Opmerking:
De communicatie met de ABS/ESP-besturing wordt automatisch onderbroken wanneer de snelheid meer dan 10 km/u hoger is dan een snelheidsbegrenzing.
Met deze functie kan men de snelheidsbegrenzer uitschakelen voor het aflezen van parameters bij snelheden van meer dan 10 km/u.
NB.
Het voertuig moet bij uitschakeling stilstaan.
De ESP-functie is niet actief bij het uitschakelen van de snelheidsbegrenzer.
De ABS-functie is altijd actief.
De snelheidsbegrenzer wordt weer ingeschakeld als de communicatie met het ABS/ESP-systeem wordt afgesloten.
Procedure:
Kies de functie: Uitschakelen van de snelheidsbegrenzer.
Een dialoogvenster meldt: Procedure gelukt/mislukt.
Druk op OK.
De snelheidsbegrenzer is nu uitgeschakeld.