De rem wordt alleen ontlucht als er lucht in de hydraulische eenheid van het ABS-systeem is gedrongen, of als de rem gebrekkig werkt bij activatie van de ABS.
Opmerking:
Controleer alle hydraulische aansluitingen en koppelingen nadat de hydraulische eenheid van de ABS vervangen is.
Zorg dat de accu geladen is. Lage accuspanning kan het ontluchtingsproces beïnvloeden.
Het systeem wordt eerst voor-ontlucht voor het uitvoeren van de functie.
Na "Ontluchting remsysteem" voert u de ontluchting uit van de "remklauwen"!
Test condities:
Accuvoltage boven 11,5 V.
Contact aan, motor uit.
Procedure:
Selecteer de functie: "Ontluchting remsysteem".
Ontlucht het remsysteem m.b.v. de onderstaande functies en volgorde:
"Ontluchting remsysteem voorkant" en daarna de functie: "remklauw voorkant".
"Ontluchting remsysteem achterkant" en daarna de functie: "remklauw achterkant".
De ontluchtingsfunctie is nu geactiveerd en de volgende controlestappen en instructies worden weergegeven:
Zorg dat alle stappen die in het Help document staan aangegeven worden uitgevoerd.
Zorg dat het systeem vooraf is ontlucht.
Ga daarna verder met de ontluchting aan voor-/achterkant.
Ga door met ontluchten door het rempedaal 16 keer in te drukken.
Open de linker en rechter ontluchtingsnippel aan de voor- en achterkant. Sluit het reservoir op de ontluchtingsnippel aan.
Er verschijnt een dialoogvenster met aanwijzingen om het rempedaal in te drukken of los te laten.
Sluit de linker en rechter ontluchtingsnippel.
De functie is uitgevoerd.