Synchroniseren:
Synchronisatie van een afstandsbediening (transponder) is noodzakelijk wanneer men een defecte afstandsbediening vervangt of wanneer het aantal afstandsbedieningen (maximum vier) wordt verhoogd. Het is ook noodzakelijk als de code van de afstandsbediening en van de regeleenheid niet langer overeenkomen. Dit kan gebeuren als de zendknop regelmatig wordt ingedrukt wanneer men buiten bereik is.
Opmerking:
De tijd die aan het synchroniseren wordt besteed, mag maximum twintig seconden per afstandsbediening bedragen.
Als de auto elektrisch bediende ruiten heeft, moeten de ruiten gesloten zijn.
Methode:
Stop de sleutel in het slot van het portier en draai hem driemaal tegen de klok in (ontgrendelen).
De sleutels moet telkens een halve seconde in de ontgrendelpositie gehouden worden.
Verwijder de sleutel uit het portierslot.
Druk de vergrendelknop van de afstandsbediening in en hou hem ingedrukt en richt de afstandsbediening gedurende vijf seconden op de achteruitkijkspiegel in de auto.
Ter bevestiging van deze procedure licht het controlelampje in de bekleding van het chauffeursportier op.
Druk driemaal op de ontgrendelknop en laat de vergrendelknop dan los.
Ter bevestiging dat de afstandsbediening nu gesynchroniseerd is, licht het controlelampje in de bekleding van het chauffeursportier op.
Synchroniseer de volgende afstandsbediening, begin vanaf stap 3. OPMERKING: Dit moet binnen vijftien seconden na de vorige synchronisatie.
Het synchroniseren wordt automatisch beëindigd wanneer:
het aantal te synchroniseren afstandsbedieningen bereikt is.
de auto mechanisch vergrendeld wordt met een sleutel.
de maximum toegelaten synchronisatieperiode verstreken is.