Voorwaarden voor de test:
Motor draait.
Geen fouten opgeslagen.
Motortemperatuur hoger dan 85 °C.
Geen lekken in het uitlaatsysteem.
Alle elektrische belastingen uitgeschakeld.
Keuzehendel op P/N.
Opmerking:
Wordt gebruikt om de lambdaregeling te testen.
Gedurende de basisinstelling wordt de AC-compressor uitgeschakeld en wordt de koolstofbuisklep gesloten.
Procedure:
Kies de functie: Lambda-regeling, sonde na katalysator.
Hou het motortoerental op 2600 tpm.
De diagnostische status verandert van ”Test uit” in ”Test aan”.
Lees de lambdasonde 2, rij 1, af. Voorgeschreven waarde: 0,1 tot 0,95 V.
Lees de lambda-compensatiewaarde B1-S1/B1-S2. Voorgeschreven waarde: lager dan 0,02.
De diagnosestatus moet veranderen van ”Test aan” in “Systeem OK/Systeem niet OK”.
Wanneer de basisinstelling uitgevoerd is, worden de AC-compressor en de koolstofbuisklep automatisch geactiveerd.