Gebruik deze functie om de capaciteit van de additieftank aan te geven als de additiefbesturingseenheid wordt vervangen.
Test voorvereisten.
Contact aan, motor uit.
Tank/besturingseenheid juist verbonden en geïnstalleerd.
Geen fouten opgeslagen.
Alle elektrische verbruikers moeten zijn uitgeschakeld.
Accuspanning is boven 12 volt.
Procedure:
Voer in het invoerveld de gewenste waarde in en bevestig met "OK".
Een dialoogvenster bevestigt: Procedure gelukt / Procedure mislukt.
Additieftank, capaciteit | Waarde in te voeren |
1,6 l | 60 |
1,7 l | 70 |
1,8 l | 80 |
1,9 l | 90 |
2,0 l | 100 |
2,1 l | 110 |
2,2 l | 120 |
2,3 l | 130 |
2,4 l | 140 |