Deze functie wordt gebruikt om het referentiepunt van de stuurhoeksensor te kalibreren, zodat de regeleenheid de juiste stuurhoekinformatie krijgt.
Het kalibreren moet worden uitgevoerd in de volgende gevallen:
Een of meer regeleenheden zijn vervangen.
De sensor werd vervangen.
Foutcode geeft aan dat een kalibratie moet worden uitgevoerd.
Een component in het stuursysteem is vervangen of gerepareerd.
Achteras stuursysteem is gekalibreerd.
Het referentiepuhnt is bepaald om recht vooruit te zijn. Het is daarom van belang dat het voertuig op een vlakke ondergrond wordt geplaatst, waarbij de voorwielen recht vooruit wijzen.
Test condities:
Contact aan
Voertuig stationair.
De voorwielen moeten recht vooruit wijzen (+/-0,5°). Er moet meetapparatuur worden gebruikt.
Procedure:
Plaats de wielen recht vooruit, door gebruik te maken van de meetapparatuur.
Start de functie.
De kalibratie wordt automatisch gestart en uitgevoerd.
De functie is uitgevoerd.
Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.