Deze functie wordt gebruikt om roetpartikels te verbranden in de partikelfilter via de motorregelmodule (ECM).
Belangrijk!De verbranding van roetdeeltjes (regeneratie) dient buiten te geschieden. Als dat niet mogelijk is, wordt de partikelfilter vervangen.
Opmerking:
Controleer het inlaatsysteem op lekkages en schade.
Kijk de injectoren na.
Controleer de roethoeveelheid in de partikelfilter:
Bij 19 g roet in de partikelfilter, tijdens het rijden op de snelweg start de motorregelmodule (ECM) de rootpartikels te verbranden in de partikelfilter.
Bij 24 g roet in de partikelfilter, tijdens het rijden op de normaal start de motorregelmodule (ECM) de rootpartikels te verbranden in de partikelfilter.
Bij 30 g roet in de partikelfilter, wordt er een tekstbericht verstuurd naar het combinatie instrument (DIM).
Bij 38 g roet in de partikelfilter, kan de motorregelmodule (ECM) de verbranding van roetpartikels in de partikelfilter niet gestart worden.
Bij 100 g roet in de partikelfilter, kan deze service functie het verbranden van de roetpartikels in de partikelfilter niet starten.
Tip: De differentiële druk in de partikelfilter kan ook gebruikt worden als een indicator van de roethoeveelheid. Verbranding van roetdeeltjes moet/kan alleen uitgevoerd worden als de differentiële druk in de deeltjesfilter niet hoger is dan 100 hPa bij nullast. Het verbranden van roetpartikels kan alleen uitgevoerd worden als de differentiële druk in de partikelfilter niet boven de 100 hPa komt bij het stationair lopen. Als de differentiële druk boven de 100 hPa is, wordt de partikelfilter vervangen.
Test condities:
Motorkoelvloeistof-temperatuur minstens 5 °C.
Koeltemperatuur ten minste 45 °C.
Motorolietemperatuur minstens 30 °C.
Brandstoftemperatuur max. 80 °C.
Er mag geen enkel pedaal geactiveerd zijn.
Geen foutcodes voor koelvloeistof temperatuur.
Geen foutcodes aanwezig voor motorkoelvloeistof-temperatuur.
Procedure:
Controleer dat de startvoorwaardes (testvoorwaardes) voldaan worden.
Selecteer de functie: "Verbranding van roetdeeltjes".
Het verbrandingsproces start na ongeveer 1 minuut, de motorsnelheid loopt geleidelijk aan op naar 4000 rpm.
Als de handeling mislukt is, ziet u 'Controleer testvoorwaardes'.
Het verbranden kan tot 40 minuten duren, als het verbranden voltooid is, keert de motor rpm terug naar de normale stationaire snelheid.
Druk dan "OK" om de functie te verlaten.
Een doorgaande regerenatie kan op elk moment gestopt worden door op de koppelingpedaal of rempedaal te drukken.