Synchroniseren:
Synchronisatie van een afstandsbediening (transponder) is noodzakelijk wanneer men een defecte afstandsbediening vervangt of wanneer het aantal afstandsbedieningen (maximum vier) wordt verhoogd. Het is ook noodzakelijk als de code van de afstandsbediening en van de regeleenheid niet langer overeenkomen. Dit kan gebeuren als de zendknop regelmatig wordt ingedrukt wanneer men buiten bereik is.
Opmerking:
De tijd die aan het synchroniseren wordt besteed, mag maximum vijftien seconden per afstandsbediening bedragen.
Als de auto elektrisch bediende ruiten heeft, moeten de ruiten gesloten zijn.
Methode:
Stop de sleutel in het slot van het portier en draai hem driemaal tegen de klok in (ontgrendelen).
Elke draai moet binnen de vijf seconden uitgevoerd worden en de sleutel moet een halve seconde in de ontgrendelpositie gehouden worden.
Verwijder de sleutel uit het portierslot.
Druk de vergrendelknop op de afstandsbediening in en hou hem ingedrukt.
Druk driemaal op de ontgrendelknop en laat de vergrendelknop dan los.
Ter bevestiging dat de afstandsbediening nu gesynchroniseerd is, knippert het controlelampje op de afstandsbediening vijfmaal. Het controlelampje in de portierbekleding knippert vijfmaal ter bevestiging van de initialisatiecode.
Synchroniseer de volgende afstandsbediening, begin vanaf stap 3. OPMERKING: Dit moet binnen vijftien seconden na de vorige synchronisatie.
Het synchroniseren wordt automatisch beëindigd wanneer:
het aantal te synchroniseren afstandsbedieningen bereikt is.
de auto mechanisch vergrendeld wordt met een sleutel.
de maximum toegelaten synchronisatieperiode verstreken is.