De oorzaken van het blokkeren van de parkeer/hulpverwarming zijn:
Ontkoppeling in geval van onderspanning.
De bescherming tegen oververhitting is getriggered.
Gebrek aan brandstof
Het blokkeren gebeurt als er een fout is opgetreden tijdens het functioneren en de parkeer/hulpverwarming wordt uitgeschakeld. Om de blokkade te resetten, moet de parkeer/hulpverwarming uitgeschakeld worden met de afstandsbediening. Na drie mislukte pogingen zonder juiste ontsteking wordt de oververhitting/verwarming blokkade geactiveerd.
In dit geval, moet de "Deblokkeer de parkeerverwarming" gestart worden en dan moet de zekering voor de parkeer/hulpverwarming verwijderd worden.
Informatie voor een werking zonder problemen van de parkeer/hulpverwarming:
Voorkom onderspanning, controleer de accu en wisselstroomdynamo. Er kunnen problemen ontstaan als er alleen in het voertuig gereden wordt voor korte afstanden. In geval van onderspanning, kan het zijn dat het besturingsorgaan voor de geïntegreerde verwarming/airconditioning automatisering geen startopdracht naar de parkeer/hulpverwarming stuurt waardoor hij niet start. Controleer om deze reden altijd het foutgeheugen van beide besturingsorganen van de parkeer/hulpverwarming en het besturingsorgaan van de geïntegreerde verwarming/airconditioning automatisering als er een probleem is.
Er moet genoeg brandstof in de tank zitten. Het waarschuwingslampje laag brandstofniveau zou niet aan moeten zijn op het dashboard.
Uitstoot van rook; de parkeer/hulpverwarming is een verdampingsverbrander en dit betekent dat bij een korte afstand de verbrander verschillende keren wordt doorgesmeerd waardoor het de rook kan uitstoten.
Test condities:
Contact aan, motor uit.
Procedure:
Start de functie.
Volg de programma instructies.
De functie is nu voltooid.