Deze functie wordt gebruikt om de teller van de totale geïnjecteerde hoeveelheid van het additief reservoir te resetten. De functie zal alleen gedaan worden nadat de meetpomp of de additief reservoir vervangen zijn volgens auto service handleiding.
Test condities:
Contact aan, motor uit.
Alle stroomverbruikers zijn afgekoppeld.
Accuspanning hoger dan 12 V.
Additief reservoir gevuld of meetpomp vervangen.
Procedure:
Start de functie.
Een dialoogvenster geeft aan of het testresultaat positief is.
Voer de functie uit en ontkoppel het diagnostisch instrument.
Open de tankdop minstens 5 seconden binnen de volgende minuut en sluit hem opnieuw.
De meetpomp is nu geconfigureerd voor het starten, en het system zal starten bij de volgende keer dat de motor gestart wordt.
De functie is uitgevoerd.
Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.