Afstellingswaarden voor transmissie resetten
Met deze functie reset u de opgeslagen afstellingswaarden in het regelapparaat van de transmissie.
Opmerking:
Voer deze functie alleen uit als dit absoluut nodig is.
Test voorvereisten.
Contact aan, motor uit.
Voertuig stationair.
Accuspanning hoger dan 12 V.
Versnellingspook in zijn vrij.
Procedure:
Start de functie en volg de programma instructies.
Aanpassingswaarden zijn ge.
Een dialoogvenster toont "Procedure geslaagd / Procedure mislukt".
Als deze functie mislukt, moet u de voorvereisten van de test controleren en mogelijke foutcodes repareren.