Bij de installatie van de cruise control is het noodzakelijk de functie cruise control te activeren in de besturingseenheid van de motor. U kunt de functie ook deactiveren wanneer de cruise control verwijderd is.
Bij sommige modellen moet het regelapparaat voor de stuur-elektronica opnieuw gecodeerd worden om goed te functioneten, zie de handleiding voor cruise control.
Test conditie:
Accuspanning hoger dan 12 V.
Contact aan, motor uit.
Geen fouten in het systeem
Procedure:
Start de functie.
Voer codenummer (5 cijfers) in en druk op “OK”.
Codenummer | Status |
11463 | Activeer het cruise control systeem. |
30903 | Activeren cruise control-systeem met automatische regeling van de afstand |
16167 | Deactiveer het cruise control systeem. |
Een dialoogvenster geeft “Opgeslagen in geheugen” weer, druk op “OK”.
Verlaat de functie en draai de sleutel uit en aan om de verandering op te slagen.
Na activering van het cruise control-systeem, controleer de functie met een testrit.
De functie is uitgevoerd.
Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.