Regeneratie van deeltjesfilter


Met deze functie verwijdert u roetdeelttjes uit het deeltjesfilter door ze te verbranden m.b.v. een hogere uitlaattemperatuur. Onder bepaalde rijcondities reinigt het deeltjesfilter zichzelf niet automatisch. Bijv. bij voortdurend in de stad rijden. Deze functie wordt gebruikt voor een geforceerde regeneratie. Dit moet alleen gebeuren als de deeltjesfilter een vullingsgraad heeft van over 40 %. Een regeneratie in het proces wordt weergegeven op het dashbord met een controlelicht voor de deeltjesfilter dat oplicht.

Opmerking:

Test condities:

Procedure:

  1. Start de functie.

  2. Volg de instructies in de dialoogvensters.

  3. Druk "OK" om de functie te verlaten.

    • Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.

  4. Drijf de auto aan in vierde of vijfde versnelling tot ongeveer 2,000 rpm tot het controlelicht voor de deeltjesfilter uitgaat.

  5. Controleer en los alle opgeslagen foutcodes in het systeem op.

  6. De functie is uitgevoerd.