Oliepeil instelling van automatische versnellingsbak
Deze functie wordt gebruikt om het oliepeil in de versnellingsbak in te stellen.
Het instellen van het oliepeil moet bijvoorbeeld in de volgende gevallen worden uitgevoerd:
Om het juiste oliepeil in de versnellingsbak te controleren.
Om de foutstatussen in de versnellingsbak op te lossen.
Na reparatie van lekken in de versnellingsbak.
Na het verversen van de olie in de versnellingsbak.
Schakelhendel in stand P.
De instelling van het oliepeil kan alleen worden uitgevoerd als er tijdens de procedure aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Temperatuur van olie in versnellingsbak maximaal 35°C (als input-voorwaarden).
Temperatuur van olie in versnellingsbak tussen 35 and 45°C (als afrondingsvoorwaarden).
Het motortoerental moet tussen 600-1200 rpm liggen.
Controle van deze voorwaarden wordt tijdens de procedure automatisch uitgevoerd.
Start de functie en volg de programma instructies.
Voer het volgende uit nadat de functie is voltooid:
Inschroeven van de olieaftapschroef.
Inschroeven van de olie-vulplug.
Reinigen van de behuizing van de versnellingsbak.