Deze functie wordt gebruikt voor een basisinstelling van de CAN installatie informatie.
Opmerking:
De aanpassing van de installatie informatie is van toepassing op de communicatie tussen de regeleenheden en moet worden uitgevoerd na de volgende werkzaamheden:
Software-update.
Regeleenheid vervangen.
Vervanging keuzehendel.
Werkzaamheden uitgevoerd op de versnellingspook stuurwiel.
Vervanging van een andere regeleenheid, bijv. motor, ABS of gateway.
Test condities:
Accuvoltage boven 12 V.
Contact aan
Schakelhendel in stand P.
Procedure:
Start de functie en volg de programma instructies.
Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.