Deze functie wordt gebruikt om de centrale sluitingfunctie te configureren. Deze drie instellingen van de centrale sluiting kan worden aangepast:
Automatische sluiting na het rijden uit.
Het voertuig wordt automatisch gesloten zodra je begint te rijden. Het kan echter altijd geopend worden van binnen uit door tweemaal aan het deurhendel te trekken. De eerste maal is om de deur van het slot te halen en de tweede om de deur te openen.
De deur zal na twee minuten weer op slot gaan indien er geen deur is geopend.
Indien het voertuig gesloten is en er geen deur geopend is binnen twee minuten zal het voertuig opnieuw gesloten worden.
Selectieve centrale sluiting.
Met de eerste druk op de openingsknop van de sleutel zal alleen de bestuurders deur geopend worden. Alleen na de tweede keer drukken op de knop van de sleutel wordt de gehele auto geopend.
Test condities:
Contact aan, motor uit.
Geen fouten in het systeem
Procedure:
Start de functie.
De huidige status voor de functie wordt getoond, druk op "OK".
Afhankelijk van de functie status, wordt de vraag gesteld of de functie geactiveerd of geïnactiveerd moet worden. Druk "JA" om de functie te draaien en "NEE" om te beëindigen.
Zet de ontsteking af voor 20 seconden.
De functie is uitgevoerd.
Controleer de functie.
Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.