Bij het configureren van voertuigsystemen wordt u verwezen naar aanpassingsroutes in de regeleenheid. Elke route correspondeert met een functie in de regeleenheid. Het is nodig dat de regelingsmodule van het instrumentenpaneel wordt aangepast, zodat de aanhangmodule met de regelingsmodus van het instrumentenpaneel communiceert.
Opmerking:
Als een trekhaak-/aanhangmodule van een vervangingsmarkt wordt gemonteerd, wordt de waarde 64 toegevoegd om de gegevens te lezen.
Als een trekhaak-/aanhangmodule van de vervangingsmarkt wordt gedemonteerd, wordt de waarde 64 uit de te lezen gegevens verwijderd.
Test voorvereisten.
De accuspanning moet hoger zijn dan 12V.
Contact aan, motor uit.
Geen foutcodes in het systeem.
Trekhaak- en aanhangmodule juist gemonteerd en verbonden.
Aanhangmodulefunctie is in de centrale elektronische besturingseenheid gecodeerd.
Werking:
Start de functie "Configuratie van aanhangfunctie (kanaal 61)'.
De huidige routewaarde wordt aangegeven.
De huideige routewaarde is ok, de functie kan worden verlaten met "Nee"
Druk op 'Ja'. Voer de nieuwe route in het aangegeven invoerveld in, bevestig met 'OK'.
Als de ingediende route-waarde correct is, druk op "Ja" om de waarde op te slaan.
Als u de aangegeven route-waarde niet wilt opslaan, kunt u de waarde wijzigen met "Nee" (vanaf stap 3).
Als de waarde is opgeslagen, verschijnt een dialoogvenster met: "In geheugen opgeslagen".
Bevestig met "OK" om de functie te verlaten.