De functie wordt gebruikt om het bevriezen van de monitor tellers "FCC1" en "FCC2" te controleren zodat deze niet hoger worden dan een aangenomen waarde. Het doel is om ook de tellers te resetten zodra een component in het systeem is vervangen.
De eerste teller "FCC1" kijkt of het systeem geleegd is van Adblue na de laatste rijcyclus en of het gestart is bij een temperatuur van -10 °C.
De tweede teller "FCC2" ziet of het systeem de AdBlue niet op de juiste manier heeft geleegd na de laatste rijcyclus en of die gestart is bij een temperatuur van -10 °C.
"FCC1" heeft een aangenomen waarde van 5,000.
"FCC2" heeft een aangenomen waarde van 20.
Zodra beide tellers boven hun aangenomen waardes komen, komt er een storingscode in het systeem (PSID 89). Als deze storingscode in het systeem staat of een van de tellers hun aangenomen waarde hebben bereikt, zal de dosering module vervangen worden, de storingscode gewist worden en de tellers gereset worden.
De tellers mogen niet gereset worden als er geen component is vervangen.
Test condities:
Handrem aangebracht.
Motor uit.
Contact aan.
Accuspanning hoger dan 20 V.
Procedure:
Start de functie.
Check condities.
Controleer de waardes van de tellers.
Kies het resetten van de tellers of annuleer de functie.
De functie is uitgevoerd.
Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.