Om de mechatronische eenheid correct te laten werken moet een basisinstelling worden uitgevoerd. De basisinstelling wordt uitgevoerd nadat de mechatronische eenheid is vervangen of verwijderd.
Als de basisinstelling is voltooid, moeten de aanpassingswaarden voor de mechatronica worden gereset.
Test condities:
Accuvoltage boven 12 V.
Contact aan
Schakelhendel in stand P.
Rempedaal ingedrukt.
Start de motor volgens de instructies in de procedure hieronder.
Procedure:
Start de functie.
Een dialoogvenster toont: "Status basisinstelling" en "bezig met …" verschijnen terwijl de basisinstelling wordt uitgevoerd.
Start de motor als "start motor" wordt getoond. De basisinstelling gaat door en het dialoogvenster toont "bezig met …".
De basisinstelling is voltooid als in het dialoogvenster "voltooid" wordt weergegeven.
Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.
Sluit de functie af en de systeemdiagnose. Zet het contact uit.
De functie is uitgevoerd.