Deze functie kopieert de start codes naar de regeleenheid en geeft het aantal codes.
Opmerking:
De code staan in rijstand tijdens de werking.
Anders codes kunnen niet in de nabijheid van de transponder staan.
Als er verschillende codes geprogrammeerd zijn, herhaal de procedure voor de niet-geprogrammeerde codes.
Er kunnen tot 6 codes geprogrammeerd worden.
Test condities:
Parkeerrem toegepast.
Motor uit.
Contact aan
Procedure:
Start de functie.
Check condities.
Check de status voor de functie.
Controleer aantal codes.
Zet het contact uit.
Wacht 10 seconden.
Zet het contact aan.
De functie is uitgevoerd.
Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.