Het kalibreren van de standsensor
Deze functie wordt gebruikt om de eindstanden te balanceren voor de schakeleenheden.
De functie wordt uitgevoerd als:
Het mechatronischregelapparaat/motorregelapparaat werd vervangen.
Reparatie, vervanging of verwijdering van de schakelrail heeft plaatsgevonden.
Reparatie, vervanging of verwijdering van de magnetische klemmen van de schakelrail heeft plaatsgevonden.
Pignonset is gerepareerd.
Opmerking:
Bij het vervangen van Mechatronic, worden onderstaande functies uitgevoerd in de volgende orde:
Kalibratie van versnellingsstandsensor.
Het kalibreren van de standsensor.
Aanpassing van koppeling slippunt.
Voorwaarden voor de test:
Transmissie olietemperatuur tussen 20 °C - 60 °C.
Motor draait.
Schakelhendel in stand P.
Geen invloed op gaspedaal.
Geen foutcode opgeslagen voor componenten van het systeem.
Procedure:
Start de functie en volg de programma instructies.
Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.