Deze functie wordt gebruikt om de niveausensoren te regelen. De functie is een testfunctie. Als een niveau-aanpassing vereist is, voer dan de functie "Aanpassing van de hoogteniveausensoren" uit.
Test condities:
Contact aan, motor uit.
Plaats de auto op een vlak en horizontaal oppervlak.
Geen extra belading of personen in de auto.
Procedure:
Start de functie en volg de programma instructies.