Voorwaarden voor de test:
Motor draait.
Geen fouten opgeslagen.
Opmerking:
Voor het testen van de pingelsensoren.
Procedure:
Kies de functie: Pingelcontrole.
Hou het motortoerental boven 2600 tpm.
Het diagnostische statusveld verandert van ”Test uit” in ”Test aan”.
Hou het motortoerental boven 2600 tpm tot het diagnosestatusveld verandert in ”Sys. OK/Sys. niet OK!”.