Kalibratie van de stuurhoek sensor

Deze functie wordt gebruikt voor de nulpuntcompensatie van de waarde van de stuurhoeksensor.
Opmerking:
Kalibratie moet gebeuren indien:
Test voorvereisten.
Procedure:
  1. Controleer of het stuur zich in de correcte positie bevindt, wanneer de voorwielen recht vooruit wijzen.
  2. Start de functie en volg de programma instructies.
  3. Start de motor.
  4. Draai het stuurwiel naar de eindpositie in beide richtingen.
  5. Zorg dat aan beide kanten een gelijke hoek wordt bereikt. Bij een afwijking van meer dan 20% moeten de stuurwiel sensor centrale positie en de wieluitlijning worden gecontroleerd.
  6. De functie is uitgevoerd.
  7. Zet het contact uit gedurende minimaal 10 seconden.
  8. Voer een zelftest uit en wis eventuele foutcodes.