Aangezien afzonderlijke injectors verschillende eigenschappen hebben, corrigeert de elektronische regeleenheid van de motor de inspuittijd voor elke cilinder voor een exacte inspuiting. De injectorcode is een vooraf aangepaste kalibratie die door het elektronische regelsysteem van de motor wordt verstuurd.
Opmerking:
Als de identificatiecode van een injector niet is geregistreerd gaat het waarschuwingslampje van de motor branden. Foutcode P1626 wordt aangemaakt.
Een registratiefout bij de identificatiecode van de injector leidt tot onregelmatig stationair, abnormale motorgeluiden en een hogere uitstoot.
Test condities:
Contact aan
Procedure:
Contact aan
Selecteer de functie, injector programmeren.
De eerder geregistreerde codes worden getoond.
Selecteer de cilinder waarbij de injector is vervangen.
Voer de 30-digit code van de nieuwe injector in, zie afbeelding.
De nieuwe geregistreerde code wordt getoond.
Nadat de code naar de ECU is verstuurd gaat het lampje van de motorregeling knipperen als het eerder constant brandde.
Als er verschillende injectors moeten worden geprogrammeerd dan selecteert u "Ja" bij de vraag: "Wilt u verschillende injectors aanpassen?" Zo niet dan selecteert u "Nee".
Na afloop van de programmering van de injector voert u de functie "Leerprocedure brandstofhoeveelheid" uit. Dit is onderdeel van de basisafstellingen. Het lampje van de motorregeling gaat uit nadat deze functie is uitgevoerd. Als het lampje niet uitgaat, dient de functie "Leerprocedure brandstofhoeveelheid" een paar keer te worden uitgevoerd.
Wis de foutcodes.