Basisinstelling klimaatregelsysteem
Deze functie wordt gebruikt om de eindstand van de dempmotors in te werken en moet uitgevoerd worden als:
Het regelapparaat van de airconditioning vervangen is.
Actuators zijn vervangen of opnieuw geïnstalleerd.
Componenten van het Klimaatbeheersing systeem vervangen of opnieuw geïnstalleerd.
Opmerking:
Het is niet mogelijk om de basisinstelling na opstarten af te breken.
Test voorvereisten.
Accuspanning hoger dan 11,5 V.
Contact aan, motor uit.
Het voertuig moet een normale kamertemperatuur hebben tijdens de kalibratie.
Procedure:
Start de functie.
Volg de instructies in de dialoogvensters.
Sluit de functie. Zet het contact uit om nieuwe waarde op te slaan.
De functie is nu voltooid.
Zet het contact aan, herstel de verbinding en controleer of er foutcodes zijn opgeslagen.
Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.