Voorwaarden voor de test:
Motor draait stationair.
Geen fouten opgeslagen.
Geen lekken in het uitlaatsysteem.
Motortemperatuur hoger dan 80 °C.
Alle elektrische belastingen uitgeschakeld.
Automatische versnellingsbak op “P/N”.
Drukmeter niet aangesloten.
Opmerking:
Wordt gebruikt om het stationair toerental te controleren.
Het stationair toerental is niet instelbaar.
Gedurende het controleren van het stationair toerental wordt de AC-compressor uitgeschakeld en wordt de koolstofbuisklep gesloten.
Procedure:
Kies de stationair-toerental-controleren-functie.
Vergelijk het actuele toerentalsignaal (actuele waarde) met het gespecificeerde toerentalsignaal (streefwaarde). Vereiste waarden: toerentalsignaal 810-910 tpm.