Voorwaarden voor de test:
Motor draait stationair.
Geen fouten opgeslagen.
Motortemperatuur hoger dan 80 °C.
Alle elektrische belastingen uitgeschakeld.
Keuzehendel op P/N.
Opmerking:
Om de inspuitverstelling te controleren. De start van de inspuiting moet gevarieerd worden van vroeg tot laat met intervallen van 10 seconden.
Procedure:
Kies de inspuitverstellingsfunctie.
Controleer of de waarde van de start van de inspuiting varieert van 14-17° voor BDP tot 4-0° na BDP.