Basisinstelling van het airconditioningsysteem


Afhankelijk van het soort reparatie moeten een of meer basisafstellingen van het systeem worden uitgevoerd.

De klimaatregeleenheid kent de volgende drie basisafstellingen:

  1. "Nieuwe adressering lamellenmotors"

  2. "Leerproces eindstand lamellenmotors"

  3. "Controleren efficiëntie koeling / inlopen compressor"

Deze functie wordt gebruikt als:

Opmerking:

Test condities:

Procedure:

  1. Start de functie.

  2. Het display van de airconditioning knippert, ofwel de AC-knop (afhankelijk van de apparatuur).

    Tijdens de basisinstelling worden de volgende meetwaarden getoond:

    • Buitentemperatuur

    • Koelmiddeldruk

    • Compressorstroom

    • Temperatuur na verdamper

  3. Na voltooien van de basisinstelling gaan de lampjes uit in het display van de airconditioning of de AC-knop, en de meetwaarde voor de buitentemperatuurschakelaars staat op voltooid (de basisinstelling kan maximaal 5 minuten duren).

  4. Sluit de functie. Zet het contact uit en dan weer aan, druk op "AUTO" op de AC-eenheid en wacht ong. 15 seconden tot eventuele foutcodes zijn opgeslagen.

  5. Herstel de verbinding en controleer of er geen foutcodes zijn opgeslagen.

  6. Als de basisinstelling niet juist is voltooid dan herhaalt de functie bij een motortoerental van ong. 2000 tpm.