Bij de basis set-up wordt het onderdeel in kwestie aangepast op het motorregelapparaat. Tijdens de set-up zal het betreffende onderdeel beurtelings openen en sluiten.
De aanpassing wordt uitgevoerd als:
Het onderdeel verwijderd of vervangen werd.
De spanning naar het motorregelapparaat was weggevallen.
De motorregeleenheid is vervangen.
Test conditie:
Contact aan, motor uit (betreft gasklep, EGR-klep en de demper van het inlaatspruitstuk).
Motor aan (betreft overdrukregelklep).
Geen fouten in het systeem
Accuvoltage boven 11,5 V.
Geen invloed op gaspedaal.
Procedure:
Selecteer het betreffende component en druk op OK om met de basisinstelling te starten.
Het component wordt weergegeven; de waarde zal veranderen tijdens de basisinstelling.
De basisinstelling is voltooid als de waarde voor het component constant wordt.
Sluit de functie.
Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.