Deze functie wordt gebruikt voor het programmeren van een of meer injectoren na vervanging van de injector of de regeleenheid.
Opmerking:
Het is belangrijk dat de injectorcode, die bovenop elke injector is gestempeld, correct wordt ingevoerd. De injectorcode bestaat uit 20 tekens (cijfers en letters).
Test condities:
Contact aan, motor uit.
Procedure:
Start de functie en volg de programma instructies.