Deze functie past de hellingsensor aan op de elektrische besturingseenheid van de parkeerrem. Voer een kalibratie uit als:
Een foutcode betreffende de kalibratie van de hellingsensor wordt weergegeven.
De hellingsensor opnieuw is aangepast of vervangen.
De elektrische besturingseenheid van de parkeerrem wordt vervangen.
Opmerking:
Tijdens de kalibratie mag het contact niet worden uitgezet.
Test voorvereisten.
Contact aan, motor uit.
De hellingsensor is juist verbonden en geïnstalleerd.
De bandspanning moet juist zijn en het voertuig mag niet overbelast zijn (alleen de bestuurder mag in het voertuig zitten)
Accuspanning is boven 12 volt.
Alle elektrische verbruikers moeten zijn uitgeschakeld.
Procedure:
Plaats de auto op een vlak en horizontaal oppervlak.
Start de functie, druk op OK.
De kalibratie is uitgevoerd. Een dialoogvenster geeft aan: procedure geslaagd / mislukt.
Als de functie mislukt, moet u de voorvereisten van de test controleren en mogeijke foutcodes repareren.
Sluit de functie af, wis mogelijke foutcodes en ontkoppel het diagnostische gereedschap.
Schakel de ontsteking uit voor 30 sec., en schakel hem aan voor 30 sec.
De kalibratie is nu voltooid.