Deze functie wordt gebruikt om het functioneren van de klimaatcompressor te activeren in de regelmodule voor het klimaatregelingssysteem. Dit moet gebeuren indien:
Het regelapparaat van de airconditioning vervangen is.
Opmerking:
Eenmaal begonnen mag de basisinstelling niet worden geannuleerd anders wordt een foutcode opgeslagen in het foutgeheugen en de AC zal niet functioneren. Als dit gebeurt, herhaalt u de basisinstelling.
Als de basisinstelling niet juist kan worden voltooid, bijv. door een hoge buitentemperatuur, verhoog het motortoerental tot ong. 2000 tpm en herhaal de functie.
Test condities:
Motor draait stationair.
klimaatregeling uit staat.
Ventilatieopeningen in het instrumentenpaneel volledig open.
Geen fouten in het systeem
Procedure:
Start de functie en volg de programma instructies.
Nadat de functie voltooid is, controleer de foutodes.
Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.
Ga dan verder met de functie "Inwerking en stand dempermotors".