Deze functie wordt gebruikt om nieuwe identificatiecodes voor de bandenspanningsensor te programmeren.
Opmerking:
Tijdens deze functie wordt er aangegeven dat u de 8-cijferige identificatiecode moet invoeren.
Test condities:
Contact aan, motor uit.
Er zitten geen foutcodes opgeslagen in het geheugen.
Accuspanning hoger dan 12 V.
Procedure:
Start de functie.
Nadat de functie is uitgevoerd moet er 15 minuten in het voertuig gereden worden. Snelheid moet minstens 75% van de tijd boven de 20 km/h zijn.
Nadat de rijcyclus is gedaan, voer de functie " Confirm application for monitoring tire pressure" uit.