Deze basisinstelling wordt gebruikt om de waarde van de stuuruitslaghoeksensor te nulcompenseren.
Dit moet gebeuren wanneer:
De ABS-regeleenheid werd vervangen.
De stuuruitslaghoeksensor werd vervangen.
De stuurkolom werd vervangen.
Er is werk uitgevoerd aan de carrosserie dat de wieluitlijning beïnvloed.
Het stuur werd vervangen.
Een foutencode die nulcompensatie vereist, wordt opgeslagen in de ABS-regeleenheid.
Opmerking:
De basisinstelling kan alleen uitgevoerd worden na het invoeren van een logincode. Dit gebeurt in het programmeermenu, door gebruik van de functie: Login
Tijdens de basisinstelling mag de ontsteking niet uitgeschakeld worden.
Methode:
Zorg ervoor dat er geen foutencodes zijn opgeslagen.
Controleer of het stuur zich in de correcte positie bevindt, wanneer de voorwielen recht vooruit wijzen.
Start de motor en draai het stuur één omwenteling naar rechts en één omwenteling naar links.
Rij rechtdoor met de auto op een effen oppervlak met niet meer dan 20 km/u om te controleren of auto niet opzij trekt wanneer het stuur in de rechtuitstand wordt gehouden.
Stop de auto en zorg ervoor dat de voorwielen en het stuur zich op één lijn bevinden.
Voer de inlogcode in:
Kies de basisinstelling: Nulcompensatie van de stuuruitslaghoeksensor.
De tekst: “Aanpassing correct” bevestigt dat er nulcompensatie werd uitgevoerd. Als de waarde van de stuuruitslaghoeksensor hoger dan ±10° is, wordt nulcompensatie niet aanvaard (aanpassing niet mogelijk).
Maak opnieuw een testrit en controleer of de waarde van de stuuruitslaghoeksensor in gegevenslijst 5 zich binnen de ±5° bevindt.