Het activeren van de brandstofpomp

Deze functie wordt gebruikt de brandstofleiding te vullen na het repareren van de verwarmingseenheid.
Opmerking:
Om te voorkomen dat verwarmingseenheid gevuld wordt met benzine, moet de brandstofleiding niet aangesloten zitten op de verwarming als de brandstofpomp geactiveerd wordt.
Test condities:
Procedure:
  1. Start de functie en volg de programma instructies.