Is van toepassing op voertuigen 08.95 >.
Voorwaarden voor de test:
Ontsteking aan
Geen fouten opgeslagen.
Accuspanning min. 11,5 Volt.
Alle elektrische belastingen uitgeschakeld.
Smeerklep in stationair draaien-positie.
Als er een cruisecontrole geïnstalleerd is, moet die correct werken.
Opmerking:
De basisinstelling stemt de regeleenheid van de gasklep af (“past ze aan”) op de regeleenheid van de motor.
Het aanpassen moet gebeuren wanneer:
De regeleenheid van de gasklep werd verwijderd uit het voertuig.
De regeleenheid van de gasklep werd vervangen.
De elektrische stroomvoorziening van de regeleenheid van de motor werd losgekoppeld.
De regeleenheid van de motor werd vervangen.
Voer het aanpassen van de regeleenheid van de gasklep uit:
Kies de gasklepregeleenheid-functie.
De regeleenheid van de gasklep werkt in de minimum- en maximumposities en in verschillende tussenliggende posities. De regeleenheid slaat de overeenkomstige smoorhoek op in het permanente geheugen. Na het aanpassen keert de gasklep kort terug naar de beginpositie en sluit dan.
Tijdens het aanpassen wordt “Aanpassen bezig…” getoond in het aanpas-statusveld. Wanneer het aanpassen klaar is, wordt “Aanpassen OK!” /“Aanpassingsfout” getoond. Opdat de basisinstelling kan opgeslagen worden, moet de ontsteking uitgeschakeld worden.