Als het cruise control systeem wordt geïnstalleerd, moet de cruise control functie in de motorregeleenheid worden geactiveerd. Deze functie kan ook worden gedeactiveerd als het cruise control systeem is verwijderd.
Testcondities:
Accuspanning boven 11,5 V.
Contact aan
Geen fouten in het foutengeheugen.
Opmerking:
Als "G00HS" is aangegeven in de datalijst parameter "Regeleenheid identificatiecode", is het cruise control systeem geacitveerd.
Als "00HS" is aangegeven in de datalijst parameter "Regeleenheid identificatiecode", is het cruise control systeem gedeacitveerd.
Procedure:
Start de functie.
Voer het juiste codenummer in (5 cijfers).
Coderen | Status |
11463 | Activeer het cruise control systeem. |
16167 | Deactiveer het cruise control systeem. |
Druk op OK.
Zet contact UIT/AAN. Controleer in de datalijst parameter "Regeleenheid identificatiecode" of het juiste codenummer is aangegeven.
Na het activeren van het cruise control systeem, moet een testrit worden uitgevoerd.