Deze functie wordt gebruikt om de gaspedaal aan te passen op het besturingsorgaan van de motor.
Opmerking:
Lees de foutcodes en controleer of er geen opgeslagen foutcodes zijn die het aanpassen beïnvloeden en voorkomen.
Test condities:
Contact aan, motor uit.
Accuspanning ten minste 10 V.
Geen invloed op gaspedaal.
Voertuig stationair.
Motortemperatuur tussen 5ºC en 100 °C.
Luchtinlaattemperatuur minstens 5°C.
Procedure:
Start de functie en volg de programma instructies.