Met deze functie verwijdert u roetdeelttjes uit het deeltjesfilter door ze te verbranden m.b.v. een hogere uitlaattemperatuur. Onder bepaalde rijcondities reinigt het deeltjesfilter zichzelf niet automatisch. Bijv. bij voortdurend in de stad rijden. Deze functie wordt gebruikt voor een geforceerde regeneratie. Dit hoeft alleen gedaan te worden als de partikelfilter vullingsgraad boven de 15% is en het regeneratieproces niet automatisch van start is gegaan.
Opmerking:
Indien de vullingsgraad meer dan 90% is, zal het regeneratieproces niet gestart worden wegens brandgevaar in de partikelfilter. De vullingsgraad voor de partikelfilter kan uit de data lijst parameters gelezen worden.
Regeneratieproces is automatisch geannuleerd zodra het rijden stopt.
Test condities:
Motor aan.
Motorolietemperatuur minstens 70 °C.
Geen fouten in het systeem
Procedure:
Start de functie.
Een data list parameter met de huidige vullingsgraad voor de partikelfilter wordt vertoond.
Rij in de vierde of vijfde versnelling op ongeveer 2,000 rpm totdat de vullingsgraad voor de partikelfilter onder de 15% is.
Controleer dat er geen foutcodes in regeleenheid zijn opgeslagen.
De functie is uitgevoerd.
Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.