Met deze functie worden nieuwe injectorcodes in de regeleenheid geprogrammeerd na vervanging van een injector. De injector-code is afgedrukt op het hoofdonderdeel van de injector. Code bestaat uit 30 tekens.
Test condities:
Contact aan, motor uit.
Accuspanning hoger dan 12 V.
Procedure:
Druk "OK" om de functie te starten.
Een dialoogvenster bevestigt de geprogrammeerde injectorcode.
Bevestig met "OK" om de injector code te her-programmeren.
Voer de injectorcode in en druk op de OK-knop om te programmeren.
Na succesvod programmeren worden de oude en nieuwe codes weergegeven.
Bevestig met "OK" om het programmeren te beindigen.
LET OP: Indien het programmeren faalt, verifieer de foutcodes en dat de juiste injectorcode ingevoerd werd.