Configuratie centrale vergrendeling


Bij het configureren van voertuigsystemen wordt u verwezen naar aanpassingsroutes in de regeleenheid. Elke route komt overeen met een functie in de regeleenheid, routes en functie variëren afhankelijk van het type regeleenheid. Door in een route de opgeslagen waarde te wijzigen, verandert u ook zijn eigenschappen. Bij het invoeren van sommige routes kan een korte tekst verschijnen als hulp bij de configuratie.

Opmerking:

Testcondities:

Procedure:

  1. Start de functie 'Configuratie centrale vergrendeling'.

  2. Voer de route uit de tabel in het invoerveld in, bevestig met 'OK'.

    • Als geen geldige route is ingevoerd, wordt de functie afgebroken.

  3. De huidige routewaarde wordt aangegeven.

    • Als de huidige waarde ok is, kan de functie worden afgebroken met 'Nee'

  4. Als de aangegeven route-waarde correct is, druk dan op 'Ja' om de waarde op te slaan.

    • Als u de aangegeven route-waarde niet wilt opslaan, druk dan op 'Nee' om de verandering te annuleren.

  5. Verlaat de functie.

Tabel:

RouteFunctieWaarden
03Automatisch vergrendelen.0=uit, 1=aan
04Automatisch ontgrendelen.0=uit, 1=aan
05Activering van interieur-controlesysteem0=uit, 1=aan
06Signaal bij ontgrendelen0=uit, 1=aan
07Signaal bij vergrendelen0=uit, 1=aan
08Knipperen bij ontgrendelen0=uit, 1=aan
09Knipperen bij vergrendelen0=uit, 1=aan
10Landeninstelling voor alarmsignaal.1=Rest van de wereld, 2=Duitsland, 3=Groot Brittannië