Inactiveer/activeer de motor van de verschillende draaistanden van de ruitenwisser

Nadat de ruitenwissermotor vervangen is, dient de variabele intervalstand van de wissermotor te worden gedeactiveerd zodat de arm in de juiste stand kan worden gemonteerd. Na deactiveren van de intervalstand komt de ruitenwissermotor altijd onderop tot stilstand. Dit is tevens de montagepositie.
Opmerking:
Voorwaarden voor de test:
Procedure:
  1. Selecteer de functie: "Draaistand, deactiveren".
  2. De huidige waarde verschijnt in een dialoogvenster. Druk op OK om de waarde te wijzigen.
  3. Activeer de intervalstand en laat de ruitenwissermotor naar de aanslag bewegen.
  4. Monteer de arm op de ruitenwissermotor en de andere ruitenwisseronderdelen.
  5. Selecteer de functie: "Draaistand activeren". De huidige waarde verschijnt in een dialoogvenster. Druk op OK om de waarde te wijzigen.
  6. De functie is nu voltooid. Controleer van de ruitenwissers correct werken.