Deze functie wordt gebruikt om het remsysteem te onttrekken.
Opmerking:
Ontlucht de remmen van al de vier wielen voor het uitvoeren van de automatische remontluchting.
Pomp continu, tijdens heel de procedure (tenzij anders wordt aangegeven), door normaal elke andere seconde op de rempedaal te drukken.
Test condities:
Contact aan, motor uit.
Apparatuur voor het ontluchten van de remmen aangesloten.
Acculader niet aangesloten op het voertuig.
Plaats de versnellingshendel op parkeren of in zijn vrij.
Procedure:
Sluit de ontluchtingsfles aan op de auto en stel hem in op 30 psi.
Voer de basisontluchting voor het starten van de automatische remontluchting.
Sluit de nodige apparatuur voor het ontluchten van remmen aan.
De procedure start bij het linker voorwiel.
Start continu te pomp door normaal elke andere seconde op de rempedaal te drukken en de functie te starten.
Volg de programma instructies.
Zodra de functie klaar is, voer de basisontluchting uit op alle vier wielen.
Als de rempedaal sponsachtig aanvoelt nadat de ontluchting beëindigd is, herhaal de procedure.