Voorwaarden voor de test:
Ontsteking aan
Geen fouten opgeslagen.
Accuspanning hoger dan 11,5 V.
Alle elektrische belastingen uitgeschakeld.
Smeerklep in stationair draaien-positie.
Als er een cruisecontrole geïnstalleerd is, moet die correct werken.
Opmerking:
De basisinstelling stemt de regeleenheid van de gasklep af (“past ze aan”) op de regeleenheid van de motor.
Het aanpassen moet gebeuren wanneer:
De regeleenheid van de gasklep werd verwijderd uit het voertuig.
De regeleenheid van de gasklep werd vervangen.
De elektrische stroomvoorziening van de regeleenheid van de motor werd losgekoppeld.
De motorregeleenheid werd vervangen.
Procedure:
Kies de functie: Gasklepregeleenheid.
De regeleenheid van de gasklep werkt in de minimum- en maximumposities en in verschillende tussenliggende posities. De regeleenheid slaat de overeenkomstige smoorhoek op in het permanente geheugen. Dit proces duurt ongeveer 10 seconden. Na het aanpassen keert de gasklep kort terug naar de beginpositie en sluit dan.
Lees de aanpassingsstatus. De voorgeschreven waarde moet veranderen van ”Aanpassing bezig…” tot ”Aanpassing OK!”/Aanpassingsfout!”
Verlaat de basisinstellingstand en schakel de ontsteking uit. Opdat de basisinstelling kan opgeslagen worden, moet de ontsteking uitgeschakeld worden.