Cilinder uitschakeling

Deze functie wordt gebruikt om één injector per keer tijdelijk uit te schakelen zodat de injector functie kan worden gecontroleerd. Deze functie moet gebeuren met een actieve motor. Als de geselecteerde injector is uitgeschakeld, zal de motor ruw draaien.
Test condities:
Procedure:
  1. Start de functie.
  2. Kies gewenste cilinder uit de dropdown lijst en druk op OK.
  3. Om de geselecteerde cilinder uit te schakelen, druk op "OK".
  4. Om de geselecteerde cilinder weer aan te zetten, druk op "OK".
  5. Wacht vervolgens gedurende 60 seconden voordat een nieuwe cilinder kan worden geselecteerd.
  6. De functie is uitgevoerd.