Deze functie wordt gebruikt om de xenon koplampen te kalibreren.
Xenon koplampen moeten volgens de wet systemen hebben voor dynamische correctie om tegemoetkomend verkeer niet te verblinden. Het apparaat werkt onder de volgende omstandigheden:
Statisch type, afhankelijk van de verdeling van de lading.
Dynamisch type, afhankelijk van de versnelling en het afremmen.
De dynamische correctie verhoogt ook het rijcomfort, omdat het verlichte gebied gestabiliseerd wordt en de ogen van de bestuurder zich niet constant hoeven aan te passen aan de verlichting.
Een stappenmotorservo in elke koplamp.
Twee laadsensoren, die in de voor- en achtervering zitten en die aangesloten zitten op de linker koplamp.
Dit type koplampen gebruikt xenon gaslampen op beide dimlicht en groot licht. Vanwege zijn hoge lichtintensiteit, gebruikt de xenon koplamp een systeem voor dynamische positionering. Dit systeem wordt gecontroleerd door een besturingseenheid (in de linker koplamp) die een stappenmotorservo van elke koplamp bestuurt. De besturingseenheid vergelijkt het signaal vanuit de laadsensoren en berekent de onmiddellijke stand van de koplamp. Een correctiesignaal wordt naar de stappenmotorservo van de koplampen verzonden om indien nodig de dimlichten aan te passen.
Als de hoofdbesturingseenheid (in de linkerkoplamp) vervangen wordt, deze kalibratie van het systeem moet uitgevoerd worden.
Onder: Alle omstandigheden die het kalibreren van het systeem kunnen voorkomen.
Motors niet binnen geschikt bereik voor kalibratie.
Sensorwaarde (voor en achter) niet binnen geschikt bereik voor kalibratie
Voorwaarden voor de test:
Geen extra belading of personen in de auto.
Het voertuig moet op een vlakke ondergrond staan.
Het voertuig dient stil te staan (geen snelheidssignaal).
Geen foutcodes in hoofd- of hulpbesturingseenheid.
Start de functie en volg de programma instructies.
Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.