Kalibratie luchtvering


Met deze functie kalibreert u de luchtvering. Er wordt een 90 mm afstandstuk geplaatst tussen het chassis en de aandrijfas.

Kalibratie peilsensor moet gebeuren als:

Opmerking:

Het voertuig zal omhoog en omlaag bewegen terwijl de luchtvering wordt gekalibreerd. Het is zeer belangrijk dat zich geen personen van apparaten bevinden in het gebied rondom of onder het voertuig om schade of verwondingen te voorkomen.

Test condities:

Procedure:

  1. Selecteer de kalibratiefunctie.

  2. Stel het normale peil in met behulp van de knoppen.

  3. Kalibratie normaal peil.

  4. Bovenste peil afstellen met de knoppen in het programma.

  5. Kalibratie bovenste peil.

  6. De functie is uitgevoerd.

    • Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.