Deze functie moet worden uitgevoerd na vervanging van de mechatronic eenheid en na uitvoering van een basisinstelling van de mechatronic eenheid.
Opmerking:
De testrit wordt uitgevoerd tijdens het rijden en er hoeft geen diagnose-instrument te worden aangesloten.
Tijdens de testrit worden de ingrijpingspunten van de koppeling ingeleerd en opgeslagen in de transmissie mechatronic eenheid.
Test condities:
Aandrijving temperatuur tussen 30 en 100ºC.
Kies een stuk weg dat voldoet aan de eisen voor een testrit.
Procedure:
Controleer of de transmissie olietemperatuur tussen 30 en 100 °C ligt.
Rijd in tiptronic modus in de 3e of 5e versnelling, tussen 1200-3500 tpm gedurende ca. 10 minuten.
Rijd in tiptronic modus in de 4e of 6e versnelling, tussen 1200-3500 tpm gedurende ca. 10 minuten.
Rijd in positie D en voer een harde rem uit gevolgd door een volledig indrukken van het gaspedaal.
Controleer of de ingrijping van de koppeling OK aanvoelt door het rijden in positie D en laat de versnellingsbak automatisch schakelen van de 1e naar de 6e versnelling.
Sluit het diagnose-instrument aan en controleer of er geen foutcodes werden opgeslagen in de transmissie regeleenheid.