Codering de controle eenheid

Deze functie wordt gebruikt om codering in de bedieningseenheid als gewenst te wijzigen.
Test condities:
Werking:
  1. Start de functie.
  2. Een lijst toont de huidige codering.
  3. Ga verder met de functie.
  4. Controleer de parameter die gewijzigd moet worden.
  5. Kies de selectie die opgeslagen moet worden uit de getoonde lijst.
  6. De gekozen optie zal opgeslagen worden en de nieuwe lijst die geüpdatet is wordt getoond.