Kalibreren stuurhoek.

Deze functie wordt gebruikt om stuuruitslaghoeksensor te kalibreren.
De functie wordt gebruikt als:
Voor een geslaagde kalibratie moet aan de voorwaarden in punt 4 worden voldaan.
Opmerking:
Na de kalibratie van de stuuruitslaghoeksensor, is het nodig om de eindstanden voor de stuurbekrachtiging aan te passen. Deze wordt uitgevoerd vanuit het stuurbekrachtigingsysteem.
Test condities:
Procedure:
  1. Controleer of het stuur recht staat en de wielen recht vooruit wijzen.
  2. Selecteer de functie "Stuurhoek kalibreren" en druk op "OK".
  3. Een dialoogvenster toont: "Draai het stuur ongeveer 30° naar rechts of naar links, dan terug naar de middelste stand". Druk op "OK" om door te gaan.
  4. De kalibratievoorwaarden zijn gecontroleered. Als aan de voorwaarden is voldaan, wordt 111 weergegeven. Verschijnt er een nul dan is niet voldaan aan één van de kalibratievoorwaarden.
  5. Als aan alle voorwaarden is voldaan drukt u op “OK” om de stuurhoeksensor te kalibreren.
  6. Na een geslaagde kalibratie verschijnt op het display:
  7. Is de kalibratie niet gelukt, controleer dan de testvoorwaarden en de voorwaarden genoemd onder punt 4.
  8. Druk "OK" om de functie te verlaten.
  9. Selecteer de functie "Adjusting end position" in het stuurbekrachtigingssysteem.