Het energieverbruik van de elektrische brandstofpomp is gecontroleerd en zal een aanpassingswaarde opslaan in de motor controle eenheid. Deze aanpassingswaarde is opgeslagen voor een minimale activering van het energieverbruik van de elektrische brandstofpomp en een lagere waardelimiet voor energieverbruik is berekend. Deze functie dient in werking gesteld te worden na het vervangen van de hoge-druk pomp van het brandstofsysteem om de aanpassingswaarde te resetten, zodra de motor gestart is zullen de nieuwe aanpassingswaardes opgeslagen worden in de controle eenheid.
Test condities:
Contact aan, motor uit.
De brandstofpomp zal vervangen worden.
Geen fouten in het systeem
Procedure:
Start de functie.
Aanpassingswaardes zijn gereset in de controle eenheid.
Start de motor en laat hem een paar minuten stationair lopen om de nieuwe aanpassingswaardes in te werken.
De functie is uitgevoerd.
Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.