Kalibratie peilsensor


Kalibratie van de peilsensors wordt uitgevoerd na:

De kalibratie beslaat 3 stappen.

Opmerking:

Tijdens de kalibratie zal het voertuig omhoog en omlaag bewegen. Het is zeer belangrijk dat zich geen personen of apparaten bevinden in het gebied rondom of onder het voertuigchassis om verwonding door beknelling te voorkomen!

Test condities:

Procedure:

  1. Selecteer de kalibratiefunctie.

  2. Stel het normale peil in met de knoppen en kalibreer.

  3. Stel het max. peil met de knoppen en kalibreer.

  4. Stel het min. peil met de knoppen en kalibreer.

  5. Sluit de functie.

  6. Controleer of er geen foutcodes zijn opgeslagen in het motorregelapparaat.

    • Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.

  7. Controleer de werking van de vering.

  8. De functie is uitgevoerd.