Deze functie wordt gebruikt om de sensorgroep te resetten.
Na de kalibratie moeten alle storingcodes worden gewist.
Test condities:
Contact aan, motor uit.
Het voertuig moet op een vlakke ondergrond staan.
Draai het stuur ten minste 10°.
Procedure:
Selecteer de functie "Sensorgroep kalibreren".
Druk op “OK” om met kalibreren te beginnen.
Sluit de functie.
Na de kalibratie moeten alle storingcodes worden gewist. Bij een negatief testresultaat controleert u de testvoorwaarden.