Ingestelde parameter
Deze functie wordt gebruikt om parameterinstelling te wijzigen voor motorolieviscositeit.
De motorolieviscositeit wordt bewaakt in het servicesysteem met gebruik van de gemeten buitentemperatuur.
Test condities:
Ontsteking aan, motor uit
Procedure:
Start de functie.
Een dialoog box toont test voorwaarden, controleer ze en druk op "OK".
De huidigei ingestelde parameter wordt weergegeven in een dialoogvenster.
Selecteer de nieuw parameter instelling en druk "OK".
Een dialogue box toont de nieuwe parameter instelling. Druk "OK".
De functie is nu voltooid.
Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.