Testcondities:
Motor draait.
Geen fouten opgeslagen
Geen lek in uitlaatsysteem.
Alle elektrische verbruikers uitgeschakeld.
Temperatuur koelvloeistof minstens 80 °C
De temperatuur van de katalysator minstens 350 °C
Opmerking:
Gebruikt voor controle van de veroudering van de lambdasonde (oscillatietijd). Als deze te hoog is, is de sonde versleten.
De basisinstelprocedure kan enkele minuten duren.
Procedure:
Kies de functie: Lambdasonde voor katalysator, veroudering.
Voor voertuigen tot 04.01:
Verhoog de motorsnelheid tot 1800-2200 toeren.
Voor voertuigen vanaf 05.01:
Druk rem- en gaspedaal in.
De motorsnelheid neemt volgens de motorregeleenheid toe tot 1800-2200 toeren.
Het statusveld verandert van ”Test uit” in ”Test aan”.
Lees de waardekolommen af. Vereist resultaat: Periode 0,5 tot 2,5.
Het diagnostisch statusveld moet veranderen van "Test aan" in "B1-S1 ok" / "B1-S1 niet ok".
Als de specificaties niet worden gehaald, kijk dan in het foutengeheugen.
Verlaat de functie.