Programmeren inspuiting

Deze functie wordt gebruikt om elke injector individueel te programmeren, indien een of meer injectoren zijn vervangen.
Opmerking:
Als een injectorcode die ingevoerd is, geldig is maar weinig injector hoeveelheidsaanpassing heeft, kan dit een negatieve reactie veroorzaken van de regeleenheid, en worden A's geschreven naar de regeleenheid voor deze injector.
Als een nieuwe regeleenheid wordt gemonteerd, moet de injectorzone in de EEPROM van de regeleenheid worden geïnitialiseerd, dit wordt uitgevoerd in deze functie.
De injectorcode bestaat uit 7 tekens (cijfers en letters).
Indien alle injectoren zijn vervangen en de originele regeleenheid in het voertuig blijft, moet de functie "Resetten brandstofaanpassing" worden uitgevoerd.
Test condities:
Procedure:
  1. Selecteer de functie en volg de programma instructies.