Deze functie wordt gebruikt om brandstofpomp te activeren en op die manier de brandstofleiding te vullen na het repareren van de verwarmingseenheid. Het kan ook nodig zijn om deze functie uit te moeten voeren om bepaalde foutcodes voor het vullen van de leiding te wissen.
Opmerking:
Neem schoonmaken, verzorging en veiligheid in acht tijdens het werken met open brandstof circuits.
Test condities:
Temperatuur koelvloeistof lager dan 30°C.
Buitentemperatuur lager dan 25°C.
Minstens 1/4 tankvolume.
Accuspanning hoger dan 12 V.
Geen fouten opgeslagen in instrument van de klimatiseringsbesturingseenheid.
Brandstofleiding losgekoppeld van de verwarming.
Procedure:
Sluit de losgekoppelde brandstofleiding aan op een container.
Start de functie.
Testcondities worden gecontroleerd.
Druk op OK om de brandstofpomp te activeren.
Nu wordt de brandstofpomp 30 seconden geactiveerd.
Activering kan niet meer geannuleerd worden zodra het gestart is.
Als de activering voltooid is, druk op “OK” om de functie te verlaten.
Sluit de brandstofleiding opnieuw aan op de verwarmingseenheid.