Voorwaarden voor de test:
Motor draait stationair.
Geen fouten opgeslagen.
Motortemperatuur 5 tot 95 °C.
Alle elektrische belastingen uitgeschakeld.
Keuzehendel op P/N.
Temperatuur inductielucht lager dan 60 °C.
Opmerking:
Voor diagnose van het secundaire lucht-systeem.
Deze diagnose wordt alleen gestart wanneer de lambdasondes getest werden en OK zijn.
Procedure:
Kies de functie: Secundaire lucht-systeem.
Het diagnostische statusveld zal veranderen van ”Test uit” in ”Test aan”.
Laat de motor stationair draaien tot het tankventilatiesysteem verandert van “Test aan” in ”Syst. OK!”./Syst. niet OK!”.