Tijdens de test geen schakelaars van het voertuig activeren.
Zorg dat is voldaan aan de volgende condities:
Voertuig stationair.
Zorg dat alle portieren, motorkap en kofferbakdeksel gesloten zijn.
Ruitenwissers zijn UIT en in ruststand.
Alle vuil is van de voorruit verwijderd.
Het reservoir met ruitensproeivloeistof moet meer dan halfvol zijn.
Zet knipperlichten, parkeerlichten en alarmlichten uit.
De veiligheidsgordel van de bestuurder is niet vastgegespt.
A/C moet zijn uitgeschakeld.
Bij voertuigen met een sport/economy schakelaar kan het nodig zijn om tijdens de test de schakelaar aan/uit te zetten.