Deze functie wordt gebruikt om te controleren of de identificatiecodes voor de net ingewerkte wielzenders juist ontvangen zijn.
Opmerking:
Voor een correcte procedure, moet er minstens één minuut op 20 km/h of harder gereden worden.
Als het voertuig stilstaat, is het normaal date en paar identificatiecodes als ontvangen beschouwd wordt. Daarom met het voertuig op een snelheid van 20 km/h rijden zodat de identificatiecodes op de juiste manier opgeslagen kunnen worden in het geheugen van de besturingseenheid.
Zet na elke controle de ontbranding uit en aan zodat de besturingseenheid de ontvangen identificatiecodes op kan slaan.
Test condities:
Rij minstens 1 minuut met 20 km/h of sneller.
Procedure:
Start de functie en volg de programma instructies.