Testcondities:
Accuspanning boven 11,5 V.
Geen fouten opgeslagen
Contact aan.
Opmerking:
De basisinstelling moet worden uitgevoerd als een van de volgende onderdelen wordt vervangen: Regeleenheid, instelmotor frisse lucht/hercirculatie of instelmotor temperatuur verdamper.
Tijdens de basisinstelling worden de waarden van de instelmotoren in de datalijst gepresenteerd. Als voor de twee instelmotoren 0 wordt aangegeven, is de basisinstelling voltooid.
Procedure:
Start de functie.
Controleer de waarden van de instelmotoren.
Als voor de twee instelmotoren 0 wordt aangegeven, is de basisinstelling voltooid.
Verlaat de functie.