Voorwaarden voor de test:
Motor draait.
Geen fouten opgeslagen.
Alle elektrische belastingen uitgeschakeld.
Keuzehendel op P/N.
Temperatuur inductielucht lager dan 60 °C.
Geen lekken in het uitlaatsysteem.
Opmerking:
Voor diagnose van de efficiëntie van de katalysator.
Deze diagnose wordt alleen gestart wanneer de lambdasondes getest werden en OK zijn.
Procedure:
Kies de functie: Diagnose katalysator.
Duw het rempedaal in en hou het ingedrukt. Binnen een paar seconden zal de motoregeleenheid het motortoerental verhogen tot een hoger stationair toerental.
De temperatuur van de katalysator moet meer dan 400 °C bedragen.
Het diagnostische statusveld verandert van ”Test uit” in ”Test aan”.
Behoud het motortoerental tot het diagnosestatusveld verandert van ”Test aan” in “Cat B1 OK!/Cat B1 niet OK!”.
Lees de amplitude af. Voorgeschreven waarde maximum 0,50.