Programmeren van wielsensor ID
Deze functie wordt gebruikt om nieuwe identificatienummers voor de bandenspanningssensoren te programmeren.
Test condities:
Contact aan
Accuspanning boven 11,5 V.
Houd het 7-cijferige identificatienummer bij de hand.
Procedure:
Start de functie.
De opgeslagen waarden worden getoond, selecteer of u een waarde wilt wijzigen of annuleer.
Selecteer de positie die gewijzigd moet worden.
Voer het 7-cijferige identificatienummer in (0xxxxxxx).
De nieuwe waarden worden getoond, controleer of deze correct zijn.
Herhaal de functie indien meer posities moeten worden gewijzigd.