Kalibratie van de druksensors wordt uitgevoerd na:
Vervangen van een of meer druksensors.
Het uitvoeren van werkzaamheden aan een van de sensors.
De regeleenheid werd vervangen.
Opmerking:
Tijdens de kalibratie zal het voertuig omhoog en omlaag bewegen. Het is zeer belangrijk dat zich geen personen of apparaten bevinden in het gebied rondom of onder het voertuigchassis om verwonding door beknelling te voorkomen!
Test condities:
Contact aan, terwijl er een externe luchttoevoer is aangesloten of met draaiende motor.
Het voertuig moet op een vlakke ondergrond staan.
Het voertuig moet stil staan.
Geen fouten in het systeem
Procedure:
Selecteer de kalibratiefunctie.
Breng het voertuig omlaag naar het laagste niveau m.b.v. de knoppen.
Voer de kalibratie uit.
Sluit de functie.
Controleer de werking van de druksensor en lees alle foutcodes af.
De functie is uitgevoerd.
Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.