Foutencodes Mitsubishi m88-92

Algemene informatie

Het motormanagementsysteem controleert doorlopend de inputsignalen van de verschillende sensoren in het inspuitsysteem en vergelijkt ze met ingestelde grenswaarden. Als een signaal buiten de grenswaarden valt, slaat de regeleenheid de foutencode op in het geheugen. De foutencodes kunnen afgelezen worden via de motorlamp of via LEDs op de regeleenheid.

De diagnoseaansluiting

De diagnoseaansluiting is links van de centrale console of links van de stuurkolom geplaatst.

Als een voltmeter verbonden is tussen aansluitingen 1 en 12, zal de wijzer afwijken volgens het patroon dat getoond wordt in de foutencodetabel.

De duidelijkste resultaten worden verkregen door een circuittester of een LED met een serieweerstand te gebruiken…

Voorkomen van de foutcodes

Foutencode

Uitgaand signaal

Beschrijving

Geen

ECU-fout

12

Open circuit of kortsluiting in het luchtdebietsensorcircuit

13

Open circuit of kortsluiting in het luchtinlaattemperatuursensorcircuit

14

Open circuit of kortsluiting in het gaskleppotentiometercircuit

15

Open circuit of kortsluiting in het cilinderidentificatiesensorcircuit

21

Open circuit of kortsluiting in het koelvloeistoftemperatuursensorcircuit

22

Geen verandering van de spanning van het omwentelingssensorsignaal

23

Geen verandering van de spanning van het cilinderidentificatiesignaal

24

Geen verandering van de spanning van het snelheidssensorsignaal

25

Open circuit of kortsluiting in het buitenluchtdruksensorcircuit

31

Open circuit in het pingelsensorcircuit

41

Open circuit in het brandstofinspuitcircuit

44

Brandstofpomp

0

Normaal, geen foutencode

   

Foutencodeslijst

0

Geen fout in het systeem

11

Lambdasensor voor

12

Inlaatluchtsensor

13

Inlaatluchttemperatuursensor

14

Gaskleppotentiometer

16

Stroomvoorziening van ECU

18

+50 –signaal

21

Koelvloeistoftemperatuursensor

22

Omwentelingssensor (nokkenas)

23

Cilinderidentificatiesensor (nokkenaspositiesensor)

24

Snelheidssensor

25

Hoogtesensor (ATM)

26

Stationair toerental-schakelaar

27

Stuurbekrachtigingsschakelaar

28

AC-schakelaar

31

Pingelsensor

36

Ontstekingsverstelling – regelsignaal (niet opgeslagen)

41

Inspuitklep

44

Ontstekingsspoel of/en ontstekingsuitgangstrap

45

ISC (stappen)motorpositie

49

AC-relais

54

Immobilizer

59

Lambdasensor (achter)

64

Generator FR-aansluiting

Foutencodes aflezen

Als een voltmeter verbonden is tussen aansluitingen 1 en 12, zal de wijzer afwijken volgens het patroon dat getoond wordt in de foutencodetabel.

De duidelijkste resultaten worden verkregen door een circuittester of een LED met een serieweerstand te gebruiken.

Lange knippersignalen betekenen tientallen en korte knippersignalen betekenen eenheden.

Foutencodes wissen

Corrigeer de fouten in het systeem voor u de foutencodes wist.

1.

Koppel de negatieve aansluitingen tenminste 30 seconden los van de accu

  

2.

Sluit de negatieve aansluiting aan

  

3.

Start de motor en laat hem goed warmlopen

  

4.

Controleer of de foutencodes gewist zijn