Deze functie voert een regeneratie uit van het deeltjesfilter. De functie verwijdert partikels uit het deeltjesfilter door ze te verbranden. Onder bepaalde rijcondities reinigt het deeltjesfilter zichzelf niet automatisch. Bijv. bij voortdurend in de stad rijden. Bovendien kan deze functie verstoppen van het deeltjesfilter voorkomen.
Opmerking:
Deze procedure gaat gepaard met een zeer hoge uitlaattemperatuur. Voer de regeneratie daarom buiten uit en sluit de uitlaatslang niet aan.
Activeer koppeling, rem en/of gaspedaal in geen geval tijdens de regeneratie.
Als er te weinig roet aanwezig is, zal de regeneratie niet starten.
Test condities:
Controleer of het voertuig is uitgerust met een deeltjesfilter.
Motor aan.
Geen fout in het systeem.
AC-schakelaar aan.
Controleer of de AC-compressor werkt.
Procedure:
Selecteer de functie: "Regeneration", druk "OK".
Volg de instructies en druk op “OK” om met de regeneratie te beginnen. Een dialoogvenster geeft weer: "Bezig met regenereren".
Regeneratie kan maximaal 75 minuten duren. De regeneratie is voltooid als de motor weer stationair draait.
Als het dialoogvenster laat zien: "Regeneratie voltooid", sluit u de functie af.
Let de motor een paar minuten stationair draaien om de werking te stabiliseren.
Als u klaar bent met de regeneratie leest u de foutcodes uit om storingen uit te sluiten.
Lukt de regeneratie niet, controleer dan de testvoorwaarden en controleer ook of het roetgehalte misschien te laag is.