Het kalibreren van de niveausensor

Deze functie wordt gebruikt om de achterniveausensors van het voertuig te kalibreren.
Opmerking:
Er moet alleen een kalibratie uitgevoerd worden na het volgende:
Referentiewaardes voor de kantelhoek op de achteras is in bereik: -1,5°- -0,9°.
Als het referentieniveau behaald wordt, komt de niveausensorspanning in het bereik: 2,2V - 3,0V.
Test condities:
Procedure:
  1. Start de functie.
  2. Zet de vering op de aangegeven referentieniveaus met de +/- knoppen en sla het op met helling meetapparatuur, bijv. 'Romess CM-09606'.
  3. Ga verder met de functie met "OK" als het niveau goedgekeurd is.
  4. Voer de waardes in die opgeslagen worden in de helling meetapparatuur.
  5. Selecteer Ja/Nee, als het voertuig uitgerust worden met sporthelling of niet.
  6. Sla de nieuwe waardes op om de functie te verlaten.
Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.