Pulseren van de koppeling na vervanging

Deze functie wordt gebruikt om de koppeling te pulseren na vervanging.
Test voorvereisten.
Procedure:
  1. Start de functie en volg de programma instructies.
  2. De koppeling functioneert nu tussen open en dicht (pulseren).
  3. Een dialoogvenster toont "Procedure geslaagd / Procedure mislukt".
  4. Als deze functie mislukt, moet u de voorvereisten van de test controleren en mogelijke foutcodes repareren.
  5. Deze functie moet twee keer worden uitgevoerd voor het beste resultaat.