Met deze functie wijzigt u het stationaire toerental. De rpm kan alleen aangepast worden binnen de voorbepaalde limietwaarden.
Test condities:
Motor draait stationair.
Temperatuur koelvloeistof hoger dan 70°C.
Procedure:
Start de functie.
Testcondities worden gecontroleerd.
Stroomklep voor beschikbare rpm wordt weergegeven, druk "JA" als u de rpm wil veranderen.
Een scroll lijst met mogelijke rpm instellingen wordt weergegeven Kies de gewenste rpm, druk "OK"
De aanpassing is uitgevoerd, en de nieuwe opgeslagen waarde wordt weergegeven.
De nieuwe aangepaste waarde kan licht verschillen van de gewenste rpm.
De functie is uitgevoerd.
Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.