Met deze functie kunt u de basisinstelling uitvoeren voor de inlaatluchtregelklep in de motoregeleenheid.
De basisinstelling moet worden uitgevoerd als:
De regeleenheid voor inlaatluchtregelklep verwijderd is en daarna weer geïnstalleerd.
De stroomtoevoer naar de motoregeleenheid was afgesloten.
De motorregeleenheid is vervangen.
Na uitvoeren van de basisinstelling dient het contact tenminste 5 sec op uit te worden gezet om nieuwe waarden op te slaan.
Test conditie:
Contact aan, motor uit.
Accuvoltage boven 11,5 V.
Geen invloed op gaspedaal.
Koelvloeistoftemperatuur 5-100°C.
Luchtinlaattemperatuur 5°-100°C
Procedure:
Selecteer de functie: "Regeleenheid regelklep". Druk op OK.
Tijdens de basisinstelling wordt "Bezig met aanpassen" weergegeven in het veld diagnostische status.
Na afloop van de basisinstelling wordt "Aanpassen OK" of "FOUT aanpassing" weergegeven.
Schakel de ontsteking tenminste 5 seconden uit om de nieuwe waarden op te slaan.
De functie is uitgevoerd.
Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.