Programmeren pompverstuiver


Met deze functie voert u een nieuwe apparaatcode in bij vervanging van de pompverstuiver.

Voer het nummer dat op de pompverstuiver staat als volgt in: 5-115-981-12-00613. Onjuist invoeren kan leiden tot onregelmatige werking van de motor en overbeslasting van afzonderlijke cilinders. Zie onderstaande afbeeldingen voor de plaatsing van de cilinder van de pompverstuiver.

  1. R4: 904, 924

    • NEE. 1. Cilinder 1

    • NEE. 2. Cilinder 2

    • NEE. 3. Cilinder 3

    • NEE. 4. Cilinder 4

  2. R6: 457, 906

    • NEE. 1. Cilinder 1

    • NEE. 2. Cilinder 2

    • NEE. 3. Cilinder 3

    • NEE. 4. Cilinder 4

    • NEE. 5. Cilinder 5

    • NEE. 6. Cilinder 6

  3. V6: 501

    • NEE. 1. Cilinder 1

    • NEE. 2. Cilinder 2

    • NEE. 3. Cilinder 3

    • NEE. 4. Cilinder 4

    • NEE. 5. Cilinder 5

    • NEE. 6. Cilinder 6

  4. V8: 502

    • NEE. 1. Cilinder 1

    • NEE. 2. Cilinder 2

    • NEE. 3. Cilinder 3

    • NEE. 4. Cilinder 4

    • NEE. 5. Cilinder 5

    • NEE. 6. Cilinder 6

    • NEE. 7. Cilinder 7

    • NEE. 8. Cilinder 8

Test condities:

Procedure:

  1. Selecteer de cilinder van de pompverstuiver die moet worden geprogrammeerd.

  2. Een dialoogvenster toont de testvoorwaarden. Controleer ze.

  3. Een dialoogvenster toont "Wilt u de nieuwe injectorcode noteren". Druk op "Ja" om door te gaan of "Nee" om de functie te annuleren.

  4. Een invoerveld voor de nieuwe code verschijnt. Voer het nieuwe nummer in. Druk op "OK".

  5. Een dialoogvenster geeft aan: "Zet het contact uit". Druk "OK".

  6. Een dialoogvenster toont "Zet het contact aan". Druk "OK".

  7. Een dialoogvenster toont "De functie is uitgevoerd". Druk "OK".

  8. De functie is uitgevoerd.

    • Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.