beschrijven de verschillende delen van de werkvolgorde.
Werkvolgorde | A | B | C | D | E | F | G | H |
Vervanging van de ECU | 1 | 2 | 3 | 4 | - | 5 | 6 | 7 |
Verwijdering/nieuw passen van de ECU | 1 | 2 | 3 | 4 | - | - | - | - |
Vervanging van de koppelingsdruklager | 1 | 2 | 3 | 4 | - | 5 | - | - |
Het oliepeil van de regeleenheid controleren | 1 | 2 | 3 | - | - | - | - | - |
De olie van de regeleenheid draineren. | 1 | 2 | 3 | 4 | - | - | - | - |
Vervanging van positiesensor van aandrijfmechanisme | - | 1 | - | - | - | - | 2 | - |
Vervanging van hydraulische eenheid | 1 | 2 | 3 | 4 | - | 5 | 6 | 7 |
Verwijdering/opnieuw aanpassen van de hydraulische eenheid | 1 | 2 | 3 | 4 | - | - | - | - |
Vervanging van de elektrische pompeenheid | 1 | 2 | 3 | 4 | - | - | - | 5 |
Verwijdering/opnieuw aanpassen van de elektrische pompeenheid | 1 | 2 | 3 | 4 | - | - | - | - |
Vervanging van de regeleenheid | 1 | 2 | 3 | 4 | - | 5 | 6 | 7 |
Verwijdering/opnieuw aanpassen van de regeleenheid | 1 | 2 | 3 | 4 | - | 5 | 6 | - |
Vervanging van een elektroklep of de druksensor | 1 | 2 | 3 | 4 | - | - | - | - |
Vervanging van het reservoir van de regeleenheid of de accumulator | 1 | 2 | 3 | 4 | - | - | - | - |
Vervanging van de elektrische motor van de elektrische pompeenheid | 1 | 2 | 3 | 4 | - | - | - | 5 |
Verwijdering/opnieuw aanpassen van de elektrische motor van de elektrische pompeenheid. | 1 | 2 | 3 | 4 | - | - | - | - |
Vervanging van het koppelingsmechanisme of koppelingsplaat | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 |
Verwijdering/opnieuw aanpassen van het koppelingsmechanisme of koppelingsplaat | 1 | 2 | 3 | 4 | - | 5 | - | - |
Vervanging van de versnellingsbak | - | 1 | - | - | - | 2 | 3 | 4 |
Verwijdering/opnieuw aanpassen van de versnellingbak | - | 1 | - | - | - | 2 | 3 | - |
Vervanging van de versnellingshendel | - | 1 | - | - | - | - | - | 2 |
Vervanging van de hendels bij het stuur | - | 1 | - | - | - | - | - | 2 |
Overzicht van de werkvolgorde:
A | Verwijder de druk uit het hydraulische circuit. |
B | Mechanisch werk. |
C | Verwijder de druk uit het hydraulisch circuit. |
D | Ontluchting van het hydraulische circuit. |
E | Herinitialisatie van de automatische programmeringswaarden. |
F | Programmeren van het koppelingsbijtpunt |
G | Programmering van het versnellingsbakrooster |
H | Tellers wissen. |
Uitleg van de werkvolgorde.
Verwijder druk uit het hydraulische circuit.
Opmerking:
Tijdens de functie mag het ontstekingsmechanisme niet worden uitgeschakeld.
Test voorvereisten.
Contact aan, motor uit.
Versnelling in neutraal.
Alle elektrische verbruikers moeten zijn uitgeschakeld.
Accuspanning is boven 12 volt.
Procedure:
Start de functie.
De druk is nu uit het systeem verwijderd.
Een dialoogvenster geeft aan: procedure geslaagd / mislukt.
Als de functie mislukt, moet u de voorgaande testinstellingen controleren en mogelijke foutcodes repareren.
Sluit de functie.
Mechanisch werk.
Voor de mechanische werkzaamheden verwijzen we naar de instructies van de fabrikant.
Zet het hydraulische circuit onder druk.
Opmerking:
Tijdens de functie mag het ontstekingsmechanisme niet worden uitgeschakeld.
Test voorvereisten.
Contact aan, motor uit.
Versnelling in neutraal.
Alle elektrische verbruikers moeten zijn uitgeschakeld.
Accuspanning is boven 12 volt.
Procedure:
Start de functie, druk op OK.
Het systeem staat nu onder druk.
Een dialoogvenster geeft aan: procedure geslaagd / mislukt.
Als de functie mislukt, moet u de voorvereisten van de test controleren en mogeijke foutcodes repareren.
Sluit de functie.
Ontluchting van het hydraulische circuit.
Opmerking:
Tijdens de functie mag het ontstekingsmechanisme niet worden uitgeschakeld.
Test voorvereisten.
Contact aan, motor uit.
Versnelling in neutraal.
Alle elektrische verbruikers moeten zijn uitgeschakeld.
Accuspanning is boven 12 volt.
Procedure:
Start de functie, druk op OK.
Ontluchting van de hydraulische eenheid wordt nu uitgevoerd.
Een dialoogvenster geeft aan: procedure geslaagd / mislukt.
Als de functie mislukt, moet u de voorvereisten van de test controleren en mogeijke foutcodes repareren.
Sluit de functie.
Herinitialisatie van de automatische programmeringswaarden.
Test voorvereisten.
Contact aan, motor uit.
Versnelling in neutraal.
Alle elektrische verbruikers moeten zijn uitgeschakeld.
Accuspanning is boven 12 volt.
Procedure:
Start de functie, druk op OK.
De automatische programmeringswaarden worden nu opnieuw geïnitialiseerd.
Een dialoogvenster geeft aan: procedure geslaagd / mislukt.
Als de functie mislukt, moet u de voorvereisten van de test controleren en mogeijke foutcodes repareren.
Sluit de functie.
Het koppelingsbijtpunt programmeren.
Opmerking:
Tijdens de functie mag het ontstekingsmechanisme niet worden uitgeschakeld.
Test voorvereisten.
Motor op stop.
Versnelling in neutraal.
Alle elektrische verbruikers moeten zijn uitgeschakeld.
Procedure:
Start de functie, druk op OK.
De programmering van het koppelingsbijtpunt wordt nu gestart.
Een dialoogvenster geeft aan: procedure geslaagd / mislukt.
Als de functie mislukt, moet u de voorvereisten van de test controleren en mogeijke foutcodes repareren.
Sluit de functie.
Programmering van versnellingsbakrooster.
Opmerking:
Tijdens de functie mag het ontstekingsmechanisme niet worden uitgeschakeld.
Test voorvereisten.
Contact aan, motor uit.
Versnelling in neutraal.
Alle elektrische verbruikers moeten zijn uitgeschakeld.
Accuspanning is boven 12 volt.
Procedure:
Start de functie, druk op OK.
De programmering van het versnellingsbakrooster wordt nu gestart.
Een dialoogvenster geeft aan: procedure geslaagd / mislukt.
Als de functie mislukt, moet u de voorgaande testinstellingen controleren en mogelijke foutcodes repareren.
Sluit de functie.
Tellers wissen.
Opmerking:
Als u in de versnellingsbak onderdelen wisselt, kunt u de waarden van de tellers van het overeenkomende onderdeel wissen. Dit wordt gedaan door een juiste gebruikshistorie van de gemonteerde onderdelen te krijgen. Huidige waarden kunnen in gegevenslijsttabellen worden weergegeven. Wis alleen de teller voor het geladen onderdeel.
Test voorvereisten.
Contact aan, motor uit.
Alle elektrische verbruikers moeten zijn uitgeschakeld.
Accuspanning is boven 12 volt.
Procedure:
Start de functie, druk op OK.
Een dialoogvenster geeft aan: procedure geslaagd / mislukt.
Als de functie mislukt, moet u de voorvereisten van de test controleren en mogeijke foutcodes repareren.
Sluit de functie.