Ontlucht het brandstofsysteem als (onderdelen van) de hogedrukpomp in het brandstofsysteem zijn vervangen of verwijderd.
Ontluchting geschiedt in een gesloten systeem.
Als onderdelen van het brandstofsysteem zijn vervangen of verwijderd dan ontlucht u eenmalig.
Als de hogedrukpomp is vervangen of verwijderd dan ontlucht u drie keer om te zorgen dat de pomp niet droog staat. Het contact moet tussen elke ontluchting aan en uit worden gezet.
Test conditie:
Contact aan, motor uit.
Accuvoltage boven 11,5 V.
Procedure:
Selecteer de functie.
De brandstofpomp in de tank start en is ongeveer één tot twee minuten actief.
Tijdens de ontluchting wordt "Test actief" getoond in het dialoogvenster van de "Elektrische brandstofpomp".
Nadat de ontluchting is voltooid, ziet u "Test voltooid" in het dialoogvenster van de "Elektrische brandstofpomp". Druk op OK.
Een dialoogvenster toont: "Functie voltooid". Druk op OK.
Als de ontluchting moet worden herhaald, verbreekt u de verbinding. Zet het contact uit en weer aan, herstel de verbinding en herhaal de ontluchting.
Sluit de functie.
Als de functie mislukt, controleert u de testvoorwaarden of oorzaak in het veld "Elektrische brandstofpomp". Verhelp de storing.