Basisinstelling klimaatregelsysteem


Wanneer de controle module voor het klimaatcontrolesysteem werd vervangen of een nieuwe actuator werd geïnstalleerd moet een basisinstelling van het klimaatcontrolesysteem worden uitgevoerd. Tijdens de basisinstellingen leert de besturingseenheid de eindposities van de actuator.

Test condities:

Procedure:

  1. Start de functie.

  2. Een dialoogvenster toont: “Basisinstelling actief” en omschakelen op “Basisinstelling compleet” wanneer de functie voltooid is.

  3. Druk op “OK” om de functie te verlaten en onderbreek de communicatie met het systeem. Draai de startsleutel 30 seconden lang uit en dan 30 seconden lang weer aan om de nieuwe waarden op te slagen.

  4. Herstel de communicatie met de auto en controleer of geen foutcodes opgeslagen zijn.

  5. De functie is uitgevoerd.

    • Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.