Aanpassingsniveau

Deze functie wordt gebruikt om de niveausensoren aan te passen. Tijdens de niveau-aanpassing wordt de hoogte gemeten met een meetlint. Haak het meetlint vast aan de onderste rand van de velg (midden) en meet tot aan de rand van het spatscherm.
Opmerking:
De Niveauaanpassing om de hoogtesensoren operationeel te maken is vereist als onderstaande taken zijn verricht aan het voertuig:
Test condities:
Procedure:
  1. Start de functie.
  2. Volg de programma instructies.
  3. Functie voltooid.
Opmerking:
Na aanpassing begint het systeem niet meteen te reguleren. Het is daarom niet ongebruikelijk dat het voertuig schuin staat, zelfs na de aanpassing.