Bandendruk monitoring
Deze functie wordt gebruikt om het controleren van de bandenspanning te configureren.
Opmerking:
Huidige bandenspanning wordt opgeslagen als referentiewaarde in de besturingseenheid.
Na het activeren kan er eerst een drukval geregistreerd worden na enkele minuten rijden.
Test condities:
Contact aan, motor uit.
Correcte banddruk.
Procedure:
Start de functie en volg de programma instructies.
Een dialoogvenster geeft de huidige status weer.
Druk op "OK" om de functie te voltooien.
Na het activeren kan er eerst een drukval geregistreerd worden na enkele minuten rijden.
Werkt de functie niet, controleer dan de testvoorwaarden en repareer eventuele defecten.