Het aanpassen van de DSC-eenheid


Deze functie wordt gebruikt na het vervangen van de DSC-sensor. Dit proces past de druksensor, aan/uit klep, inlaatkleppen en voor-na versnellingssensor aan.

Test condities:

Procedure:

  1. Start de functie.

  2. Volg de programma instructies.

  3. De functie is uitgevoerd.

    • Als een aanpassing niet uitgevoerd kan worden, zijn de mogelijke oorzaken: Rempedaal was ingedrukt, lekkage in remsysteem, ontluchting van remsysteem was niet uitgevoerd of de ontluchtingsuitrusting is nog steeds aangesloten.

    • Na aanpassing van de DSC-eenheid, voer ontluchting van remmen uit, check voor mix-up of remleidingen, en initiëring van bandspanning controle.