Aangezien afzonderlijke injectors verschillende eigenschappen hebben, corrigeert de elektronische regeleenheid van de motor de inspuittijd voor elke cilinder voor een exacte inspuiting. Gecorrigeerde gegevens worden omgezet in een identificatiecode die 10 cijfers/letters bevat die in de bovenkant van de injector zijn gestanst.
Opmerking:
Als een nieuwe injector niet geregistreerd is, licht het waarschuwingslampje van de motor op. Foutcode P1600 wordt aangemaakt.
Een registratiefout bij de identificatiecode van de injector leidt tot onregelmatig stationair, abnormale motorgeluiden en een hogere uitstoot.
Test condities:
Contact aan
Procedure:
Contact aan
Selecteer de functie: "Injector programmeren".
De eerder geregistreerde codes worden getoond. De getoonde code heeft na de 10 cijfers/letters nog 6 extra nullen. Deze worden niet door de bestuurder ingevoerd.
Selecteer de cilinder waarbij de injector is vervangen.
Voer de 10-digit code van de nieuwe injector in, zie afbeelding.
De nieuwe geregistreerde code wordt getoond.
Als u meer dan één injector vervangt dan selecteert u "Ja" en anders "Nee".
De brandstofaanpassing wordt geïnitialiseerd in de volgende stap.
Nadat de opdracht van de brandstofaanpassing is verstuurd, wordt het contact 30 seconden in de uitstand gezet. Volg de instructies.
Wis de foutcodes.