Voorwaarden voor de test:
Motor draait stationair.
Geen fouten opgeslagen.
Geen lekken in het uitlaatsysteem.
Motortemperatuur hoger dan 80 °C.
Alle elektrische belastingen uitgeschakeld.
Automatische versnellingsbak op “P/N”.
Opmerking:
Wordt gebruikt om het stationair toerental te controleren.
Zie de vereisten van de basisinstelling alvorens het stationair toerental te controleren.
The stationair toerental, de voor/na-ontsteking en de CO-waarde zijn niet instelbaar.
Het stationair toerental wordt ingesteld door de regeleenheid.
De CO-waarde wordt geregeld door de lambda-regeling.
In de basisinstellingstand wordt de koolstofbuisklep gesloten en wordt de AC-compressor uitgeschakeld, en wordt de lambda-aanpassingsprocedure gestart.
Procedure:
Kies de functie: Controle stationair toerental
Voer het toerental van de motor op en laat hem twee minuten stationair draaien.
Controleer het cijferblok in de bedrijfsvoorwaarden-kolom. Voorgeschreven waarde 0X000.
Lees het motortoerentalsignaal (streefwaarde) af. Voorgeschreven waarde 800 tpm.
Lees het motortoerentalsignaal (actuele waarde) af. Voorgeschreven waarde 740-920 tpm.
Wanneer de basisinstelling uitgevoerd is, wordt de koolstofbuisklep geactiveerd en wordt de AC-compressor ingeschakeld.