Voorwaarden voor de test:
Ontsteking aan
Geen fouten opgeslagen.
Opmerking:
De basisinstelling stemt de regeleenheid van de gasklep af (“past ze aan”) op de regeleenheid van de motor.
Het aanpassen moet gebeuren wanneer:
De regeleenheid van de gasklep werd verwijderd uit het voertuig.
De regeleenheid van de gasklep werd vervangen.
De elektrische stroomvoorziening van de regeleenheid van de motor werd losgekoppeld.
De regeleenheid van de motor werd vervangen.
Voer het aanpassen van de regeleenheid van de gasklep uit:
Kies de gasklepregeleenheid-functie.
De regeleenheid van de gasklep werkt in de minimum- en maximumposities en in drie tussenliggende posities. De regeleenheid slaat de overeenkomstige smoorhoek op in het permanente geheugen. Na het aanpassen keert de gasklep terug naar de beginpositie.
Verlaat de basisinstellingstand en schakel de ontsteking uit. Opdat de basisinstelling kan opgeslagen worden, moet de ontsteking tenminste 15 seconden uitgeschakeld blijven.