Het service-interval instellen op Volkswagens met een flexibel service-interval (LongLife)


Op Volkswagen-auto’s vanaf modeljaar 00, zijn er twee soorten instrumenten (PR-nummer):

Om vast te stellen met welke instrumentversie het voertuig is uitgerust, raadpleeg het voertuiggegevensplaatje, dat meestal in de reservewieldrager. Zie illustraties hieronder.

Op voertuigen met een benzinemotor met een flexibele service-interval, worden service-intervallen niet alleen berekend op basis van het aantal afgelegde km en de tijd die verstreken is sinds de vorige servicbeurt, maar ook op basis van het brandstofverbruik en de olietemperatuur. Deze berekening levert een cijfer op voor de verslechtering van de oliekwaliteit in verhouding tot de thermische belasting. Op voertuigen met een dieselmotor, wordt de verslechtering van de oliekwaliteit berekend op basis van het motortoerental, de motorbelasting, het aantal afgelegde km en de olietemperatuur. Dit levert waarden op voor de thermale belasting en de koolafzettingen. De verslechtering van de oliekwaliteit is de beslissende factor bij het bepalen van het tijdstip van de volgende servicebeurt.

Het kortste service-interval is 15.000 km of 12 maanden.

De service-intervallen voor flexibele olieverversingsbeurten moeten als volgt geprogrammeerd worden:

Instrument QG1

Het service-interval wijzigen

Voorbeeld

Voor een VW Passat 1.8T (AWT) met QG1-instrument, moeten de volgende waarden aangegeven worden:

OPMERKING: Het service-interval mag alleen gewijzigd worden bij een servicebeurt en een olieverversingsbeurt.