Bij vervangen van het deeltjesfilter moeten de aanpassingswaarden voor roet hoeveelheid en volume worden gereset in het motorregelapparaat.
Test conditie:
Motor aan.
Procedure:
Selecteer de functie: "Deeltjesfilter vervangen". Druk op OK.
In een dialoogvenster wordt aangegeven of de bewerking geslaagd is of niet.
Bij een negatief testresultaat controleert u de testvoorwaarden.
Sluit de functie af en ga terug naar de autoselectie.
Zet het contact gedurende 30 seconden uit om de nieuwe waarde op te slaan.
De functie is uitgevoerd.