Programmeren inspuiting


Condities:

Na het vervangen van 1 of meer injectors moet de volgende programmeerfunctie worden uitgevoerd.

Motor uit

Ontsteking aan

Procedure:

Let op! Voor het programmeren van de inspuiting moeten alle injectors gereset worden, verlaat de diagnose en zet het contact uit. Hierna kunt u programmeren:

  1. Zet het contact aan en ga weer naar de diagnose

  2. Programmeer injector 1

  3. Verlaat de diagnose en zet het contact uit

  4. Zet het contact aan en ga weer naar de diagnose

  5. Programmeer elke injector en herhaal vanaf stap 3

  6. Controleer en wis foutcodes

    NB. Het contact moet na elke programmering uit en weer aan worden gezet, anders kan het programmeren misgaan.