Deze functie wordt gebruikt om de kantelsensor te kalibreren.
Test condities:
Contact aan.
Accuspanning hoger dan 12 V.
Voertuig stationair.
Het voertuig moet op een vlakke ondergrond staan.
Wanneer de functie bezig is, zijn geen trillingen toegelaten.
Het voertuig mag geen bestuurder of passagiers bevatten.
Procedure:
Start de functie.
Volg de programma instructies.
De functie is uitgevoerd.
Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.