Aanpassing na vervangen van de motorregeleenheid (inmobiliser generatie 3)


De elektronische immobiliser bestaat uit drie hoofdonderdelen: inmobiliser regeleenheid, motorregeleenheid en sleutels. Als een van de drie delen wordt vervangen, moet het aan het inmobiliser‐syteem worden aangepast. Voorafgaand aan geslaagde aanpassing, zal de inmobiliser waarschuwingslamp op het dashboard knipperen, foutencode 17978 wordt opgeslagen en de auto kan niet worden gestart. Voordat aanpassing mogelijk is, moet de motorregeleenheid de juiste variantcode hebben, en bij benzinemotoren moet de gasklep worden aangepast.

Opmerking:

Deze functie moet alleen worden gebruikt met inmobiliser versie 3. De versie van de inmobiliser wordt afgelezen uit de datalijst parameters. Versie 3 is versie 1. De functie moet worden geactiveerd als een nieuwe of gebruikte motorregeleenheid wordt aangepast aan de inmobiliser. Tijdens aanpassing moeten PIN‐codes van vier of vijf cijfers bekend zijn van de motorregeleenheid en van de inmobiliser‐regeleenheid. De PIN‐code is te vinden op het sleutellabel of bij een geautoriseerd garagebedrijf. Na geslaagde aanpassing hebben de motorregeleenheid en de inmobiliser‐regeleenheid dezelfde PIN‐code.

Test voorvereisten.

Procedure:

  1. Start de functie “motor regeleenheid aanpassing”.

  2. Voer de PIN‐code van de motorregeleenheid in het invoerveld in en bevestig met 'OK'.

    • Als de regeleenheid oud is, gebruik dan de PIN‐code van het originele systeem.

    • Als de regeleenheid nieuw is, gebruik dan de PIN‐code van uit de tabel.

      Bosch:12233

      Diesel:12233

      Simos:00000

    • Bij invoeren van de verkeerde PIN‐code wordt de functie afgebroken.

  3. Voer de PIN‐code van de inmobiliser regeleenheid in het invoerveld in en bevestig met 'OK'.

    • Bij invoeren van de verkeerde PIN‐code wordt een foutenoorzaak aangegeven en wordt de functie afgebroken.

  4. In een dialoogvenster verschijnt het chassisnummer.

    • Als het chassisnummer niet juist is, moet de gebruiker de functie afbreken.

    • Als de tijd is verlopen (de regeleenheid reageert niet op tijd), controleer dan de onderbrekingstijd en de foutcodes.

  5. Als het juiste chassisnummer verschijnt, druk dan op 'OK' om de aanpassing te voltooien.

    • Als de aanpassing niet kan worden uitgevoerd, controleer dan op foutcodes.

    • Als de tijd is verlopen (de regeleeneid reageert niet op tijd), controleer dan de onderbrekingstijd en de foutcodes.

  6. Verlaat de functie en controleer op foutcodes.

  7. De PIN‐code van de motorregeleenheid is nu gelijk aan die van de inmobiliser‐eenheid.

  8. De cruise control moet worden geactiveerd/gedeactiveerd volgens de voertuiguitrusting, zie de afzonderlijke functie.