Programmeren van de injector


Na vervanging van één of meer injectors, moet de compensatiecode die op elke injector is aangegeven (zie de foto) in de motorregelmodule worden geprogrammeerd.

Dit is nodig wanneer:

Opmerking:

Injectorcompensatiecodes zijn uniek voor elke injector. Het is een waarde van 30 cijfers die is aangegeven op de kop van elke injector (zie de foto). Als een onjuiste injectorcompensatiecode in de motorregelmodule wordt geprogrammeerd, kan de motor gaan rammelen of onregelmatig stationair lopen. Bovendien kan motorstoring optreden en de levensduur van de motor worden beperkt.

Testcondities:

Procedure:

  1. Kies de functie: Programmeren van injector 1, 2, 3 of 4

  2. Een dialoogvenster bevestigt de geprogrammeerde injectorcode.

  3. Bevestig met OK om de injectorcode opnieuw te programmeren.

    • Als de injectorcode juist is, druk op nee.

  4. Voer de compensatiecode van 30 cijfers in die op de injector staat aangegeven (zie de foto) en druk op de OK-knop om te programmeren.

    • Druk op afbreken om het programmeren te verlaten.

  5. Een dialoogvenster bevestigt de gekozen code, als deze juist is, druk op JA.

    • Druk op nee om het programmeren af te breken.

  6. Na succesvol programmeren, worden de oude en de nieuwe codes getoond.

  7. Bevestig met "OK" om het programmeren te beëindigen.

  8. Controleer en wis de eventuele foutcodes.

    Let op! Als het programmeren mislukt, controleer dan de foutcodes en of de juiste compensatiecode is ingevoerd. Als de compensatiecode juist is, en geen andere fouten zijn gevonden, kan de motorregelmodule eventueel niet goed werken. Controleer de motorregelmodule en begin opnieuw met deze procedure.