Deze functie wordt gebruikt om het rijniveau van het voertuig te kalibreren.
Kalibreer het rijniveau van het voertuig wanneer:
Een niveausensor vervangen werd.
Gewerkt werd aan de niveausensor.
De regeleenheid werd vervangen.
Het regeleenheid werd geprogrammeerd.
Een balg vervangen werd.
Het rijniveau kan niet gekalibreerd worden indien foutcodes opgenomen werden in de besturingseenheid. Elke foutcode moet opgelost worden. Daarna wordt de foutcode uit het geheugen gewist.
Test condities:
Contact aan
Bevestig de niveausensors zodat de hefboom in de U-uitsparing vast zit.
Alle sensoren moeten zich binnen het goedgekeurd tolerantiebereik bevinden. De goedgekeurde waarden bevinden zich tussen 2,36-2,64 Volt.
Procedure:
Verwijder de verbindingsstangen van de niveausensoren.
Bevestig de hefbomen met vb. een boorstift van 4 mm.
Indien de hefboom los staat tegen de stift, bevestig hem dan beter door tape rond de stift te draaien.
Druk op “OK” om met kalibreren te beginnen.
De functie is uitgevoerd.
Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.