QMVH in werking stellen als de besturingseenheid en servomotor vervangen wordt

Deze functie wordt gebruikt voor het in werking stellen van QMVH besturingseenheid en servomotor vervangen worden. Gegevens zullen vanuit de kapotte besturingseenheid worden opgeslagen in de nieuwe, daarvoor moet de functie gestart worden alvorens componenten te vervangen.
De achteras stabilisatiekoppelverdeler (QMVH) regelt de extra controleelementen op de achteras en verdeelt de aandrijfkoppen onder de twee wielen van de achteras. In PR-situaties heeft het systeem ook de naam "Dynamische Prestatiecontrole".
Opmerking:
Als de achteras stabilisatiekoppelverdeler niet werkt de zullen de controlelampjes/waarschuwingsverlichting voor DSC en X-Drive aangaan. Als er een storing optreedt, wordt er een verwant controlebericht weergegeven op de LCD.
Test condities:
Procedure:
  1. Start de functie en volg de programma instructies.
  2. Vervang de besturingseenheid en servomotor.
  3. Start de functie en volg de programma instructies.
  4. Het proces wordt ongeveer in 3 minuten uitgevoerd.
  5. Functie voltooid.
  6. Na het in werking stellen, voer de testfunctie "Functiecontrole QMVH achteras stabilisatiekoppelverdeler" uit.