Voorwaarden voor de test:
Ontsteking aan
Geen fouten opgeslagen.
Opmerking:
De basisinstelling stemt de regeleenheid van de gasklep af (“past ze aan”) op de regeleenheid van de motor.
Voer het aanpassen van de regeleenheid van de gasklep uit:
Kies de gasklepregeleenheid-functie.
De regeleenheid van de gasklep werkt in de minimum- en maximumposities en in drie tussenliggende posities. De regeleenheid slaat de overeenkomstige smoorhoek op in het permanente geheugen. Na het aanpassen keert de gasklep terug naar de beginpositie.
Verlaat de basisinstellingstand.
Als de basisinstelling niet wordt uitgevoerd, controleer of het tweede, derde en vijfde cijfer van rechts in het cijferblok voor de instelvoorwaarden gelijk zijn aan nul.