Deze functie past de sensors voor lineaire en longitude versnelling en slingersensor aan op de ABS-besturingseenheid. Voer een aanpassing uit als:
Een foutcode betreffende een aanpassing van sensor aanwezig is.
Als een sensor is vervangen.
De ABS-regeleenheid werd vervangen.
Opmerking:
Tijdens het aanpassen, moet het contact uitgeschakeld zijn.
Test voorvereisten:
Contact aan, motor uit.
Sensor/besturingseenheid zijn juist aangesloten en geïnstalleerd.
Accuspanning is boven 12 volt.
Procedure:
Plaats de auto op een vlak en horizontaal oppervlak.
Start de functie, druk op OK.
De aanpassing wordt uitgevoerd. Een dialoogvenster geeft aan: Handeling succesvol/mislukt.
Als de functie mislukt, moet u de voorgaande testinstellingen controleren en mogelijke foutcodes repareren.
Schakel de ontsteking uit voor 15 sec., en schakel hem aan voor 30 sec.
De functie is nu voltooid.