Voorwaarden voor de test:
Motor draait stationair.
Geen fouten opgeslagen.
Geen lekken in het uitlaatsysteem.
Motortemperatuur hoger dan 80 °C.
Alle elektrische belastingen uitgeschakeld.
Automatische versnellingsbak op “P/N”.
Opmerking:
Wordt gebruikt om het stationair toerental te controleren.
Zie de vereisten van de basisinstelling alvorens het stationair toerental te controleren.
The stationair toerental, de voor/na-ontsteking en de CO-waarde zijn niet instelbaar.
Het stationair toerental wordt ingesteld door de regeleenheid.
De CO-waarde wordt geregeld door de lambda-regeling.
In de basisinstellingstand wordt de koolstofbuisklep gesloten en wordt de AC-compressor uitgeschakeld.
Procedure:
Kies de functie: Stationair toerental controleren.
Voer het toerental van de motor op en laat hem twee minuten stationair draaien.
Controleer het cijferblok in de bedrijfsvoorwaarden-kolom. Voorgeschreven waarde XX0X0.
Lees het motortoerentalsignaal (streefwaarde) af. Voorgeschreven waarde 700 tpm.
Lees het motortoerentalsignaal (actuele waarde) af. Voorgeschreven waarde 650-850 tpm.
Wanneer de basisinstelling uitgevoerd is, wordt de koolstofbuisklep geactiveerd en wordt de AC-compressor ingeschakeld.