Met deze functie voert u een basisinstelling uit van de regeleenheid van de transmissie. Middels de basisinstelling worden de versnellingsstanden gesynchroniseerd. In de volgende gevallen:
Tijdens het vervangen van de koppeling.
Na reparatie/onderhoud aan de transmissie.
Test condities:
Contact aan, motor uit – start de motor tijdens de procedure.
Versnelling in stand P.
Transmissietemperatuur 30-100°C.
Gaspedaal volledig vrijzetten.
Procedure:
Met het contact aan en de motor uit selecteert u de functie: "Basisinstelling". Druk op OK.
Voorgeschreven waarde:"Aanpassingsstatus" telt tot waarde 4 en "Index-synchronisatie" tot waarde 0.
Start de motor (de basisinstelling wordt voortgezet).
Voorgeschreven waarde: "Index-synchronisatie" begint weer met tellen. De basisinstelling is uitgevoerd als er teruggeteld is naar waarde 0.
Als het maken van basisinstellingen niet lukt, controleer dan de testvoorwaarden en verhelp de problemen.