Voorwaarden voor de test:
Motor draait stationair.
Geen fouten opgeslagen.
Geen lekken in het uitlaatsysteem.
Motortemperatuur hoger dan 80 °C.
Alle elektrische belastingen uitgeschakeld.
Keuzehendel op P/N.
Drukmeter niet aangesloten.
Opmerking:
Wordt gebruikt om het stationair toerental te controleren.
Het stationair toerental is niet instelbaar.
Gedurende het controleren van het stationair toerental wordt de AC-compressor uitgeschakeld en wordt de koolstofbuisklep gesloten.
Procedure:
Kies de functie: Stationair toerental controleren.
Vergelijk het actuele toerentalsignaal (actuele waarde) met het gespecificeerde toerentalsignaal (streefwaarde). Voorgeschreven waarde voorwielaandrijving 720-820 tpm, vierwielaandrijving 670-770 tpm.