Accu vervangen


Bij voertuigen met accucontrole worden diverse parameters berekend en gecontroleerd. Bijvoorbeeld acculading, restvoltage en energiebesparende functies. Om dit proces in juiste banen te leiden dient een door de fabrikant aangewezen accu te worden geïnstalled en aangepast aan de regeleenheid. De volgende parameters moeten worden ingevoerd bij het vervangen van de accu.

Test condities:

Procedure:

  1. Selecteer de functie: "Accu aanpassen". Druk op OK.

  2. De bestaande aanpassingswaarden voor de accu worden weergegeven. Druk op "JA" om nieuwe waarden in te voeren.

  3. Een dialoogvenster met een veld voor onderdeelnummers wordt weergegeven. Voer het onderdeelnummer (nummer 1 in de afbeelding) in zonder spaties of hoofdletters. Druk "OK".

  4. Een keuzelijst met fabrikanten wordt weergegeven, selecteer de fabrikant (nummer 3 in de afbeelding). Druk "OK".

  5. Een dialoogvenster met een veld voor serienummers wordt weergegeven. Voer het serienummer in, 10 tekens (nummer 2 in de afbeelding) zonder spaties of hoofdletters. Druk "OK".

  6. De aanpassing is uitgevoerd.

  7. De nieuwe opgeslagen aanpassingswaarden worden weergegeven.

  8. Druk "OK" om de functie te verlaten.

    • Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.