Aanpassingswaarde voor de mechatronische eenheid resetten


Om de mechatronische eenheid correct te laten werken, reset u de aanpassingswaarde in de regeleenheid.

Resetten vindt plaats nadat de mechatronische eenheid is vervangen of verwijderend.

Test condities:

Procedure:

  1. Start de functie.

  2. De tekst "resetten" wordt getoond en geeft aan "bezig met …" tijdens de basisinstelling. Dit verandert in "voltooid" als de instelling gedaan is.

    • Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.

  3. Sluit de functie af en de systeemdiagnose. Zet het contact uit.

  4. De functie is uitgevoerd.