Na een verandering van de deeltesfilter moet deze functie worden uitgevoerd. Dit verzekert dat de specifieke waarden in de ECU voor de berekende hoeveelheid roet op nul gezet wordt of op een standaardwaarde.
Opmerking:
Een herstel van de aanpassingswaarden moet alleen gedaan worden wannneer de deeltjesfilter vervangen is.
Test voorvereisten.
Ontsteking aan, motor uit
Geen fouten in het systeem
Procedure:
Kies de functie: "Reset adaptation values, diesel particle filter" (Herstel aanpassingswaarden, diesel deeltjesfilter), en volg de aanwijzingen.