Algemene informatie
Het motormanagementsysteem controleert doorlopend de inputsignalen van de verschillende sensoren in het inspuitsysteem en vergelijkt ze met ingestelde grenswaarden. Als een signaal buiten de grenswaarden valt, slaat de regeleenheid de foutencode op in het geheugen. De foutencode kan gemakkelijk afgelezen worden met een testlamp met LED.
De diagnoseaansluiting
De zespolige groene diagnoseaansluiting is gewoonlijk links in de motorruimte geplaatst.
Een 6-polige groene aansluiting, gebruikt voor het lezen van foutencodes Mazda_read en andere controles.
Een eenpolige groene aansluiting, gebruikt voor het controleren van verschillende schakelaars die signalen naar de regeleenheid sturen.
Een eenpolige aansluiting, gebruikt voor de motorsnelheid.
Een dubbelpolige, gele aansluiting, gebruikt om het pomprelais te activeren. Verbinding tussen de aansluitingen om de bedrijfsspoel te aarden en het relais te activeren.
Voorkomen van de foutcodes
De foutencodes kunnen afgelezen worden op de LED van de testlamp. De knippersignalen betekenen het volgende:
Het aantal tientallen wordt aangegeven door knippersignalen van 1,2 seconden.
Het aantal eenheden wordt aangegeven door knippersignalen van 0,4 seconden.
De lamp blijft gedurende 1,6 seconde gedoofd tussen tientallen en eenheden.
De lamp blijft gedurende 4 seconde gedoofd tussen foutencodes.
Bijv.
1,2s 0,4s 1,2s 1,6s 0,4s 0,4s 0,4s 0,4s 0,4s
Foutencode 23, twee tientallen, één interval en drie eenheden
Foutencodeslijst
Mazda 121, 323 1.3 16V
Code | Beschrijving | Pen.nr. ECU | Pen.nr. Tester |
02 | Omwentelingssensor (verdeler) | 1G, 2E | 46, 3 |
03 | Cilinderidentificatiesensor (verdeler) | 1G, 2E | 46, 3 |
08 | Luchtmassameter | 2O | 8 |
09 | Koelvloeistoftemperatuursensor | 2Q | 9 |
12 | Gaskleppotentiometer | 2K, 2M | 6, 7 |
15 | Lambdasensor | 2N | 20 |
17 | Lambdasensor | 2N | 20 |
34 | Stationair toerental-klep | 2T | 23 |
35 | Stationair toerental-klep | 2R | 22 |
Mazda 323 1.6 – 1.8 – MX5 1.6
Code | Beschrijving | Pen.nr. ECU | Pen.nr. Tester |
2 | Omwentelingssensor | 2E | 3 |
3 | Cilinderidentificatiesensor | 2G | 4 |
8 | Luchtdebietmeter | 2O | 8 |
9 | Koelvloeistoftemperatuursensor | 2Q | 9 |
10 | Inlaatluchttemperatuursensor | 2P | 21 |
12 | Gaskleppotentiometer | 2M | 7 |
14 | MAP-sensor | ||
15 | Lambdasensor | 2N | 20 |
17 | Lambdasensor | 2N | 20 |
25 | Solenoïdeklep, drukregelaar | 2T | 23 |
26 | EVAP | 2X | 25 |
34 | Stationair toerental-klep | 2W | 12 |
41 | Solenoïdeklep - VICS | 2S | 10 |
Mazda 626 2.0i 16V
Code | Beschrijving | Pen.nr. ECU | Pen.nr. Tester |
2 | Omwentelingssensor | 1M | 49 |
3 | Cilinderidentificatiesensor 1 | 1N | 60 |
5 | Pingelsensor | 1R | 62 |
8 | Luchtmassameter | 2E | 3 |
9 | Koelvloeistoftemperatuursensor | 2I | 5 |
11 | Inlaatluchttemperatuursensor | 2J | 18 |
12 | Gaskleppotentiometer | 2G | 4 |
15 | Lambdasensor | 2D | 15 |
17 | Lambdasensor | 2D | 15 |
25 | Solenoïdeklep, drukregelaar | 2K | 6 |
26 | EVAP | 2P | 21 |
27 | EVAP | 2O | 8 |
28 | Solenoïdeklep EGR | 2N | 20 |
34 | Stationair toerental-klep | 2Q | 9 |
36 | Relais verwarming lambdasensor | 2M | 7 |
41 | Solenoïdeklep VICS | 1C | 44 |
Mazda 626 2.2i
Code | Beschrijving | Pen.nr. ECU | Pen.nr. tester |
1 | Ontstekingsimpulsen | 2I | 5 |
8 | Luchtdebietmeter | 2D | 15 |
9 | Koelvloeistoftemperatuursensor | 2Q | 9 |
10 | Inlaatluchttemperatuursensor | 2P | 21 |
12 | Gaskleppotentiometer | 2M | 7 |
14 | MAP-sensor | ||
15 | Lambdasensor | 2N | 20 |
16 | EGR-sensor | 2L | 19 |
17 | Lambdasensor | 2N | 20 |
25 | Solenoïdeklep, drukregelaar | 2T | 23 |
26 | EVAP | 2O | 8 |
28 | EGR-klep | 2Y | 13 |
34 | Stationair toerental-klep | 2W | 12 |
Foutencodes aflezen
Massa-aansluiting B in de zespolige groene diagnoseaansluiting.
1. Verbind een testlamp tusse de accuplus (of accumin) en aansluiting D in de zespolige groene diagnoseaansluiting.
2. Schakel de ontsteking in.
3. Lees de foutencodes af op de testlamp
Foutencodes wissen
De fout(en) aangegeven door de foutencodes moeten verholpe worden alvorens de foutencodes gewist worden.
1. Koppel de negatieve aansluiting van de accu los of en druk het rempedaal tenminste 20 seconden hard in
2. Sluit de negatieve aansluiting aan
3. Start de motor en laat hem gedurende drie minuten draaien met 2000 tpm
4. Controleer of de foutencodes gewist zijn
Foutencodes aflezen
Verbinding tussen “TEN” en “GND” in de aansluiting. Verbind het positieve uiteinde van de LED-tester met “B+” en het negatieve uiteinde met “FEN”. Schakel de ontsteking in. De LED-tester moet oplichten.
De tester moet drie seconden blijven branden. Als het EGI-S-systeem geen fouten heeft gevonden, dooft de lamp. Als er foutencodes zijn, moet de lamp na drie seconden beginnen knipperen. Om het aflezen te annuleren, verwijder de link tussen “TEN” en “GND” in de diagnose-aansluiting en schakel de ontsteking uit.
OPMERKING: Als de LED-tester niet oplicht op knippert, keer dan de polariteit van de verbindingen met de tester om.
Op de Mazda 626 is er een enkele kabel met een steekverbinding die geaard moet worden. Verwijder het deksel van de zespolige aansluiting (indien aanwezig). Verbind de positieve pool van de LED-tester met “B+” in de aansluiting en de negatieve pool met “Signal terminal”. Schakel de ontsteking in. De LED-tester moet oplichten.
De tester moet drie seconden blijven branden. Als het EGI-MPI-systeem geen fouten heeft gevonden, dooft de lamp. Als er foutencodes zijn, moet de lamp na drie seconden beginnen knipperen. Om het aflezen te annuleren, verwijder de link tussen de enkele steekaansluiting en massa en schakel de ontsteking uit.
Foutencodes kunnen ook rechtstreeks afgelezen worden op regeleenheid. Op de 121 en 323, is het gewoonlijk links in het chauffeursgebied geplaatst. Op de MX5 is hij onder de map voor de voetruimte aan de passagierskant geplaatst. Op de 626 is het normal achter de centrale console geplaatst.