Bij het vervangen van bepaalde componenten, is een inwerkingprocedure nodig om de reparatie te voltooien en voor het correct functioneren van het systeem.
Deze functie wordt gebruikt om stationaire positiesensor te programmeren.
Test condities:
Motor draait stationair.
Koppeling niet gewijzigd.
Versnelling in neutraalpositie
De versnellingspook mag niet aangeraakt worden tijdens de functie.
Procedure:
Start de functie en volg de programma instructies.
Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.