Deze functie wordt gebruikt voor de nulpuntcompensatie van de waarde van de stuurhoeksensor.
Opmerking:
Kalibratie moet worden uitgevoerd als:
De ABS-regeleenheid werd vervangen.
De stuurhoeksensor is vervangen.
De stuurkolom is vervangen.
Carrosseriewerk is uitgevoerd dat invloed heeft op de wielinstelling.
De stuurhoeksensor is ontkoppeld.
Een foutcode die nulcompensatie vereist in de ABS controle-unit is opgeslagen.
Test voorvereisten:
Accuvoltage boven 12V.
Contact aan
Procedure:
Kalibratie:
Controleer of het stuur zich in de correcte positie bevindt, wanneer de voorwielen recht vooruit wijzen.
Rij de auto rechtuit op een vlakke bodem om te controleren of de auto naar opzij trekt als het stuur in de rechtuitstand wordt gehouden.
Stop de auto en verzeker u ervan dat de voorwielen en het stuur op 1 lijn staan met elkaar.
Draai het stuur 10° naar links en 10° naar links en dan terug naar 0.
Kies de functie: Kalibratie van de stuurhoek sensor.
Een dialoogvenster geeft aan: Procedure geslaagd/mislukt.
Druk op OK
Wis de foutcodes die bij de dekalibratie werden opgeslagen.