Bij het vervangen van een regeleenheid moet de variant-code juist zijn. De variantcode kan van de oude regeleenheid worden afgelezen als een datalijst-parameter "Regelaar, variantcode". De correcte variantcode is ook te vinden in het garagehandboek e.d..
Opmerking:
Een verkeerde variantcode kan de veiligheid en/of de prestaties van de auto verminderen.
Er moet een garagehandleiding of een variantcode van de oude regeleenheid beschikbaar zijn.
De versie van de regeleenheid moet juist zijn om de variantcode te accepteren.
Sommige regeleenheden kunnen niet worden gecodeerd.
Testcondities:
Een geldige variantcode voorde regeleenheid.
De accuspanning moet hoger zijn dan 12V.
Contact aan, motor uit.
Alle elektrische belastingen moeten zijn uitgeschakeld.
Procedure:
Lees, indien mogelijk, de variantcode af van de oude regeleenheid.
Start de functie "Code regeleenheid".
Voer de variantcode in het invoerveld in, bevestig met 'OK'.
Een dialoogvenster geeft aan of het coderen is gelukt of niet.
Als het coderen niet is gelukt, controleer dan of de code geldig is.
Verlaat de functie.
Zet het contact "Uit" en wacht 60 seconden. Zet het contact "Aan". Herstel het contact met het systeem en controleer of het coderen is gelukt.