Voorwaarden voor de test:
Motor draait stationair.
Geen fouten opgeslagen.
Motortemperatuur hoger dan 80 °C.
Temperatuur inductielucht lager dan 60 °C.
Alle elektrische belastingen uitgeschakeld.
Automatische versnellingsbak op “P/N”.
Opmerking:
Om het secundaire lucht-systeem te controleren.
Zie ook de paraatheidstest.
Voer een test van het secundaire lucht-systeem uit:
Kies de secundaire lucht-systeem-functie.
Het secundaire lucht-systeem verandert van ”Test uit” in ”Test aan”.
Laat de motor stationair draaien tot het secundaire lucht-systeem verandert in ”Systeem OK!/Systeem niet OK!”.