Met deze functie wordt de regeleenheid van de airbag vergrendeld/ontgrendeld.
Vergrendelen van de regeleenheid voorkomt dat het triggersignaal de ontstekingscircuits bereikt. Toch moeten de componenten zeer voorzichtig gehanteerd worden. Het controlelampje van de airbag is geactiveerd op het instrumentenpaneel.
Na reparatie moet de regeleenheid worden ontgrendeld met de ontgrendelfunctie.
Test condities:
Contact aan, motor uit.
Accuvoltage boven 12 V.
Procedure:
Vergrendelen ECU:
Selecteer de functie: "Vergrendelen ECU".
Een dialoogvenster toont: Functie geslaagd/mislukt.
Controleer of het waarschuwingslampje van de airbag aan gaat.
Ontgrendelen ECU:
Selecteer de functie: "Ontgrendelen ECU".
Een dialoogvenster toont: Functie geslaagd/mislukt.
Controleer of het waarschuwingslampje van de airbag uit gaat.