Testcondities:
Contact aan
Geen fouten opgeslagen
Accuspanning boven 11 V.
Alle elektrische verbruikers uitgeschakeld.
Gasklep in stationaire positie.
Temperatuur inlaatlucht tussen 10-90 °C.
Motortemperatuur tussen 10-95 °C
Opmerking:
De basisinstelling zorgt voor aanpassing van de gasklep-regeleenheid aan de motorregeleenheid.
Aanpassing is nodig als:
De gasklep-regeleenheid uit het voertuig is verwijderd.
De gasklep-regeleenheid is vervangen.
De elektrische voeding van de motorregeleenheid is onderbroken.
De motorregeleenheid is vervangen.
Procedure:
Kies de functie: Gasklep-regeleenheid.
De gasklepregeleenheid onderbreekt de elektrische voeding van de gasklepeenheid. Als u dit doet, wordt de gasklep vooruit geduwd naar zijn noodstop. De posities van de gasklepsensors voor deze instelling worden opgeslagen in de motorregeleenheid. Hierna wordt de gasklep geopend. Als hij zijn positie heeft bereikt, wordt de voeding onderbroken. De gasklep moet dan binnen een gespecificeerde tijd mechanisch terugkeren naar de noodbedrijf-positie. Hierna sluit de gasklep-regeleenheid de gasklep en worden de opgeslagen waarden van de gasklepsensors opgeslagen in de motorregeleenheid.
Controleer de waarden in de aanpassingsstap en de aanpassingsstatus. De voorgeschreven waarde van de aanpassingsstappen moet worden geteld van 0 tot 8; de aanpassingsstatus moet veranderen van "ADP aan" in "ADP OK" / "ADP Fout".