Deze rijtest controleert de sensorsignalen m.b.t.: stuurhoek, abrupte acceleratien, remdruk, en hoeksnelheid. De test wordt uitgevoerd als onderdelen van het anti-spinsysteem zijn gewijzigd of verwijderd.
Opmerking:
De "ESP rijtest" mag na opstarten niet worden afgebroken.
Als de "ESP rijtest" niet correct wordt afgesloten, slaat het foutgeheugen een foutcode op.
Test conditie:
Motor aan.
Stuurhoek onder ±10°.
Voertuig stationair.
Toegang tot een stuk weg dat voldoet aan de vereisten in stap 5 hieronder.
Procedure:
Selecteer de functie: "ESP rijtest", druk op “OK”.
Een dialoogvenster toont: "Positief testresultaat" of "Negatief testresultaat". Controleer bij een negatief testresultaat de testvoorwaarden en foutcodes.
Sluit de functie af en verbreek de verbinding met de auto door terug te gaan naar het scherm Auto selecteren. Het ABS-controlelampje brandt constant.
Druk de knop "ASR UIT" één keer in tot het ASR-lampje knippert.
Druk het rempedaal in tot het ASR-lampje oplicht (rijtest geactiveerd).
Rij binnen 30 seconden door een bocht met een snelheid boven 10 km/u. De ABS/ESP-regeling mag niet in werking treden.
De "ESP rijtest" is correct uitgevoerd als de controlelampjes "ABS" en "ASR" uitgaan.
Zo niet, dan is de auto niet door de ESP rijtest gekomen.
Bij een negatief resultaat controleert u de testvoorwaarden en foutcodes.
Herhaal de rijtest vanaf stap 3.