Condities:
Na het vervangen van 1 of meer injectors moet de volgende programmeerfunctie worden uitgevoerd.
Motor uit
Ontsteking aan
Procedure:
Let op! Voor het programmeren van de inspuiting moeten alle injectors gereset worden, verlaat de diagnose en zet het contact uit. Hierna kunt u programmeren:
Zet het contact aan en ga weer naar de diagnose
Programmeer injector 1
Verlaat de diagnose en zet het contact uit
Zet het contact aan en ga weer naar de diagnose
Programmeer elke injector en herhaal vanaf stap 3
Controleer en wis foutcodes
NB. Het contact moet na elke programmering uit en weer aan worden gezet, anders kan het programmeren misgaan.