Deze functie stelt de reset in werking van de inlaatkanaal klep aanpassingwaardes. Dit moet gebeuren indien:
Inlaatkanaalklep 1 of 2 zijn vervangen.
De inlaatkanaalkleppen zijn gerepareerd.
De motorregeleenheid is vervangen.
Tijdens het resetten, gaat het controle lampje van de warming-up tijd aan
Test condities:
Motor aan.
Geen fouten in het systeem
Procedure:
Start de functie.
Volg de programma instructies.
Zodra de functie voltooid is, onderbreek de verbinding met het voertuig uit en zet de ontsteking 30 seconden uit.
Zet het contact aan weer, herstel de verbinding naar de auto en controleer of er foutcodes zijn opgeslagen.
De functie is uitgevoerd.
Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.