Met deze functie is het mogelijk om volgens de volgende instructeis enkele BSI-fucnties te activeren/deactiveren.
Test voorvereisten.
Juiste BSI-versie
Juist voertuigapparatuur
Contact aan, motor uit.
Geen fouten opgeslagen.
Alle elektrische verbruikers moeten zijn uitgeschakeld.
Accuspanning is boven 12 volt.
Procedure:
Start de functie, druk op OK.
Een dialoogvenster toont de waarde die in de reguleringseenheid is opgeslagen.
Om de waarde te wijzigen, kiest u "Ja".
Om de functie af te sluiten zonder de waarde te wijzigen, kiest u "Nee".
Voer de nieuwe waarde met 2 cijfers in het weergegeven invoerveld in.
Om de waarde op te slaan, kies "OK".
Om de functie af te sluiten zonder de waarde te wijzigen, kiest u "Annuleren".
Een dialoogvenster bevestigt: Procedure gelukt / Procedure mislukt.
Functie | Uitschakelen | Inschakelen |
Achterruitwisser in achteruitversnelling | 00 | 01 |
Spiegel inklappen met afstandsbediening | 00 | 01 |
Raamsluiting bij vergrendelingsopdracht | 00 | 01 |
Veiligheidsriemdetectie, bestuurderszijde | 01 | 00 |
Automatische attentielampjes | 01 | 02 |
Gelijktijdige verlichting van attentielampjes en zijlampen | 00 | 01 |
Controle bandenspanning | Type | Waarde |
Alle modellen | Gedeactiveerd | 00 |
Alle modellen | Actief zonder weergave van druk | 02 |
Alleen C5, C6 | Actief met weergave van druk | 01 |
Alleen C5, C6 | Indirect | 03 |
Alleen C5, C6 | BorgWarner | 04 |