Als de klimaatregeleenheid is vervangen of een nieuw positiemotor voor de temperatuurregelaar is gemonteerd, moet een basisinstelling worden uitgevoerd. Tijdens de basis instelling, leert de regeleenheid de eindposities van de positiemotor
Test voorvereisten.
De accuspanning moet hoger zijn dan 11,5V.
Contact aan, motor uit.
Er mogen geen foutcodes zijn opgeslagen in het foutengeheugen.
Werking:
Kies de functie: Klimaatregeling.
Bij deze basis instelling, de temperatuursregelkleppen positiemotoren rijden naar haar eindposities. De tekst: "motoren leren" verschijnt, en verandert na enige tijd in: "grundeinstellung durchgefuehrt".(basisinstelling doorgevoerd)
Wacht ca. 20 seconden (de klimaatregeleenheid registreert en slaat de nieuwe waarden van de positiemotors op).
Sluit de functie af: Zet het contact UIT/AAN, wacht ca. 15 seconden om eventuele foutcodes op te slaan.
Herstel de communicatie en controleer of er foutcodes zijn opgeslagen.