Het motormanagementsysteem controleert doorlopend de inputsignalen van de verschillende sensoren in het inspuitsysteem en vergelijkt ze met ingestelde grenswaarden. Als een signaal buiten de grenswaarden valt, slaat de regeleenheid de foutencode op in het geheugen.
De functie van het ontstekingssysteem is het controleren van het ontstekingssysteem van de motor. De regeleenheid controleert doorlopend de inputsignalen van de verschillende sensoren en vergelijkt ze met ingestelde grenswaarden.
Er zijn verschillende soorten diagnoses, manieren om de foutencodes af te lezen en foutencodetabellen. Mercedes-auto’s hebben vier verschillende diagnosestekkers. Die komen in verschillende combinaties voor. Kies de combinatie van diagnosestekkers waarover u diagnostische informatie nodig heeft.
|
|
|
|
DIAGNOSESTEKKER - Ontstekingsregelsysteem
Sommige systemen hebben een afzonderlijke regeleenheid voor de ontsteking. Foutencodes kunnen van deze regeleenheden afgelezen worden met behulp van een diodetester. Van de diagnosestekkers bestaan twee varianten. Kies de combinatie waarover u informatie wenst.
Zowel 16- als 9-weg diagnosestekkers
Zowel 16- als 9-weg diagnosestekkers 16-weg diagnosestekker. De 16-weg stekker is dicht bij de accu geplaatst, die zich aan de rechterkant bij het schutbord in de motorruimte bevindt. De 9-weg stekker is op het linkerbinnenpaneel in de motorruimte dicht bij de ontstekingsregeleenheid geplaatst.
Zowel 38- als 9-weg diagnosestekkers
Zowel 16- als 9-weg diagnosestekkers 38-weg diagnosestekker. De 38-weg stekker zit in de “E-box” aan de rechterkant bij het schutbord in de motorruimte. De 9-weg stekker zit aan de linkerkant in het achterste gedeelte van de motorruimte. De motormanagementeenheid is eveneens in de “E-box” geplaatst
Aflezen en wissen van foutencodes in Mercedes met afzonderlijke ontstekingsregeleenheid, bij 16-weg diagnosestekker
Dit wordt gedaan door een knippercode af te lezen bij de 16-weg stekker.
FOUTENCODES AFLEZEN Knippercode, 16-weg stekker
Er is maar één manier om de foutencodes van het EZ-K ontstekingsregelsysteem met een 16-weg diagnosestekker af te lezen. Dit gebeurt door een schakeldraad (met een normaal open contact) en een diodetester die verbonden is met de 16-weg diagnosestekker, te gebruiken.
1.
Verbind de schakeldraad (normaal open contact) met aansluitingen 1 en 8 van de diagnosestekker.
2.
Verbind de +verbinding van de diodetest met aansluiting 16 van de diagnosestekker en de –verbinding met aansluiting 8 van de diagnosestekker.
3.
Start de motor en laat hem stationair draaien. Verhoog het motortoerental naar 3100-3600 TPM gedurende zo’n 8 seconden en laat het dan terugkeren naar het stationair toerental. Koppel de vacuümslang los van de EZ-K ontstekingsregeleenheid.
4.
Zet de keuzehendel van de automatische transmissie van P of N in D en terug in N. Verhoog het motortoerental naar 5000 tpm gedurende tenminste twee seconden en laat de motor terugkeren naar stationair draaien. Verbind de vacuümslang opnieuw met de EZ-K ontstekingsregeleenheid. Verhoog het motortoerental tot 2300 tpm en “vloer” het gaspedaal zo snel dat het volledige smoorcontact op de gasvlinderklep sluit. Laat de motor terugkeren naar stationair draaien, en sluit daarna de schakelaar van de schakeldraad (normaal open contact) gedurende 4-5 seconden. Open het contact.
5.
De eerste foutencode verschijnt nu op de diodetester. De foutencode verschijnt slechts eenmaal en moet daarom genoteerd worden wanneer hij verschijnt. De codes worden getoond in volgorde van prioriteit bepaald door de regeleenheid. Om de volgende foutencode te zien, sluit de schakelaar van de schakeldraad (normaal open contact) opnieuw gedurende 4-5 seconden. De volgende code wordt nu getoond op de diodetester.
6.
Om het aflezen van foutencodes te stoppen, schakel de ontsteking uit.
7.
Controleer tegen de foutencodetabel.
Foutencode Flash | Foutencodebeschrijving |
01 | Geen fout gevonden |
02 | Pingelcontrole max. vertraging |
03 | Motorkoelvloeistoftemperatuursensor |
04 | Spruitstuk absolute druk-sensor |
05 | Pingelsensor |
06 | Nokkenassensor |
07 | Pingelcontrole |
08 | Automatische transmissie |
09 | Automatische transmissie |
10 | Gegevensuitwisseling tussen KE- en EZ-regeleenheden |
11 | Ontstekingscontrole |
12 | Motortoerentalsignaal |
13 | Gaskleppositieschakelaar – volledige last |
14 | Gaskleppositieschakelaar – stationair toerental |
15 | Ontsteking eindstadiumfout |
17 | Motortoerentalsensor |
FOUTENCODES WISSEN
De ontstekingsregeleenheid kan geen foutencodes opslaan, dus wanneer de ontsteking wordt uitgeschakeld, verdwijnen alle codes.
Aflezen en wissen van foutencodes in Mercedes met afzonderlijke ontstekingsregeleenheid, bij 38-weg diagnosestekker
Dit wordt gedaan door een knippercode af te lezen bij de 38-weg stekker.
FOUTENCODES AFLEZEN Knippercode, 38-weg stekker
Er is maar één manier om de foutencodes van het EZ-K ontstekingsregelsysteem met een 38-weg diagnosestekker af te lezen. Dit gebeurt door een schakeldraad (met een normaal open contact) en een diodetester die verbonden is met de 38-weg diagnosestekker, te gebruiken.
1.
Verbind de schakeldraad (normaal open contact) met aansluitingen 1 en 17 van de diagnosestekker.
2.
Verbind de +verbinding van de diodetest met aansluiting 3 van de diagnosestekker en de –verbinding met aansluiting 17 van de diagnosestekker.
3.
Schakel de ontsteking in, sluit de schakelaar van de schakeldraad (normaal open contact) gedurende 2-4 seconden, en open dan de schakelaar. De regeleenheid toont nu knippercodes op de diodetester. Elke code bestaat uit een aantal knippersignalen; die moeten genoteerd worden. De codes worden getoond in volgorde van prioriteit bepaald door de regeleenheid. Om de volgende foutencode te zien, sluit de schakelaar van de schakeldraad (normaal open contact) opnieuw gedurende 2-4 seconden. De volgende code wordt nu getoond op de diodetester.
Om de foutencodes opnieuw te bekijken, schakel de ontsteking uit en herhaal stap 3.
4.
Om het aflezen van foutencodes te beëindigen, schakel de ontsteking uit en koppel de diodetester en de schakeldraad (normaal open contact) los van de diagnosestekker.
5.
Controleer tegen de foutencodetabel.
Foutencode Flash | Foutencodebeschrijving |
02 | Pingelcontrole max. vertraging |
04 | Spruitstuk absolute druk-sensor |
05 | Pingelsensor |
06 | Nokkenassensor |
07 | Pingelcontrole |
08 | Automatische transmissie |
09 | Automatische transmissie |
11 | Ontstekingscontrole |
12 | Motortoerentalsignaal |
15 | Ontsteking eindstadiumfout |
16 | Ontsteking eindstadiumfout |
17 | Motortoerentalsensor |
18 | Nokkenaspositie – segmenten ontbreken op vliegwiel |
20 | EZ-K regeleenheid |
21 | Spruitstuk absolute druk-sensor |
26 | Gegevensuitwisseling tussen LH- en EZ-regeleenheden |
27 | Gegevensuitwisseling tussen LH- en EZ-regeleenheden |
34 | Ontstekingsfout Nr. 1 cilinder |
35 | Ontstekingsfout Nr. 5 cilinder |
36 | Ontstekingsfout Nr. 4 cilinder |
37 | Ontstekingsfout Nr. 8 cilinder |
38 | Ontstekingsfout Nr. 6 cilinder |
39 | Ontstekingsfout Nr. 3 cilinder |
40 | Ontstekingsfout Nr. 7 cilinder |
41 | Ontstekingsfout Nr. 2 cilinder |
FOUTENCODES WISSEN
Om bestaande foutencodes te wissen na testen/reparaties, lees de foutencodes opnieuw af.
Om bestaande knippercodes te wissen, moeten alle codes individueel gewist worden door de schakelaar op de schakeldraad (normaal open contact) te sluiten gedurende 6-8 seconden onmiddellijk nadat de foutencode werd getoond.
DIAGNOSESTEKKER - Motormanagementsysteem
Zowel 8- als 9-weg diagnosestekkers
De 8-weg stekker is dicht bij de accu geplaatst, die zich aan de rechterkant bij het schutbord in de motorruimte bevindt. De 9-weg stekker is op het linkerbinnenpaneel in de motorruimte dicht bij de ontstekingsregeleenheid geplaatst. De motormanagementeenheid is gewoonlijk achter de accu, voor de voorruit geplaatst.
Zowel 16- als 9-weg diagnosestekkers
De 16-weg stekker is dicht bij de accu geplaatst, die zich aan de rechterkant bij het schutbord in de motorruimte bevindt. De 9-weg stekker is op het linkerbinnenpaneel in de motorruimte dicht bij de ontstekingsregeleenheid geplaatst. De motormanagementeenheid is gewoonlijk achter de accu, voor de voorruit geplaatst.
Zowel 38- als 9-weg diagnosestekkers
De 38-weg stekker zit in de “E-box” aan de rechterkant bij het schutbord in de motorruimte. De 9-weg stekker zit aan de linkerkant in het achterste gedeelte van de motorruimte. De motormanagementeenheid is eveneens in de “E-box” geplaatst
uitsluitend 9-weg diagnosestekker
De 9-weg stekker is op het linkerbinnenpaneel in de motorruimte dicht bij de ontstekingsregeleenheid geplaatst.
uitsluitend 16-weg diagnosestekker
De 16-weg stekker is dicht bij de accu geplaatst, die zich aan de rechterkant bij het schutbord in de motorruimte bevindt. De motormanagementeenheid is gewoonlijk op het linkerbinnenpaneel in de motorruimte geplaatst.
uitsluitend 38-weg diagnosestekker
De 38-weg stekker is dicht bij de accu geplaatst, die zich aan de rechterkant bij het schutbord in de motorruimte bevindt. De motormanagementeenheid is gewoonlijk op het linkerbinnenpaneel in de motorruimte geplaatst.
Aflezen en wissen van foutencodes in Mercedes met 8-weg en 9-weg diagnosestekkers
Dit wordt gedaan door een knippercode af te lezen bij de 8-weg stekker of een procentcode bij de 9-weg stekker. (zie hieronder)
FOUTENCODES AFLEZEN Knippercode, 8-weg stekker
Foutencodes worden afgelezen door een schakeldraad (met een normaal open contact) en een diodetester bij de 8-weg diagnosestekker, te gebruiken.
1.
De ontsteking moet uitgeschakeld zijn.
2.
Verbind een schakeldraad (normaal open contact) tussen aansluiting 1 en 3.
3.
Verbind de –aansluiting van de diodetester met aansluiting 3 en de +aansluiting met accuplus (+).
4.
Schakel de ontsteking in.
5.
Sluit het contact gedurende 2-4 seconden. Tel het aantal knippersignalen van de LED. Noteer de foutencodes en vergelijk met de foutencodetabel.
6.
Herhaal stap 5 om de volgende foutencode te lezen.
7.
Schakel de ontsteking in Controleer tegen een foutencodetabel. Verhelp alle fouten.
Foutencode | Foutencodebeschrijving | |
Knippercode | % Code | |
100% | Lambdasensor (signaal) | |
60% | Voertuigsnelheidssignaal | |
0% | Lambdasensor (signaal) | |
1 | Geen fout gevonden | |
2 | 20% | Gaskleppositieschakelaar – volledige last |
3 | 30% | Motorkoelvloeistoftemperatuursensor |
4 | 40% | Luchtdebietmeter (potentiometer) |
5 | 50% | Lambdasensor (signaal) |
7 | 70% | Motortoerentalsignaal |
8 | 80% | Barometrische druksensor |
9 | Drukschakelaar | |
10 | 10% | Gaskleppositieschakelaar – stationair toerental |
FOUTENCODES WISSEN Knippersignaal
1.
De ontsteking moet uitgeschakeld zijn.
2.
Verbind een schakeldraad (normaal open contact) tussen aansluiting 1 en 3.
3.
Verbind de –aansluiting van de diodetester met aansluiting 3 en de +aansluiting met accuplus (+).
4.
Schakel de ontsteking in.
5.
Sluit het contact gedurende 2-4 seconden. Laat het LED-display de foutencode aangeven. Sluit het schakelaarcontact gedurende 6-8 seconden om de foutencode te wissen.
6.
Herhaal stap 5 om de volgende foutencode te wissen.
7.
Start de motor.
FOUTENCODES AFLEZEN %aflezen bij 9-weg stekker
Foutencodes aflezen met een contacthoekmeter of een multimeter die % kan aflezen bij de 9-weg diagnosestekker.
1.
De ontsteking moet uitgeschakeld zijn. Verbind een contacthoekmeter of een multimeter die % kan aflezen met aansluiting 3 van de diagnosestekker, en verbind de andere aansluiting op de massa.
2.
Schakel de ontsteking in. Controleer of de meter 70% afleest. Dit geeft aan dat het systeem een foutengeheugen heeft.
3.
Start de motor en laat hem stationair draaien.
4.
Als de afleesresultaten variëren, zijn er geen foutencodes geregistreerd.
Als de afleesresultaten NIET variëren, noteer de foutencodes en vergelijk met de foutencodetabel.
5.
Schakel de ontsteking in
Foutencode | Foutencodebeschrijving | |
Knippercode | % Code | |
100% | Lambdasensor (signaal) | |
60% | Voertuigsnelheidssignaal | |
0% | Lambdasensor (signaal) | |
1 | Geen fout gevonden | |
2 | 20% | Gaskleppositieschakelaar – volledige last |
3 | 30% | Motorkoelvloeistoftemperatuursensor |
4 | 40% | Luchtdebietmeter (potentiometer) |
5 | 50% | Lambdasensor (signaal) |
7 | 70% | Motortoerentalsignaal |
8 | 80% | Barometrische druksensor |
9 | Drukschakelaar | |
10 | 10% | Gaskleppositieschakelaar – stationair toerental |
FOUTENCODES WISSEN %
1.
Schakel de ontsteking in
2.
Trek de stekker van de kabelboom van de motormanagementeenheid eruit of maak de massakabel van de accu gedurende 60 seconden los.
Opmerking:
Het loskoppelen van de accu kan het geheugen van elektrische apparaten (b.v. radio, klokje, etc.) wissen.
Aflezen en wissen van foutencodes in Mercedes met 16-weg en 9-weg diagnosestekkers
Dit wordt gedaan door een knippercode af te lezen bij de 16-weg stekker of een procentcode bij de 9-weg stekker. (zie hieronder)
FOUTENCODES AFLEZEN Knippercode, 16-weg stekker
Foutencodes worden afgelezen door een schakeldraad (met een normaal open contact) en een diodetester bij de 16-weg diagnosestekker, te gebruiken.
1.
De ontsteking moet uitgeschakeld zijn.
2.
Verbind een schakeldraad (normaal open contact) tussen aansluiting 1 en 3.
3.
Verbind de –aansluiting van de diodetester met aansluiting 3 en de +aansluiting met accuplus (+).
4.
Schakel de ontsteking in.
5.
Sluit het contact gedurende 2-4 seconden. Tel het aantal knippersignalen van de LED. Noteer de foutencodes en vergelijk met de foutencodetabel.
6.
Herhaal stap 5 om de volgende foutencode te lezen.
7.
Schakel de ontsteking in Controleer tegen een foutencodetabel. Verhelp alle fouten.
Foutencode Flash | Foutencodebeschrijving |
01 | Geen fout opgeslagen |
02 | Gaskleppositieschakelaar – volledige last |
03 | Motorkoelvloeistoftemperatuursensor |
04 | Potentiometer luchtdebietmeter |
05 | Lambdasensor (signaal) |
07 | Motortoerentalsensor |
08 | Hoogtesignaal van ontstekingssysteem |
09 | Drukschakelaar |
10 | Gaskleppositieschakelaar – stationair toerental |
11 | Secundaire lucht-pomp |
12 | Druksignaal van ontstekingssysteem |
13 | Inlaatluchttemperatuursensor |
14 | Voertuigsnelheidssensor |
16 | EGR-systeem |
17 | Lambdasensor (signaal) |
18 | Controle stationair toerental |
22 | Lambdasensor (verwarmer) |
23 | EVAP busafzuigsolenoïdeklep |
25 | Koudestartklep |
27 | Gegevensuitwisseling tussen KE- en EZ-regeleenheden |
28 | Motorkoelvloeistoftemperatuursensor |
29 | Motorkoelvloeistoftemperatuursensor |
31 | Inlaatluchttemperatuursensor |
32 | MKV-weerstand |
34 | Motorkoelvloeistoftemperatuursensor |
FOUTENCODES WISSEN Knippersignaal
1.
De ontsteking moet uitgeschakeld zijn.
2.
Verbind een schakeldraad (normaal open contact) tussen aansluiting 1 en 3.
3.
Verbind de –aansluiting van de diodetester met aansluiting 3 en de +aansluiting met accuplus (+).
4.
Schakel de ontsteking in.
5.
Sluit het contact gedurende 2-4 seconden. Laat het LED-display de foutencode aangeven. Sluit het schakelaarcontact gedurende 6-8 seconden om de foutencode te wissen.
6.
Herhaal stap 5 om de volgende foutencode te wissen.
7.
Start de motor.
FOUTENCODES AFLEZEN %aflezen bij 9-weg stekker
Foutencodes aflezen met een contacthoekmeter of een multimeter die % kan aflezen bij de 9-weg diagnosestekker. Foutencodes kunnen of met de ontsteking aan of met een stationair draaiende motor afgelezen worden.
Met de ontsteking aan
1.
De ontsteking moet uitgeschakeld zijn. Verbind een contacthoekmeter of een multimeter die % kan aflezen met aansluiting 3 van de diagnosestekker, en verbind de andere aansluiting op de massa.
2.
Schakel de ontsteking in.
3.
Noteer de foutencodes. Controleer tegen een foutencodetabel.
4.
Schakel de ontsteking in
Met stationair draaiende motor
1.
De ontsteking moet uitgeschakeld zijn. Verbind een contacthoekmeter of een multimeter die % kan aflezen met aansluiting 3 van de diagnosestekker, en verbind de andere aansluiting op de massa.
2.
Start de motor en laat hem stationair draaien.
3.
Als de afleesresultaten variëren, zijn er geen foutencodes geregistreerd.
Als de afleesresultaten NIET variëren, noteer de foutencodes en vergelijk met de foutencodetabel.
4.
Schakel de ontsteking in
Foutencode Flash | Foutencodebeschrijving |
01 | Geen fout opgeslagen |
02 | Gaskleppositieschakelaar – volledige last |
03 | Motorkoelvloeistoftemperatuursensor |
04 | Potentiometer luchtdebietmeter |
05 | Lambdasensor (signaal) |
07 | Motortoerentalsensor |
08 | Hoogtesignaal van ontstekingssysteem |
09 | Drukschakelaar |
10 | Gaskleppositieschakelaar – stationair toerental |
11 | Secundaire lucht-pomp |
12 | Druksignaal van ontstekingssysteem |
13 | Inlaatluchttemperatuursensor |
14 | Voertuigsnelheidssensor |
16 | EGR-systeem |
17 | Lambdasensor (signaal) |
18 | Controle stationair toerental |
22 | Lambdasensor (verwarmer) |
23 | EVAP busafzuigsolenoïdeklep |
25 | Koudestartklep |
27 | Gegevensuitwisseling tussen KE- en EZ-regeleenheden |
28 | Motorkoelvloeistoftemperatuursensor |
29 | Motorkoelvloeistoftemperatuursensor |
31 | Inlaatluchttemperatuursensor |
32 | MKV-weerstand |
34 | Motorkoelvloeistoftemperatuursensor |
FOUTENCODES WISSEN %
1.
Schakel de ontsteking in
2.
Trek de stekker van de kabelboom van de motormanagementeenheid eruit of maak de massakabel van de accu gedurende 60 seconden los.
Opmerking:
Het loskoppelen van de accu kan het geheugen van elektrische apparaten (b.v. radio, klokje, etc.) wissen.
Aflezen en wissen van foutencodes in Mercedes met 38-weg en 9-weg diagnosestekkers
Dit wordt gedaan door een knippercode af te lezen bij de 38-weg stekker of een procentcode bij de 9-weg stekker. (zie hieronder)
FOUTENCODES AFLEZEN Knippercode, 38-weg stekker
Foutencodes worden afgelezen door een schakeldraad (met een normaal open contact) en een diodetester bij de 38-weg diagnosestekker, te gebruiken.
1.
De ontsteking moet uitgeschakeld zijn.
2.
Verbind een schakeldraad (normaal open contact) tussen aansluiting 1 en 4.
3.
Verbind de +aansluiting van de diodetester met aansluiting 3 en de -aansluiting met aansluiting 4.
4.
Schakel de ontsteking in.
5.
Sluit het contact gedurende 2-4 seconden. Tel het aantal knippersignalen van de LED. Noteer de foutencodes en vergelijk met de foutencodetabel.
6.
Herhaal stap 5 om de volgende foutencode te lezen.
7.
Schakel de ontsteking in Controleer tegen een foutencodetabel. Verhelp alle fouten.
Foutencode Flash | Foutencodebeschrijving |
1 | Geen fout gevonden |
2 | Motorkoelvloeistoftemperatuursensor |
3 | Motorkoelvloeistoftemperatuursensor |
4 | Luchtdebietsensor (hittedraad) |
6 | CO-regelaar |
7 | Motortoerentalsignaal |
8 | Cilinderidentificatie |
9 | Startsignaal |
10 | Gaskleppositieschakelaar |
11 | Secundaire lucht-pomp |
12 | Luchtdebietsensor (hittedraad) – schoonbranden niet-operatief |
13 | Inlaatluchttemperatuursensor |
15 | Uitlaatgastemperatuursensor |
17 | CAN-signaal (communicatie tussen systeemcomputers) |
18 | CAN-signaal (communicatie tussen systeemcomputers) |
20 | CAN-signaal (communicatie tussen systeemcomputers) |
21 | Lambdasensor (signaal) |
22 | Lambdasensor (verwarmer) |
23 | EVAP busafzuigsolenoïdeklep |
24 | Variabele nokkenas-afstelling |
25 | Variabele nokkenas-afstelling |
26 | Automatische transmissie |
27 | Verstuivers |
28 | MKV-coderen |
29 | 1 versnellingsrelais |
30 | Fout immobilisersysteem |
FOUTENCODES WISSEN Knippersignaal
1.
De ontsteking moet uitgeschakeld zijn.
2.
Verbind een schakeldraad (normaal open contact) tussen aansluiting 1 en 4.
3.
Verbind de +aansluiting van de diodetester met aansluiting 3 en de -aansluiting met aansluiting 4.
4.
Schakel de ontsteking in.
5.
Sluit het contact gedurende 2-4 seconden. Laat het LED-display de foutencode aangeven. Sluit het schakelaarcontact gedurende 6-8 seconden om de foutencode te wissen.
6.
Herhaal stap 5 om de volgende foutencode te wissen.
7.
Start de motor.
FOUTENCODES AFLEZEN %aflezen bij 9-weg stekker
Foutencodes aflezen met een contacthoekmeter of een multimeter die % kan aflezen bij de 9-weg diagnosestekker. Foutencodes kunnen of met de ontsteking aan of met een stationair draaiende motor afgelezen worden.
Met de ontsteking aan
1.
De ontsteking moet uitgeschakeld zijn. Verbind een contacthoekmeter of een multimeter die % kan aflezen met aansluiting 3 van de diagnosestekker, en verbind de andere aansluiting op de massa.
2.
Schakel de ontsteking in.
3.
Noteer de foutencodes. Controleer tegen een foutencodetabel.
4.
Schakel de ontsteking in
Met stationair draaiende motor
1.
De ontsteking moet uitgeschakeld zijn. Verbind een contacthoekmeter of een multimeter die % kan aflezen met aansluiting 3 van de diagnosestekker, en verbind de andere aansluiting op de massa.
2.
Start de motor en laat hem stationair draaien.
3.
Als de afleesresultaten variëren, zijn er geen foutencodes geregistreerd.
Als de afleesresultaten NIET variëren, noteer de foutencodes en vergelijk met de foutencodetabel.
4.
Schakel de ontsteking in
Foutencode Flash | Foutencodebeschrijving |
1 | Geen fout gevonden |
2 | Motorkoelvloeistoftemperatuursensor |
3 | Motorkoelvloeistoftemperatuursensor |
4 | Luchtdebietsensor (hittedraad) |
6 | CO-regelaar |
7 | Motortoerentalsignaal |
8 | Cilinderidentificatie |
9 | Startsignaal |
10 | Gaskleppositieschakelaar |
11 | Secundaire lucht-pomp |
12 | Luchtdebietsensor (hittedraad) – schoonbranden niet-operatief |
13 | Inlaatluchttemperatuursensor |
15 | Uitlaatgastemperatuursensor |
17 | CAN-signaal (communicatie tussen systeemcomputers) |
18 | CAN-signaal (communicatie tussen systeemcomputers) |
20 | CAN-signaal (communicatie tussen systeemcomputers) |
21 | Lambdasensor (signaal) |
22 | Lambdasensor (verwarmer) |
23 | EVAP busafzuigsolenoïdeklep |
24 | Variabele nokkenas-afstelling |
25 | Variabele nokkenas-afstelling |
26 | Automatische transmissie |
27 | Verstuivers |
28 | MKV-coderen |
29 | 1 versnellingsrelais |
30 | Fout immobilisersysteem |
FOUTENCODES WISSEN %
1.
Schakel de ontsteking in
2.
Trek de stekker van de kabelboom van de motormanagementeenheid eruit of maak de massakabel van de accu gedurende 60 seconden los.
Opmerking:
Het loskoppelen van de accu kan het geheugen van elektrische apparaten (b.v. radio, klokje, etc.) wissen.
Aflezen en wissen van foutencodes in Mercedes met 9-weg diagnosestekker
Dit wordt gedaan door een procentcode af te lezen bij de 9-wet stekker.
FOUTENCODES AFLEZEN %aflezen bij 9-weg stekker
Foutencodes aflezen met een contacthoekmeter of een multimeter die % kan aflezen bij de 9-weg diagnosestekker.
1.
De ontsteking moet uitgeschakeld zijn. Verbind een contacthoekmeter of een multimeter die % kan aflezen met aansluiting 3 van de diagnosestekker, en verbind de andere aansluiting op de massa.
2.
Schakel de ontsteking in. Controleer of de meter 70% afleest. Dit geeft aan dat het systeem een foutengeheugen heeft.
3.
Start de motor en laat hem stationair draaien.
4.
Als de afleesresultaten variëren, zijn er geen foutencodes geregistreerd.
Als de afleesresultaten NIET variëren, noteer de foutencodes en vergelijk met de foutencodetabel.
5.
Schakel de ontsteking in
Foutencode Percentage % | Foutencodebeschrijving |
0% | Lambdasensor (signaal) – katalysatorauto’s |
0% | Diagnosestekker – Auto’s zonder katalysator |
10% | Gaskleppositieschakelaar – stationair toerental |
20% | Gaskleppositieschakelaar – volledige last |
30% | Motorkoelvloeistoftemperatuursensor |
40% | Potentiometer luchtdebietmeter |
50% | Lambdasensor (signaal) – katalysatorauto’s |
60% | Voertuigsnelheidssensor |
70% | Motortoerentalsignaal |
80% | Inlaatluchttemperatuursensor |
100% | Lambdasensor (signaal) – katalysatorauto’s |
100% | Geen massa of spanning bij ECM – auto’s zonder katalysator |
FOUTENCODES WISSEN %
1.
Schakel de ontsteking in
2.
Trek de stekker van de kabelboom van de motormanagementeenheid eruit of maak de massakabel van de accu gedurende 60 seconden los.
Opmerking:
Het loskoppelen van de accu kan het geheugen van elektrische apparaten (b.v. radio, klokje, etc.) wissen.
Aflezen en wissen van foutencodes in Mercedes met 16-weg diagnosestekker
Dit wordt gedaan door een knippercode af te lezen bij de 16-weg stekker.
FOUTENCODES AFLEZEN Knippercode, 16-weg stekker
Foutencodes worden afgelezen door een schakeldraad (met een normaal open contact) en een diodetester bij de 16-weg diagnosestekker, te gebruiken.
1.
De ontsteking moet uitgeschakeld zijn.
2.
Verbind een schakeldraad (normaal open contact) tussen aansluiting 1 en 8.
3.
Verbind de -aansluiting van de diodetester met aansluiting 8 en de +aansluiting met aansluiting 16.
4.
Schakel de ontsteking in.
5.
Sluit het contact gedurende 2-4 seconden. Tel het aantal knippersignalen van de LED. Noteer de foutencodes en vergelijk met de foutencodetabel.
6.
Herhaal stap 5 om de volgende foutencode te lezen.
7.
Schakel de ontsteking in Controleer tegen een foutencodetabel. Verhelp alle fouten.
Foutencode Flash | Foutencodebeschrijving |
1 | Geen fout opgeslagen |
2 | Motorkoelvloeistoftemperatuursensor |
3 | Inlaatluchttemperatuursensor |
4 | Spruitstuk absolute druk-sensor |
5 | Gaskleppositieschakelaar – stationair toerental |
6 | Gaskleppositiesensor |
7 | Potentiometer gasklepschakelaar |
8 | Controle stationair toerental |
9 | Lambdasensor (signaal) |
11 | Lambdasensor (verwarmer) |
13 | Lambdasensor (signaal) |
14 | Verstuivers – 4 cil. Verst. 1 & 4 |
15 | Verstuivers – 4 cil. Verst. 2 & 3 |
20 | Lambdasensor (signaal) |
21 | Ontsteking primair circuit – cilinder 1 & 4 |
22 | Ontsteking primair circuit – cilinder 2 & 3 |
24 | Motortoerentalsensor |
26 | Octaancode |
27 | Motortoerentalsensor |
28 | Voertuigsnelheidssensor |
29 | Inlaatspruitstuk voorgloeirelais |
30 | Brandstofpompcircuit |
31 | CO-regelaar |
36 | EVAP busafzuigsolenoïdeklep |
37 | Automatische transmissie |
49 | Accuspanningstoevoer naar ECM |
FOUTENCODES WISSEN
Er zijn twee manieren om foutencodes te wissen: door een schakeldraad (normaal open contact) en een diodetester te gebruiken, of door de accumassakabel los te koppelen.
Methode 1
1.
De ontsteking moet uitgeschakeld zijn.
2.
Verbind een schakeldraad (normaal open contact) tussen aansluiting 1 en 8.
3.
Verbind de -aansluiting van de diodetester met aansluiting 8 en de +aansluiting met aansluiting 16.
4.
Schakel de ontsteking in.
5.
Sluit het contact gedurende 2-4 seconden, behalve Bosch ECM –8/93.
Sluit het contact gedurende 5-6 seconden, uitsluitend Bosch ECM –8/93.
6.
Laat het LED-display de foutencode aangeven.
7.
Sluit het contact gedurende 6-8 seconden, behalve Bosch ECM –8/93.
Sluit het contact gedurende 8-9 seconden, uitsluitend Bosch ECM –8/93.
8.
Herhaal stappen 5-7 om alle opgeslagen foutencodes te wissen.
9.
Na het wissen van de foutencodes, schakel de ontsteking uit, wacht gedurende twee seconden, schakel de ontsteking in, wacht 10 seconden.
10.
Start de motor.
Methode 2
1.
De ontsteking moet uitgeschakeld zijn.
2.
Koppel de accumassakabel los.
Opmerking:
Het loskoppelen van de accu kan het geheugen van elektrische apparaten (b.v. radio, klokje, etc.) wissen.
Aflezen en wissen van foutencodes in Mercedes met 38-weg diagnosestekker
Dit wordt gedaan door een knippercode af te lezen bij de 38-weg stekker.
FOUTENCODES AFLEZEN Knippercode, 38-weg stekker
Foutencodes worden afgelezen door een schakeldraad (met een normaal open contact) en een diodetester bij de 38-weg diagnosestekker, te gebruiken.
1.
De ontsteking moet uitgeschakeld zijn.
2.
Verbind een schakeldraad (normaal open contact) tussen aansluiting 1 en 4.
3.
Verbind de +aansluiting van de diodetester met aansluiting 3 en de -aansluiting met aansluiting 4.
4.
Schakel de ontsteking in.
5.
Sluit het contact gedurende 2-4 seconden. Tel het aantal knippersignalen van de LED. Noteer de foutencodes en vergelijk met de foutencodetabel.
6.
Herhaal stap 5 om de volgende foutencode te lezen.
7.
Schakel de ontsteking in Controleer tegen een foutencodetabel. Verhelp alle fouten.
Foutencode Flash | Foutencodebeschrijving |
01 | Geen fout opgeslagen |
02 | Motorkoelvloeistoftemperatuursensor |
03 | Inlaatluchttemperatuursensor |
04 | Spruitstuk absolute druk-sensor |
05 | Gaskleppositieschakelaar – stationair toerental |
06 | Gaskleppositiesensor |
07 | Potentiometer gasklepschakelaar |
08 | Controle stationair toerental |
09 | Lambdasensor (signaal) |
10 | Lambdasensor 2 |
11 | Lambdasensor (verwarmer) |
12 | Lambdasensor verwarming |
13 | Lambdacontrole |
14 | Verstuivers – 4 cil. Verst. 1 & 3 |
15 | Verstuivers – 4 cil. Verst. 2 & 4 |
16 | Verstuivers – 3 cil. |
17 | Verstuivers – 4 cil. |
18 | Verstuivers – 5 cil. |
19 | Verstuivers – 6 cil. |
20 | Lambdasensor (signaal) |
21 | Ontsteking primair circuit – cilinder 1 & 4 |
22 | Ontsteking primair circuit – cilinder 2 & 3 |
24 | Motortoerentalsensor |
25 | Nokkenaspositiesensor |
26 | MKV-coderen |
27 | Tachometercircuit |
28 | Voertuigsnelheidssensor |
29 | Inlaatspruitstuk voorgloeirelais |
30 | Brandstofpompcircuit |
32 | Pingelsensor 1 of 2 |
33 | Pingelcontrole |
34 | ECU-defect |
35 | Secundaire lucht-pomp/klep |
36 | EVAP busafzuigsolenoïdeklep |
37 | Automatische transmissie |
38 | Nokkenas afstellen |
39 | Uitlaatgasrecirculatie EGR |
40 | Beveiligingsschakelaar tandwieloverbelasting |
41 | CAN |
42 | CAN – geen communicatie met diagnosemodule of ASR |
43 | Geen startsignaal |
44 | Temperatuursensor katalysatoromvormer |
45 | Brandstofuitschakeling |
46 | Klep voor inlaatspruitstukomschakeling |
49 | ECM stroomvoorziening |
50 | ECU-defect |
FOUTENCODES WISSEN
Er zijn twee manieren om foutencodes te wissen: door een schakeldraad (normaal open contact) en een diodetester te gebruiken, of door de accumassakabel los te koppelen.
Methode 1
1.
De ontsteking moet uitgeschakeld zijn.
2.
Verbind een schakeldraad (normaal open contact) tussen aansluiting 1 en 4.
3.
Verbind de +aansluiting van de diodetester met aansluiting 3 en de -aansluiting met aansluiting 4.
4.
Schakel de ontsteking in.
5.
Sluit het contact gedurende 2-4 seconden, behalve Bosch ECM –8/93.
Sluit het contact gedurende 5-6 seconden, uitsluitend Bosch ECM –8/93.
6.
Laat het LED-display de foutencode aangeven.
7.
Sluit het contact gedurende 6-8 seconden, behalve Bosch ECM –8/93.
Sluit het contact gedurende 8-9 seconden, uitsluitend Bosch ECM –8/93.
8.
Herhaal stappen 5-7 om alle opgeslagen foutencodes te wissen.
9.
Na het wissen van de foutencodes, schakel de ontsteking uit, wacht gedurende twee seconden, schakel de ontsteking in, wacht 10 seconden.
10.
Start de motor.
Methode 2
1.
De ontsteking moet uitgeschakeld zijn.
2.
Koppel de accumassakabel los.
Opmerking:
Het loskoppelen van de accu kan het geheugen van elektrische apparaten (b.v. radio, klokje, etc.) wissen.