Vervanging van de variabele geometrie turbo en/of turbo positiesensor

Deze functie wordt gebruikt om de variabele geometrie turbo en/of turbo positiesensor te programmeren na vervanging.
Opmerking:
Deze functie wordt gebruikt nadat één van de volgende componenten vervangen is:
Test condities:
Procedure:
  1. Start de functie en volg de programma instructies.
  2. Start de motor.
  3. Druk op de [OK] knop om het programmeren te starten.
  4. Zet de ontsteking af voor 40 seconden.
  5. Contact aan, motor uit.
  6. De functie is uitgevoerd.