Programmeer eenheidspomp


Wegens toleranties tijdens het verwerken van de eenheidspomp kan de geïnjecteerde brandstof afwijken tussen de huidige en de berekende brandstofhoeveelheid. Na het verwerken worden deze afwijkingen vastgesteld voor elke eenheidspomp en wordt er een kalibratiewaarde bepaald, de waarde wordt omgezet in een code die op de eenheidspompen staan. Deze code is voor elke cilinder in de motorregeleenheid geprogrammeerd. Gebruikmakend van deze codes corrigeert de motorregeleenheid de berekende brandstofhoeveelheid voor elke cilinder afzonderlijk om de werking van de motor en de gasuitstoot te verbeteren. Met deze functie kunnen de nieuwe kalibratiewaarden in de motor controle eenheid ingevoerd worden bij het vervangen van de eenheidspomp.

Voer het nummer dat op de hogedrukpomp staat als volgt in: 8355

Opmerking:

Incorrecte invoer kan leiden tot een onbewerkte motorfunctionering en overbelasting van de individuele cilinders.

Test condities:

Procedure:

  1. Start de functie.

  2. Een dialoog box toont test voorwaarden, controleer ze en druk op "OK".

  3. Volg de programma instructies.

    • Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.