Opmerking:
De kalibratie van de peilsensor wordt uitgevoerd als:
Een van de peilsensors vervangen is.
Er werk is uitgevoerd aan de peilsensor.
De regeleenheid werd vervangen.
Test voorvereisten.
De parkeerrem moet worden vrijgezet.
De hoofdtankdruk dient hoger te zijn dan 8 bar.
De wielen moet worden geblokkeerd.
Zorg dat zich niemand onder het voertuig bevindt.
Procedure:
Verhelp alle foutcodes.
Laat de as van het hulpwiel zakken.
Bij de kalibratie dient de bedienknop op het regelkastje in de stand M1 te staan.
Blokkeer de wielen en zet de parkeerrem vrij.
Aansluiten externe luchttoevoer of start de motor en voer de kalibratie uit met draaiende motor.
Begin de kalibratieprocedure.
Zet het voertuig in de rijstand. Druk op de bevestigingsknop.
Zet het voertuig in de bovenste stand. Druk op de bevestigingsknop.
Zet het voertuig in de onderste stand. Druk op de bevestigingsknop.
Sla de gekalibreerde niveaus op. Druk op de bevestigingsknop.
Sluit de kalibratieprocedure af en zet het contact gedurende 10 seconden uit om de kalibratie permanent op te slaan.