Regeleenheid vervangen.

Deze functie wordt gebruikt om data te lezen van de foutregeleenheid en om data in te voeren in de nieuwe regeleenheid. De functie mag alleen worden uitgevoerd na vervanging van de regeleenheid.
Opmerking:
Indien meerdere componenten zijn vervangen in combinatie met de regeleenheid, dan moet de functie "Regeleenheid vervangen" altijd als eerste worden uitgevoerd.
Als de te lezen regeleenheid lezen niet ondersteunt, kan de functie niet worden uitgevoerd. Dit heeft geen negatieve invloed op de bediening van het systeem.
In deze gevallen moeten, om de vervanging van de regeleenheid te voltooien, onderstaande functies worden uitgevoerd in deze volgorde:
  1. Kabeleinde/service kalibratie.
  2. Koppeling zelf-kalibratie.
Test condities:
Procedure:
  1. Start de functie.
  2. Selecteer: "Store data" om de opgeslagen gegevens te lezen uit het onjuiste besturingsorgaan.
  3. Regeleenheid vervangen.
  4. Start de functie opnieuw en selecteer "Data overzetten" om de opgeslagen data naar de nieuwe regeleenheid te downloaden.
  5. De functie is nu voltooid.
  6. Voer de functie "Kabeleinde/service kalibratie" uit.
  7. Voer de functie "Koppeling zelf-kalibratie" uit.
  8. De vervanging van de regeleenheid is nu voltooid.