Het aanpassen van de versnellingen en/of koppeling

Deze functie wordt gebruikt om de versnellingen en/of koppeling aan de passen in geval van een storing na het vervangen.
Opmerking:
De volgende aanpassingen zouden uitgevoerd moeten worden als het bedieningspaneel of de versnellingsbak vervangen zijn:
  1. Aanpassing aandrijving.
  2. Koppeling, Aanpassing inschakeling.
  3. Programmeer koppelingsstand.
De volgende aanpassingen zouden uitgevoerd moeten worden bij het vervangen van de koppeling:
  1. Vervang de koppeling.
  2. Koppeling, Aanpassing inschakeling.
  3. Programmeer koppelingsstand.
Test condities:
Procedure: