Controlelampjes op het instrumentenpaneel
Deze functie wordt gebruikt om de verschillende controlelampjes van het EBS-systeem en de aanwijzingslampjes te controleren.
Test condities:
Motor uit.
Contact aan
Transmissie op neutraal.
Zorg ervoor dat het voertuig niet kan wegrijden.
Procedure:
Start de functie.
Controleer test condities
Kies het licht dat getest moet worden.
Controleer of de geselecteerde lichten ongeveer 5 seconden aangaan en dan uit.
Kies om extra testen uit te voeren of de functie te verlaten.
Herhaal stap 3 tot 5 om de extra lampen te testen.
Functie voltooid.
Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.