Sleutelprogrammering.
Deze functie kopieert de start codes naar de regeleenheid en geeft het aantal codes.
Opmerking:
Anders codes kunnen niet in de nabijheid van de transponder staan.
Als er verschillende codes geprogrammeerd zijn, herhaal de procedure voor de niet-geprogrammeerde codes.
Er kunnen tot 8 codes geprogrammeerd worden.
Test condities:
Parkeerrem toegepast.
Motor uit.
Start de functie.
Een al geprogrammeerde sleutel moet eerst gegeven worden om het overeenkomstproces goed te keuren.
Bij het programmeren van een nieuwe sleutel, heeft u 30 seconden om de sleutel te wijzigen en de ontbranding aan te zetten.
Procedure:
Start de functie.
Check condities.
Schakel de ontbranding uit en zet hem dan opnieuw binnen 30 seconden aan met een al geprogrammeerde sleutel. Druk dan "OK".
Controleer aantal codes.
Als u een nieuwe sleutel wilt programmeren stop hem in het contactslot en zet binnen 30 seconden de ontbranding aan. Druk dan op "Ja".
Controleer aantal codes.
Als u verschillende sleutels wilt programmeren, herhaal dan stappen 5 en 6.
Als u klaar bent met programmeren, druk dan op "Nee".
Zet het contact uit.
Wacht 30 seconden.
Zet het contact aan.
De functie is uitgevoerd.
Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.