Testcondities:
Motor draait.
Geen fouten opgeslagen
Temperatuur motor hoger dan 80°C.
Geen lek in uitlaatsysteem.
Alle elektrische verbruikers uitgeschakeld.
Automatische versnelling in "P/N".
Opmerking:
Gebruikt voor controle van de veroudering van de lambdasonde (oscillatietijd). Als deze te hoog is, is de sonde versleten.
De basisinstelprocedure kan enkele minuten duren.
Procedure:
Start de functie.
Motorsnelheid 1800-2200 toeren.
De temperatuur van de katalysator moet minstens 350°C zijn.
Het diagnostisch statusveld verandert van ”Test uit” in ”Test aan”.
De test duurt enkele minuten.
Handhaaf de motorsnelheid tot het diagnostiek-statusveld aangeeft: ”B1-S2 OK! / B1-S2 niet OK!".
Als de specificaties niet worden gehaald, kijk dan in het foutengeheugen.
Verlaat de functie.