Basisinstelling inlaatkleppen en ABS kleppen


Als de ABS controle module vervangen werd, moet een basisinstelling worden uitgevoerd om de oude hydraulische eenheid aan te passen aan de nieuwe controle module. Na basisinstelling van de inlaatkleppen, moet ook een basisinstelling van de abs kleppen worden uitgevoerd. Tijdens de basisinstelling moet de waarde van de remdruk afgesteld worden tussen een referentiemarge, druk het pedaal in tot de referentiewaarde bereikt is, dan zal de controle module automatisch naar de volgende referentiewaarde gaan. De sequentietijd is afhankelijk van het model. Als de basisinstelling geanuleerd wordt, zal een foutcode opgeslagen worden in de ABS controle module. Deze kunnen gewist worden na een volledige basisinstelling

Test condities:

Procedure:

  1. Start de functie.

  2. Het volgende wordt weergegeven:

    • Relevante klep (kleptype waarop de basisinstelling toegepast worden).

    • Remdruk; lagere instellingswaarde (laagste limietwaarde in bar).

    • Stroom remdruk (in bar).

    • Remdruk; bovenste instellingswaarde (hoogste limietwaarde in bar).).

    • Status voor basisinstelling (in proces, functie gerealiseerd, test geanuleerd).

  3. Druk het rempedaal lichtjes in tot de stroomdruk tussen de laagste en de hoogste instellingswaarde ligt, wanneer de waarde de volgende instellingswaarde bereikt, wordt dit automatisch weergegeven.

  4. Deze sequentie wordt verschillende keren herhaald per klep.

  5. Wanneer de status verandert van"In proces" tot "functie gerealiseerd" is de basisinstelling uitgevoerd, druk "OK" om deze functie met succes te beëindigen.

  6. Selecteer nu de functie: "Basisinstelling ABS kleppen", druk op OK.

  7. Volg de instructies onder de punten 2-5.

  8. Na het beëindigen van de functie, moet worden nagekeken of er geen foutcodes werden opgeslagen in het systeem.

    • Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.