Deze functie wordt gebruikt om de aanpassingswaardes in de besturingseenheid te resetten voor de automatische transmissie. Na het resetten is het nodig om nieuwe aanpassingswaardes te programmeren door in zijn achteruit en vooruit te rijden.
Opmerking:
De aanpassing wordt uitgevoerd als:
De besturingseenheid voor de transmissie is vervangen.
Het coderen van de besturingseenheid voor de transmissie is uitgevoerd.
De transmissie is vervangen.
De hydraulische besturingseenheid is vervangen.
De ingangsas is vervangen.
Test condities:
Transmissie olietemperatuur tussen 80°C - 95°C.
Motor aan.
Geen fouten in het systeem
Motorsnelheid tijdens het programmeren van nieuwe aanpassingswaardes moet max. 1500 rpm zijn.
Voertuigsnelheid tijdens het programmeren van nieuwe aanpassingswaardes moet max. 15 km/h zijn.
Procedure:
Start de functie en volg de programma instructies.