Testvoorwaarden:
Motor draait.
Geen fouten opgeslagen.
Motortemperatuur hoger dan 80 °C.
Geen lekken in het uitlaatsysteem.
Alle elektrische belastingen uitgeschakeld.
Opmerking:
Wordt gebruikt om de lambdasonde na de katalysator te testen.
Gedurende de basisinstelling wordt de AC-compressor uitgeschakeld en wordt de koolstofbuisklep gesloten.
Procedure:
Kies de functie. Lambda-sonde na katalysator
Hou het motortoerental op 3000 tpm tot de uitlaattemperatuur 250 °C bereikt. Herstel het stationair toerental. Duw het rempedaal in en hou het ingedrukt. (Binnen een paar seconden zal de motoregeleenheid het motortoerental verhogen tot 1400 tpm).
Het diagnostische statusveld zal veranderen van ”Test uit” in ”Test aan”.
Lees de waardekolommen af. Vereist resultaat:
Lambdasonde (rij 1, sonde 2) 0,1 tot 0,95V;
de diagnosestatus moet veranderen van ”Test aan” in B1-S2 OK!/B1-S2 niet OK!
Wanneer de basisinstelling uitgevoerd is, wordt de koolstofbuisklep automatisch geactiveerd.