Deze functie wordt gebruikt om het ingewerkte geheugen in de transmissie ECU te wissen.
Opmerking:
Na het resetten van het geheugen, moet altijd een kalibratie worden uitgevoerd van de deceleratie sensor (nulpunt deceleratie sensor), en dan een kalibratie van de continu variabele transmissie oliedruk.
Test condities:
Contact aan, motor uit.
Geen fouten opgeslagen.
Handrem aangebracht.
Procedure:
Start de functie en volg de programma instructies.
Zet het contact gedurende 5 sec. uit en daarna weer aan.
Rij 15 min. in het voertuig op een stop/start schema.