Controlelampjes op het instrumentenpaneel

Deze functie wordt gebruikt om de verschillende controlelampjes van het EBS-systeem en de aanwijzingslampjes te controleren.
Test condities:
Procedure:
  1. Start de functie.
  2. Controleer test condities
  3. Kies het licht dat getest moet worden.
  4. Controleer of de geselecteerde lichten ongeveer 5 seconden aangaan en dan uit.
  5. Kies om extra testen uit te voeren of de functie te verlaten.
  6. Herhaal stap 3 tot 5 om de extra lampen te testen.
  7. Functie voltooid.