Inleren van actieve sturing, vooras

Deze functie wordt gebruikt om de componenten die gerelateerd zijn aan actieve sturing te kalibreren.
Het kalibreren moet worden uitgevoerd in de volgende gevallen:
Het referentiepuhnt is bepaald om recht vooruit te zijn. Het is daarom van belang dat het voertuig op een vlakke ondergrond wordt geplaatst, waarbij de voorwielen recht vooruit wijzen.
Opmerking:
Let op: de wielen draaien automatisch.
Test condities:
Procedure:
  1. Plaats de wielen recht vooruit, door gebruik te maken van de meetapparatuur.
  2. Start de functie.
  3. De kalibratie start en wordt automatisch uitgevoerd op de stuurhoeksensor en de elektrische stuurmotor.
  4. Een dialoogvenster geeft aan: "Start de motor".
  5. Druk op "OK" om door te gaan.
  6. De kalibratie van de actieve sturing begint. Het stuurwiel en de wielen draaien automatisch.
  7. De functie is uitgevoerd.