Deze functie wordt gebruikt om de elektronische parkeerrem te kalibreren.
Opmerking:
Kalibratie moet plaatsnemen nadat de volgende werkzaamheden zijn uitgevoerd:
Het vervangen van de elektronische parkeerrem controller.
Het vervangen van "tractiesysteem hydraulische eenheid" en "elektronisch stabiliteitsprogramma besturingsorgaan" componenten.
Het voertuig moet zo staan dat het niet kan wegrijden als de parkeerrem wordt vrijgegeven.
Test condities:
Het voertuig moet op een vlakke ondergrond staan.
Zorg ervoor dat het voertuig niet kan wegrijden.
Rempedaal niet ingedrukt.
Contact aan, motor uit.
Accuspanning hoger dan 12,5 V.
Procedure:
Start de functie
Volg de programma instructies.
Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.