De injectors dienen te worden geprogrammeerd na vervanging van een of meer injectors. De injectorcode is op de injector, aangebracht, zie afbeelding.
Na voltooien van het programmeren moet de injector worden gekalibreerd.
Test condities:
Contact aan, motor uit.
Procedure:
Druk "OK" om de functie te starten.
Een dialoogvenster toont de eerder geprogrammeerde injectorcode.
Om een nieuwe injectorcode in te voeren, drukt u op OK. Volg de instructies.
Na een geslaagde programmering verschijnt de nieuwe injectorcode.
Mocht het programmeren mislukken, controleer dan de foutcodes en of de juiste code is ingevoerd.