Reinigen of vervangen van het deeltjesfilter


Opmerking:

Gebruik deze functie voor het reinigen of vervangen van het deeltjesfilter. De functie reset de parameter voor de totale hoeveelheid dieseladditief die in het deeltjesfilter is ingespoten (teller 1).

Uitvoering:

  1. Kies de functie: Reinigen of vervangen van het deeltjesfilter.

  2. Een dialoogvenster geeft aan: Procedure geslaagd / mislukt.

  3. Druk op OK.

  4. Check in datalijst twee of de parameter voor de totale hoeveelheid in het deeltjesfilter ingespoten dieseladditief (teller 1) op nul is gezet.