Test van elektrisch gestuurde koelventilator
Deze functie is een test en wordt gebruikt om een hardwarecontrole van de ventilatorkoppel uit te voeren. Bij het uitschakelen van de ventilator, kan het 10 minuten duren voordat de ventilatorsnelheid vermindert. De uitschakeltijd van de ventilator wordt beïnvloed door de temperatuur van de olie in de ventilatorhub.
Als het PWM signaal van de ventilatorkoppel 0% is, hoeft de ventilator niet te worden ingeschakeld.
Verhoog de snelheid tot 1000 tpm.
Wacht tot de ventilatorsnelheid drastisch wijzigt.
Controleer of de ventilatorsnelheid binnen het juiste werkgebied blijft.
Als het PWM signaal van de ventilatorkoppel 100 % is, hoeft de ventilator niet te worden uitgeschakeld.
Verhoog de snelheid tot 1000 tpm.
Wacht tot de ventilatorsnelheid drastisch wijzigt.
Controleer of de ventilatorsnelheid binnen het juiste werkgebied blijft.
De motor en andere systemen kunnen oververhit raken als niet aan de testcondities wordt voldaan.
De normale ventilatorsnelheid, als er geen ventilatorverzoek is en de motor is op een normale bedieningstemperatuur bij stationair, bedraagt 200 - 300 tpm.
Ventilatorsnelheid bij volledig ingeschakelde koppel 80 - 95 % van maximum ventilatorsnelheid.
Motor op bedrijfstemperatuur (minimum 65°C).
Luchtcompressor losgekoppeld.
Vermogensuitschakeling uitgeschakeld.
Er wordt een dialoogvenster met testcondities getoond. Druk op "OK" om door te gaan.
Start en stop activering van de geselecteerde test.
Controleer de verschillende waarden.
De functie is uitgevoerd.