Bijvullen van de slang met additief.


De basisinstelling verzekert dat in het additiefsysteem geen air vast komt te zitten en mag alleen worden uitgevoerd als:

Test voorvereisten.

Procedure:

  1. Start de functie, druk op OK.

  2. Een dialoogvenster geeft aan: procedure geslaagd / mislukt.

    • Als de functie mislukt, moet u de voorgaande testinstellingen controleren en mogelijke foutcodes repareren.

  3. Verlaat de functie en koppel het diagnostisch gereedschap los