Met deze functie kunt u de stationaire snelheid programmeren binnen het interval 730 - 900 rpm, met stappen van 10 rpm.
Testcondities:
Motor aan.
De motor moet zijn normale temperatuur bereikt hebben (temperatuur koelvloeistof >80°C).
Procedure:
Kies: "Programmeren stationaire snelheid".
De geprogrammeerde stationaire snelheid wordt aangegeven.
Druk op "Ja" als u die wilt veranderen, en op "Nee" als u wilt afbreken.
Voer de gewenste rpm-waarde in volgens het interval en druk op "OK " voor wijzigen, of op "Afbreken" om de functie te verlaten.